België en Israël strijden om een stoel
Vandaag vertrekt minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo naar de Verenigde Naties, een week later volgt het Belgische koningspaar: België lobbyt verwoed voor een zitje in de Veiligheidsraad. Israël is de tegenstander.
BRUSSEL I Met een ambitieuze en erg zichtbare campagne tracht België de anonieme verkiezing te winnen om vanaf 2019 twee jaar lang als nietpermanent lid te zetelen in de VNVeiligheidsraad. Die Raad telt 10 nietpermanente leden, waarvan er elk jaar vijf nieuwe leden worden verkozen. In de groep ‘WestEuropese landen en andere’ komen twee zitjes vrij. Daarvoor zijn er drie kandidaten: België, Duitsland en Israël. De stemming vindt plaats in juni.
Dat Duitsland één zitje binnenhaalt, ligt in de lijn der verwachtingen. Duitsland is machtig en efficiënt en kan bogen op een uitgebreid diplomatiek netwerk. Als gevolg vechten België en Israël een fel duel uit voor het tweede vrijgekomen zitje. Ons land heeft enige ervaring met zulke verkiezingscampagnes: al vijfmaal eerder was België een tijdelijk lid. Voor Israël zou het de eerste keer zijn, en dat zou neerkomen op een ongeziene primeur. Israël heeft een troebele relatie met de instellingen van de Verenigde Naties, van waaruit geregeld felle kritiek opstijgt op het Israëlische nederzettingenbeleid in bezet Palestijns gebied.
‘De winnaar heeft een tweederdemeerderheid nodig in de Algemene Vergadering, en de race is zeker nog niet gelopen’, zegt Jan Wouters, hoogleraar internationaal recht en internationale organisaties en voorzitter van de Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN). Dat minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) vandaag naar de VN in New York vertrekt, waar een week later het Belgische koningspaar arriveert, betekent dat de uitkomst van de strijd tussen België en Israël zeker nog niet bekend is. ‘Het belooft erg spannend te worden’, zegt Wouters.
Inhoudelijke campagne
Minister De Croo zet in op een sterk inhoudelijke campagne. Bij de Verenigde Naties zal hij onder meer een toespraak houden over humanitaire innovatie. Daarnaast staat een reeks gesprekken met vertegenwoordigers van de minst ontwikkelde landen gepland. Die gesprekken zullen nodig zijn. België heeft een stevige internationale reputatie inzake kennis over CentraalAfrika, maar daarom is de stem van de Afrikaanse landen nog niet binnen. Zo is de Congolese president Joseph Kabila, die zich vastklampt aan de macht, niet bepaald tuk op het aanhoudende Belgische pleidooi voor presidentsverkiezingen en voor respect voor de mensenrechten in Congo.
De verkiezing is geheim. Daarom komt het erop aan om vooraf zo veel mogelijk stembeloftes van landen binnen te halen. Maar hoe doe je dat? Door rechtlijnig uit de hoek te komen, of juist door kritiek wat minder scherp te formuleren? Ons land toont zich erg principieel wat betreft de Palestijnse kwestie: België nam het initiatief om Israël schriftelijk om compensatie te vragen voor vernielingen van EUontwikkelingsprojecten op de bezette Westelijke Jordaanoever. En België betaalde een bijdrage voor UNRWA vooruit, om te vermijden dat het VNagentschap voor de Palestijnse vluchtelingen na de drastische inkrimping van de Amerikaanse bijdrage op droog zaad kwam te zitten. Daar staat dan weer tegenover dat ons land flink aarzelde om één Russische diplomaat uit te zetten, naar aanleiding van de vergiftigingszaak van de Skripals in Engeland.
Ons land heeft enige ervaring met zulke verkiezingscampagnes: al vijfmaal eerder was België een tijdelijk lid van de Veiligheidsraad
Israël heeft een troebele relatie met de instellingen van de Verenigde Naties
‘Tijdens de campagne voor een kandidatuur bij de VN zoekt een land best het evenwicht op’, raadt professor Wouters aan. ‘België toont zich graag principieel, wat betreft het respect voor mensenrechten en voor de rechtsstaat. Tegelijk komen we naar buiten als een pragmatisch volk, met ruime ervaring in de zoektocht naar een compromis. Als klein land, ten slotte, hebben we ook kleinere strategische belangen. In moeilijke dossiers kunnen de Belgen zich daarom empathisch gedragen, en ook dat speelt onze kandidatuur zeker in de kaart.’