Geen bus van De Lijn? Dan leggen we er zelf eentje in
Bornem krijgt een Bornembus, Zwijndrecht heeft al een eigen lijn, andere gemeenten hebben plannen. Ze botsen niet op het monopolie van De Lijn.
BRUSSEL I De gemeente Bornem gaat een eigen busdienst organiseren. De Bornembus zal om de twee uur door elke deelgemeente rijden, goed voor vier passages per dag. Momenteel is het gemeentebestuur op zoek naar chauffeurs, maar burgemeester Luc De Boeck (CD&V) twijfelt er niet aan dat hij die op tijd zal vinden. Op maandag 15 mei – marktdag– moet de bus voor het eerst uitrijden.
‘Wij vragen al lang aan De Lijn om ook het meer achtergelegen gebied van Bornem te bedienen, maar zij hebben daar nooit interesse voor getoond’, zegt de burgemeester. ‘Met dit proefproject gaan we na hoe groot de vraag in die gebieden is. Als die groot blijkt, kunnen we daarmee De Lijn onder druk zetten om de buslijnen over te nemen. Is het geen succes, dan stoppen we ermee.’
De gemeente zal in eerste instantie zelf alle kosten voor de busdienst dragen – zo’n tienduizend euro per maand. Maar die hoge prijs legt een zware druk op het lokale budget. ‘In november, na de gemeenteraadsverkiezingen, evalueren we of het de moeite is om de buslijn te behouden.’
Bornem is niet de enige gemeente waar bussen met lokale middelen betaald worden. In het nabijgelegen Zwijndrecht rijdt de Zwijndrechtbus al sinds begin maart door de straten. De ge meente investeerde honderdduizend euro in het project, dat voorlopig zes maanden zal lopen. ‘De frequentie van de bussen van De Lijn is te laag’, zegt burgemeester André Van de Vyver (Groen). ‘Wij zijn al heel lang vragende partij om die te verhogen, maar De Lijn gaat daar niet op in. Daarom hebben wij de taak van De Lijn op ons genomen.’
Met 130 reizigers per dag toont Van de Vyver zich tevreden over de voorlopige resultaten.
‘Of De Lijn het leuk vindt dat wij dit organiseren, betwijfel ik’, zegt de burgemeester. ‘Het gaat ook in tegen mijn eigen principes, want ik vind het openbaar vervoer een taak van de Vlaamse overheid. Maar nood breekt wet.’
Vervoer op maat
Toch zijn Bornem en Zwijndrecht geen paria’s, die het monopolie van De Lijn aan hun laars lappen. Meer zelfs: wat zij doen, is alleen maar mogelijk omdat de Vlaamse overheid daar zelf toe heeft besloten. Beide gemeentes maken immers deel uit van een proefregio voor de overgang van het huidige systeem van basismobiliteit (met voor elke Vlaming een bushalte op minder dan 750 meter, red.) naar basisbereikbaarheid.
In dat nieuwe systeem zal het openbaar vervoersnet in Vlaanderen opgedeeld worden in vier lagen. Het treinnet is de ruggengraat. Daaronder komen het kernnet en het aanvullende net, die De Lijn voor haar rekening neemt. Ten slotte kunnen lokale besturen, maar ook private spelers initiatieven nemen die als aanvullingen op het busnet fungeren: het zogeheten ‘vervoer op maat’. Dat betalen ze met eigen middelen.
De bedoeling is dat die basisbereikbaarheid eind 2020 over heel Vlaanderen uitgerold wordt. Ter voorbereiding zijn vier proefregio’s opgezet: rond Antwerpen (waar Zwijndrecht toe behoort), Mechelen (waar Bornem onder valt), Aalst en de Westhoek. Nog tot en met maart 2019 geldt in die regio’s het monopolie van De Lijn op geregeld personenvervoer de facto niet en mogen lokale besturen experimenteren en initiatieven nemen voor eigen ‘vervoer op maat’.
Ook Brasschaat, Brecht, Kalmthout en Wuustwezel horen bij de proefregio Antwerpen. De gemeenten vragen al ruim tien jaar om meer onderlinge busverbindingen en zien nu hun kans schoon. ‘We hebben al heel wat studiewerk achter de rug, maar we zijn nog op zoek naar de meest geschikte partner om het busvervoer te organiseren’, zegt Jef Van den Bergh (CD&V), schepen van Mobiliteit in Kalmthout. ‘Als het kan, heb ik het liefst dat De Lijn als vervoersmaatschappij optreedt, maar dat kan evengoed een privépartner worden.’
308 buslijnen
Reizigersorganisatie TreinTramBus staat positief tegenover die basisbereikbaarheid en de groeiende impact die het lokale niveau zal hebben. ‘Gemeentebesturen voelen heel goed aan wat de noden binnen hun grenzen en bij hun inwoners zijn’, zegt woordvoerder Kees Smilde. ‘Ze kunnen daar zeer kort op de bal spelen.’
Het gevaar dat dreigt, is dat gemeenten – die weliswaar met elkaar in overleg zullen gaan binnen vijftien ‘vervoersregio’s’ – ‘niet verder zullen kijken dan hun eigen grens’, zegt Smilde. ‘Dan riskeer je lijnen die niet op elkaar aansluiten, onlogische patronen. Hetzelfde geldt voor de tarieven en de informatiebronnen: niemand wil 308 websites voor verschillende lokale buslijnen. Daarover moet in de volgende maanden goed nagedacht worden.’
‘Ik vind openbaar vervoer een taak van de Vlaamse overheid. Maar nood breekt wet’ ANDRÉ VAN DE VYVER Burgemeester Zwijndrecht