De bus der traagheid
En hop, alweer een variant op het gedwongen samenleefinterview. U weet wel, bekende mens wordt door programmamaker uitgenodigd, meegenomen of ontvoerd naar een plek ver of minder ver weg, en moet als losgeld een stuk van zijn ziel prijsgeven. Genre: de huizen van Eric Goens, de boot van Paul Jambers of de backtoyourrootsreizen van Martin Heylen. En nu is er dus de tot übercoole mobilhome verbouwde bus van Wim Lybaert, de man formerly known as de moestuinman. De Columbus, zo heet de bus, naar de ontdekkingsreiziger die van plan was om naar India te reizen maar in Amerika arriveerde en er daar dan maar het beste van maakte. Dat de bestemming minder belangrijk is dan de ontdekkingen onderweg is een filosofie die ook door de bus zindert.
Vier dagen gaat Lybaert op schok met zijn gasten. Alles doen ze in en naast de bus. Zelfs slapen, in twee minibedjes, broederlijk naast elkaar. Alleen het toilet, dat zagen we zo niet meteen, maar bon, laat bijzaken bijza ken blijven. In de bus staat ook een sjiekenbak, waaruit de gast de bestemming mag draaien. Hilde Crevits, die ministerieel relaxed in shorts en Tshirt met opdruk Feelin fine/In love over het scherm zwierde, haalde er vorige week Monaco uit, Matthias Coppens gisteren Ierland. Die bestem ming is niet meer dan een alibi om de eerste afslag te kiezen, want je hoeft geen gps te zijn om te weten dat de gezapig rijdende bus toch nooit ter plekke zal geraken. Dat besef sijpelt maar traag binnen. ‘Moeten we dan morgen om vier uur opstaan en de hele dag rijden?’ hoor je de controlefreak in Crevits op de laatste avond vragen. Ook Coppens had zo’n contro lewezen in zich huizen. De mens is nu eenmaal een doelgericht iets. Als we reizen, doen we dat als A>B. Alleen al daarom is dit een verfrissend idee: lummelen en stoppen waar het fijn lijkt. Een vis vangen onderweg, aardappelen rapen, een oud kerkje gaan verkennen, een paar kilometer joggen, de picknicktafel bovenhalen daar waar het leven lonkt, slapen waar de wereld mooi is.
Het levert niet meteen spannende televisie op, wel mooie roadtripbeelden, en aanstekelijke slowtv van het authentieke soort. Ik geloof Lybaert wanneer hij dit doet. Hij geeft niet het gevoel dat hij een hele research achter de kiezen heeft over zijn gelegenheidspassagier. Hij lijkt gewoon wat spontane praatjes te maken over van alles en nog wat, om in zijn ietwat boerse enthousiasme uiteindelijk bij een essentie uit te komen: de angst voor de dood, wat het geloof met een mens doet of, in het geval van Crevits, hoe het voelt als je zoon plots kanker krijgt. Hij piert niemand antwoorden uit de neus, is niet uit op tranentrekkerij en laat ook zelf genereus in zijn hart kijken. De gesprekken zijn zoals de rit: ze moeten niet per se ergens arriveren, maar onderweg een paar mooie momenten opleveren. En dat lukt.
De Columbus. Eén, dinsdag, 20.40 uur. ¨¨¨èè
Wim Lybaert piert niemand antwoorden uit de neus, is niet uit op tranentrekkerij en laat ook zelf genereus in zijn hart kijken