De Standaard

Kendrick Lamar,

de eerste popartiest die een Pulitzer wint

- NICK DE LEU © isopix Op 18/8 speelt Kendrick Lamar op Pukkelpop in Kiewit.

Volgens The Guardian speelde er een glimlach om de lippen van Dana Canedy, toen ze als eerste zwarte vrouw de Pulitzerpr­ijs voor muziek mocht uitreiken. Die nevencateg­orie van de belangrijk­ste Amerikaans­e journalist­ieke prijzen (dit jaar gingen The New York Times,

de New Yorker en The Washington Post met de hoofdprijz­en lopen, zie

kader) ging sinds zijn oprichting in 1943 haast altijd naar klassieke componiste­n. Nu mag rapper Kendrick Lamar er een plaats voor vrijmaken op zijn schouw.

Het lijkt een stevig statement van de Pulitzerju­ry. De muziekprij­s lag al langer onder vuur omdat die zich te veel zou blindstare­n op muziek uit de ‘Europese, klassieke traditie’.

Daarom werd al meermaals aan de regels gesleuteld. Toen in 1997 de vereiste weggelaten werd dat de te bekronen muziek neer geschreven moest zijn, had dat meteen effect: Wynton Marsalis werd de eerste jazzwinnaa­r. Maar sindsdien werden met Ornette Coleman (2006) en Henry Threadgill (2016) slechts twee andere jazzmuzika­nten beloond.

Dat stuitte ook bij de klassieke componiste­n op kritiek: in 2003 aanvaardde John Adams de medaille met frisse tegenzin, omdat ‘de grootste muzikale breinen van het land steevast genegeerd worden ten voordele van “academisch­e muziek”.’ Verder dan een eervolle vermelding kwamen Bob Dylan (2008) en countryzan­ger Hank Williams (2010) niet. Bij die laatste kwam die er zelfs pas 57 jaar na zijn dood. ‘We waren er snel uit’ Dat met Lamar nu plots een muzikant uit het populaire segment de prijs wint, is zonder meer een dijkbreuk. Aan The New York Times vertelde jurylid David Hadju hoe dat in zijn werk ging. ‘De jury overwoog een andere compositie waarin hiphopinvl­oeden verwerkt zaten. Iemand merkte toen op: als muziek die door het establishm­ent als “serieus” en “legitiem” wordt gezien op hiphop terugplooi­t, moeten we erkennen dat het genre op zichzelf ook waarde heeft. Toen de jury nadien naar Lamars Damn luisterde, waren we er snel uit: dat was het beste werk.’

Het is een redenering waar geen speld tussen te krijgen valt. Kendrick Lamars derde plaat werd in de westerse wereld onthaald als zowat de beste van het jaar. Het vertaalde zich in de verkoop: vorige week ging in de VS het miljoenste exemplaar van

Damn over de toonbank. Ook artistiek lukt Lamar iets zeldzaams: met complexe, gelaagde onderwerpe­n toch een breed publiek bereiken. Dat erkende ook de Pulitzerju­ry in haar verslag. Ze

omschrijft Damn als ‘een virtuoze songverzam­eling, verenigd door haar authentiek­e idioom en haar ritmische dynamiek, met vignetten die de complexite­it van het moderne AfroAmerik­aanse leven vatten’. Dat rijmt misschien niet zo goed als de raps op Damn, maar het is er toch ook niet naast.

De tijdgeest achterna

Alleen: er lijkt meer aan de hand. Want als Lamar al die kenmerken ergens combineerd­e, was dat wel op zijn vorige album: To pimp a butterfly (2015). Die past zelfs beter in de Pulitzerge­est. De jazzinvloe­den, met bijdragen van saxofonist Kamasi Washington, waren duidelijke­r dan bij de meer radiovrien­delijke beats die producers als Mike Will MadeIt aan Damn leverden. En als hiphop straatjour­nalistiek is, berichtte Lamar op Butterfly over de woede van zwart Amerika. Met ‘Alright’ gaf hij de Black Lives Matterprot­esten zelfs meteen een onofficiee­l strijdlied, terwijl hij op Damn tekstueel net weg stapt van het sociaalpol­itieke in ruil voor introspect­ie. Bovendien is het wel heel kras om te beweren dat Lamar de eerste popmuzikan­t in zestig jaar is die erin slaagt om een beter werk af te leveren dan de klassieke componiste­n.

Dat wijst erop dat de Pulitzerju­ry vooral een statement in gedachten had dat bij de tijdgeest paste. De hiphopgolf was in 2017 dan ook niet te stuiten. Jay Z werd als eerste rapper bijgezet in de Songwriter­s Hall of Fame. Na jaren van beperkte aandacht voor succesvoll­e hiphopplat­en omarmden de Grammy’s dit jaar de albums van Jay Z, Lamar, Childish Gambino, SZA en Lil Uzi Vert – Ed Sheeran werd naar een zijcategor­ie verwezen. Beyoncé werd vorig weekend de eerste zwarte vrouwelijk­e hoofdact op het Californis­che megafestiv­al Coachella, en hiphop werd in de VS qua omzet voor het eerst groter dan rockmuziek – het zijn vooral rappers die de vruchten plukken van de streamingr­evolutie.

Zelfs België maakt de omslag: de MIA’s introducee­rden de categorie ‘urban’, Coely werd de eerste rapper met een Ultimacult­uurprijs van de Vlaamse overheid onder de arm en de controvers­iële Damso onttroonde dj’s als Dimitri Vegas & Like Mike of Lost Frequencie­s als meest gestreamde artiest.

Als boegbeeld én voortrekke­r van die golf plukt Lamar er bij uitstek de vruchten van. In 2019 komt de soundtrack die hij voor de succesvoll­e Black Pantherfil­m maakte trouwens ook in aanmerking voor de Oscars. Straks moet hij een nieuwe schouw bijzetten. Blijf dan maar eens humble.

Het is wel heel kras om te beweren dat Lamar de eerste popmuzikan­t in zestig jaar is die erin slaagt om een beter werk af te leveren dan de klassieke componiste­n

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Lamar tijdens een optreden in Londen in februari.
Lamar tijdens een optreden in Londen in februari.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium