‘Presenteer literatuur als een verhalenmachine’
De Nederlandse letterkundige en emeritus hoogleraar Marita Mathijsen is van gedacht veranderd. Ze merkt dat studenten balen van Couperus en Multatuli. Dat vraagt een drastische ommezwaai, meldde ze deze week in De Volkskrant. ‘Liever een luie lezer dan geen lezer. Hertalen mag. Het is de enige manier om literatuur uit het verleden te redden van de vergetelheid. We leven in een cultuur van haast en snelheid, van korte zinnen. Je kunt niet verwachten dat lezers van nu de tijd nemen voor alle uitweidingen en bijzinnen in literatuur uit vroegere eeuwen. Ze gaan ook niet meer te voet naar Parijs. Ik ben nu zelfs voor inkorten.’ Is dat een goed idee?
Matthijs de Ridder: ‘Ik ben verrast dat Marita Mathijsen de handdoek in de ring gooit. Ik heb er wel begrip voor dat we de literatuur onder de aandacht moeten proberen te houden, maar inkorten en hertalen is niet de oplossing.’
‘Ik heb een andere ervaring met mijn studenten aan het conservatorium. Ik bied ze literatuur aan, niet om de literatuur, maar als verhaal.’
‘Mijn studenten mogen vrij kiezen, ook uit de populaire literatuur genre Griet Op de Beeck. Vaak komen ze toch spontaan met minder voor hand liggende werken uit de jaren 30 of de late negentiende eeuw voor de dag. Laatst was er een die Karakter van F. Bordewijk uitkoos. Ik bied een groot framework waarin ze alles kunnen plaatsen en dan blijkt toch dat ze zichzelf willen uitdagen.’
‘Het is de verplichting die het grote probleem is. Literatuur blijft een abstract begrip. Men legt nooit uit wat literatuur is. Men noemt het woordkunst. Ik zie het als een verhalenmachine, een enorm reservoir waaruit we eindeloos kunnen putten. En die verhalen blijken nog ergens over te gaan ook.’
‘Het zou erg zijn dat het allerbeste boek dat de Nederlandse literatuur heeft voortgebracht, uit zicht verdwijnt. Als je Max Havelaar voorstelt als een verhaal over Nederlanders in de kolonie en over de omgang met andere culturen, dan snappen ze meteen dat het belangrijk is.’
Dus geen inkortingen of hertalingen?
‘Er is een bijkomend probleem. We leven in een klein taalgebied. Het is dus niet evident om naast het origineel verschillende versies van een boek te publiceren. Een uitgave gaat al gauw een decennium mee voor er een nieuwe komt. Zo loop je het risico dat er op een bepaald moment voor lange tijd alleen een ingekorte en hertaalde Max Havelaar in de handel is. Zo was er van De leeuw van Vlaanderen van Conscience ooit alleen de bewerking van Karel Jonckheere beschikbaar. Hij had de helft van de roman geschrapt en zijn taal verschilde radicaal van die van Conscience.’
‘Er zijn andere mogelijkheden. Een verhaal kan naast het origineel op verschillende andere manieren verteld worden. Verstrippingen en verfilmingen kunnen goed werken om de aandacht te trekken. Zo kan de VTMserie De bende van Jan de Lichte binnenkort bijdragen om het werk van Louis Paul Boon weer onder de aandacht te brengen.’ (jap)