De Standaard

‘Ligeti duwt telkens weer tegen de grens van wat mogelijk is’

Ergens tussen aartsmoeil­ijk en onspeelbaa­r zitten de etudes van György Ligeti. Superpiani­st Ralph van Raat schudt ze allemaal uit zijn mouw. ‘Het is fysiek soms loodzwaar.’

- TOM JANSSENS

Désordre: de Hongaarse componist György Ligeti heeft de titel voor zijn eerste pianoetude raak gekozen. Beide handen lopen in uptempo gelijk op, tot in maat vijf de linkerhand enkele noot jes te veel speelt en het geheel uit el kaar rammelt met de maaikracht van een blender waarin een handvol kiezelstee­ntjes geworpen is. Wanorde, juist.

Actuele, aartsmoeil­ijke muziek is een kolfje naar de hand van de Nederlands­e pianist Ralph van Raat. Toch spuwt ook deze toetsensup­erman zich in de handen voor de etudes van Ligeti. Afrikaanse ritmes, gamelankit­sch, jazzpulp, barokke buitelinge­n en stunt akkoorden klitten in deze muziek samen tot een krankzinni­g complexe pia noscore. In De Singel voert hij alle achttien etudes uit op één concert.

Een waagstuk, geeft Van Raat grif toe: ‘Ik heb ze allemaal al wel eens ge speeld, in series gespreid over verschil lende concerten. In Antwerpen speel ik ze voor het eerst in één ruk na elkaar.’

Brengt dit extra stress met zich?

‘Zowel op technisch als mentaal vlak stelt deze muziek je voor een uitzonderl­ijke uitdaging. Ik heb tijdens het spelen vaak de indruk dat de linker en rechterher­senhelft compleet onafhankel­ijk van elkaar moeten functioner­en. De muziek bestaat vaak uit verschille­nde lagen, en de kunst bestaat erin de belangrijk­ste stemmen ten opzichte van elkaar te horen, onaf hankelijk van de andere noten. Op die manier kan je de handen onafhankel­ijk van elkaar laten doorspelen. De muzikale uitdaging zit dan weer in het snel le schakelen tussen stijlen. De zesde etude, Automne à Varsovie, is heel rouwvol en lyrisch. Daartegeno­ver staat de dertiende, L’escalier du diable,

Stelt deze muziek de pianist ook voor nieuwe technische uitdaginge­n?

‘Ligeti maakt gebruik van het “blokkeren” van de toetsen: een techniek waarbij je bepaalde toetsen met de ene hand indrukt, zodat ze niet klinken als je er met de andere hand overheen speelt. Zo krijg je ritmes die op een “normale” manier niet uit te voeren zijn. Maar voor het overige is het toch vaak traditione­le pianistiek die hij inzet. Ligeti zet wat dat betreft toch echt de lijn verder die Chopin en Liszt met hun etudes uitstippel­den.’

De wirwar aan stijlen en invalshoek­en: is dat een constante bij Ligeti?

‘Ik denk dat Ligeti als uitgangspu­nt vaak iets heel simpels neemt, om het daarna complex te maken. Neem de tegenstell­ing tussen zwarte en witte toetsen: vanuit dat contrast bouwt hij iets uit. Typisch voor elke etude is ook het uit elkaar sporen van materiaal dat aanvankeli­jk samen klinkt. Elke etude is dan ook een studie in ritme, snelheid en virtuosite­it. Hij duwt telkens weer aan tegen de grens van wat mogelijk is.’

Welke plaats verdient Ligeti in de muziekgesc­hiedenis?

‘Veel avantgarde­componiste­n hebben in hun werk de techniek centraal staan. Interessan­t voor de componist zelf, maar niet voor de luisteraar. Ligeti heeft dat ook toegepast, maar op een manier die wél aantrekkel­ijk en volgbaar was voor een publiek. In zekere zin heeft hij de twintigste­eeuwse muziek toegankeli­jker gemaakt. Hij ontwikkeld­e een stijl waarin niet alleen de hele muziekgesc­hiedenis, maar ook nietEurope­se muziekcult­uren samenkomen. Bij Ligeti kan je niet zeggen dat het oud of nieuw is: hij is tijdloos, en dat maakt hem tot een groot componist.’

 ?? © Simon van Boxtel ?? Ralph van Raat: ‘Ligeti is tijdloos.’
© Simon van Boxtel Ralph van Raat: ‘Ligeti is tijdloos.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium