De Standaard

Drie engerds en een femme fatale

Olivier Rolin speelt een spel met zijn lezers, die hij in Veracruz van de hemel naar de hel stuurt. Ga vooral niet op zoek naar een betekenis.

- MARIJKE ARIJS

Van de ijzige kou van NoordRusla­nd naar het zwoele Mexico, het is maar een kleine stap voor Olivier Rolin. Twee jaar na De weerman, een eerbetoon aan een van de vele slachtoffe­rs van het stalinisme, is de Franse auteur terug van weggeweest met een flinterdun­ne roman die hemelsbree­d van de vorige verschilt. Ver

acruz is een eigenaardi­g tussendoor­tje, dat in geen enkel literair hokje past, en waarin je om de haverklap op het verkeerde been wordt gezet. ‘De literatuur is een eindeloos bedrog’, waarschuwt de verteller, die de lezer ertoe brengt zijn ideeën over het verband tussen realiteit en fictie grondig te herzien.

In de boeken van Rolin duiken vaak jonge vrouwen van het ongrijpbar­e type op. Het zijn sierlijke en bevallige, maar verraderli­jke verschijni­ngen, die na korte tijd met de noorderzon verdwijnen, zodat de verteller het nakijken heeft. Dat is in zijn jongste publicatie niet anders. In Bar El Ideal in Veracruz verzuipt een man zijn verdriet om een Cubaanse schone. Dariana is een van die etherische engelen waar de schrijver het patent op lijkt te hebben. Zachtaardi­g, maar toch geen katje om zonder handschoen­en aan te pakken, want ze is een geducht scherpschu­tter en sjouwt met een 7.65 Walther in haar handtas rond. Mexico is nu eenmaal een gevaarlijk land en een mens moet zich kunnen verdedigen. Op een dag verschijnt ze niet op de afspraak. Na verloop van tijd ontvangt de verteller een anonieme envelop met daarin vier verhalen, over drie perverse engerds en een begeerlijk­e vrouw. Het contrast tussen zijn idyllische liefdesges­chiedenis met Dariana en deze afschuweli­jke monologues intérieurs vol incest en kindermoor­d kan onmogelijk groter zijn. De lezer belandt van de hemel in de hel en vraagt zich onwillekeu­rig af waar hij dat aan heeft verdiend. Louche

Het viertal uit de verhalen bevindt zich in een kamer in een vervallen paleis in Veracruz, de havenstad waar Hernán Cortés destijds zijn verovering­stocht begon. Om de beurt komen ze aan het woord en vertellen ze dezelfde geschieden­is, ieder vanuit zijn eigen standpunt. Ignacio is een uitgetrede­n priester die wegens seksueel wangedrag uit de jezuïeteno­rde is geflikkerd, vervolgens is ingehuurd om de familiebib­liotheek te beheren en daarnaast wordt ingezet als voorlezer voor de vrouw des huizes. De echtgenoot van deze bloedmooie femme fatale, Miller, is een gewetenloz­e bendeleide­r, die zijn havanna’s aansteekt met bundeltjes gedichten, en El Griego is haar ontaarde vader – de goorlap heeft jarenlang zijn eigen dochter verkracht. Susana, de spil van het drama, is het lijdend, maar allesbehal­ve lijdzame voorwerp van hun begeerte. Samen drijft dit stelletje ongeregeld een smokkelhan­del in Cubaanse sigaren. Er hangt een permanente dreiging, die de gedaante aanneemt van een slang, een pistool, een blikkerend mes en een naderende cycloon.

Olivier Rolin heeft altijd al een zwak gehad voor avonturier­s en louche types. Zijn helden gehoorzame­n vaak aan de lokroep van verre, exotische oorden, vallen voor frisse jonge blommen, lopen geregeld een blauwtje en drinken meer dan goed voor hen is. De auteur, die zijn klassieken kent, strooit kwistig met verwijzing­en naar Quevedo, Góngora, Calderón, Valéry en Vigny, en laat zijn verteller lezingen geven met als titel ‘Proust werkt op mijn zenuwen’. Zijn ergernis geldt het gebrek aan drankoverg­oten passages in Op zoek naar de verloren tijd, maar daarin vergist de man zich schromelij­k, want bij Proust stroomt de alcohol relatief rijkelijk. De jonge Marcel gaat zich op doktersvoo­rschrift te buiten aan bier, champagne en cognac, slaat op een gegeven moment zeven of acht glazen port achter elkaar achterover en de overige personages doen niet voor hem onder. Maar dit terzijde.

In deze meerstemmi­ge roman wordt druk met registers gegoocheld. De verteller hanteert de lyrische, haast barokke stijl die Olivier Rolin eigen is, Ignacio praat zoals je dat van een gluiperige en kruiperige jezuïet verwacht, Miller redeneert zoals het een hufterige proleet betaamt en El Griego blijft steeds zijn onverbeter­lijke perverse zelf. Als lezer ga je ijverig op zoek naar verbanden, maar dat blijkt al gauw vergeefse moeite te zijn. Iedere logische of chronologi­sche samenhang berust op louter toeval. ‘We willen altijd dat alles een bete kenis heeft,’ zegt de verteller. ‘We willen dat de tijd verstrijkt zonder ooit terug te keren, dat gebeurteni­ssen elkaar opvolgen, dat boeken een bedoeling, een verborgen betekenis hebben, dat een verhaal een einde heeft’, maar waarom zou er orde moeten zijn, waarom moet alles altijd een oorzaak of een gevolg hebben? De verteller heeft zijn bekomst van lezers die alles van naaldje tot draadje willen snappen. En dus maakt hij er zich met deze slotwoorde­n vanaf: ‘Geloof geen woord van wat ik heb geschreven. En laat me nu met rust.’

Rolins helden gehoorzame­n vaak aan de lokroep van verre, exotische oorden, vallen voor frisse jonge blommen, lopen geregeld een blauwtje en drinken meer dan goed voor hen is

 ?? © NurPhoto via ZUMA Press ?? Een bloedmooie femme fatale: vaste prik voor Olivier Rolin.
© NurPhoto via ZUMA Press Een bloedmooie femme fatale: vaste prik voor Olivier Rolin.
 ??  ?? ¨¨¨¨è Olivier Rolin Veracruz. Vertaald door Katelijne De Vuyst, Vleugels, 96 blz., 20,40 €. Oorspronke­lijke titel: ‘Veracruz’.
¨¨¨¨è Olivier Rolin Veracruz. Vertaald door Katelijne De Vuyst, Vleugels, 96 blz., 20,40 €. Oorspronke­lijke titel: ‘Veracruz’.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium