HOE MEER BELEID, HOE MEER AGRESSIE
Opvoeders of leerkrachten kunnen allemaal meepraten over ervaringen met agressieve kinderen. Het gevoel leeft dat dit een toenemend maatschappelijk probleem is. Maar niet alleen de agressie neemt toe, ook de dominantie van de managementcultuur in zorg en onderwijs.
Hoe het beleid geformuleerd én gemotiveerd wordt op papier, staat vaak niet in verhouding tot de werkelijkheid. Zoals het Mdecreet dat alle kinderen een plaats geeft in het gewone onderwijs: het is prachtig op papier, maar in werkelijkheid een groot probleem. Of zoals het vernieuwde medische schooltoezicht dat zal peilen naar de psychische gezondheid: op papier is het ook schitterend, maar niemand weet nog hoe het praktisch moet. Registraties en procedures hebben het echte werk stilaan verdrongen naar een onwerkbare achtergrond.
Elke middelgrote school of zorginstelling heeft het tussenkader enorm zien groeien. Terwijl er tezelfdertijd radicaal wordt bespaard op personeels en werkingsmiddelen. Deze hele nieuwe beleidscultuur komt vooral dit tussenkader ten goede, dat daarmee ook een machtspositie inneemt en verdedigt. Voor leerlingen of zorgbehoevenden, of voor leerkrachten en opvoeders is er weinig ten goede veranderd.
Wellicht zijn ze op een aantal terreinen slechter af. Door zo’n tussenkader loopt het gevoel van verantwoordelijkheid en autonomie sterk terug. Leerkrachten of opvoeders zijn geen mensen meer die zelf beslissingen kunnen nemen, die zich verantwoordelijk kunnen of mogen voelen voor hun klas of leefgroep. Steeds nadrukkelijker moeten zij zich vooral verantwoorden ten aanzien van de doelstellingen en de bijbehoren de procedures die zijn opgesteld door het tussenkader. Zorgverleners en leerkrachten moeten uitvoeren en registreren.
Misschien is agressie bij kinderen ook, maar niet alleen, een weerspiegeling van de managementcultuur: meer mondigheid, minder zeggenschap?
Wie ervaring heeft met agressieve kinderen, weet dat alleen een directe band met het kind opbouwen en directe communicatie kansen bieden op verandering.
Er is in deze sectoren géén nood aan een tussenkader dat zogezegd een ondersteunende rol heeft, maar vaak een controlerende rol speelt. Er is nood aan mensen die zich aangetrokken voelen om voor de klas te staan, om in de hulpverlening te stappen én die de mogelijkheid hebben om dat werk grotendeels zelf vorm te geven. Zonder zich daarbij te moeten verantwoorden volgens procedures of richtlijnen die alleen op papier zinvol lijken.
Het zou een interessant experiment zijn om in een school of een instelling de kinderen én de leerkrachten of opvoeders het meeste zeggenschap te geven, om de beslissingen in grote mate door hen zelf te laten nemen. En dan te zien of de agressie niet evenredig zou afnemen. Zonder ooit te verdwijnen.