De moraal van Mooiezon
Edward van de Vendel bouwt voort op de traditie van het dierenverhaal met een boodschap. Te belerend wordt het nooit.
Edward van de Vendel en Suzan T’Hooft
Het mooie dorpje Mooiezon. De Eenhoorn, 32 blz., 14,95 €
Het mooie dorpje Mooiezon opent als een traditioneel kinderboek met een sterke moraal. Alle dieren hebben hun taak. Beer houdt bijen, en heeft bloemen nodig. Die haalt hij bij Das. Das wil na het harde werk in zijn tuin graag ontspannen, en kan daarvoor terecht in het bed van Wasbeer, in ruil voor wat komkommers. Om een extra kamer te bouwen, roept Wasbeer de hulp in van Bever, die zelf op Giraf kan rekenen om zijn hout te leveren. Een terugkerende gedach te, die ook expliciet geformuleerd wordt, zorgt ervoor dat de vrede in Mooiezon bewaard blijft: ‘Dan help jij mij terwijl ik jou aan het helpen ben.’
De idyllische sfeer wordt weerspiegeld in de prenten van Suzan T’Hooft, die doen denken aan de potloodtekeningen van An Candaele, en die mooi het welbevinden van de dieren illustreren: het zijn allemaal gezellig keu
velende beestjes met men selijke trekken, tot en met een koala met een bakfiets toe. Maar net als de dieren een feest geven om al dat zorgeloze samenleven te vieren, en het verhaal in al die suikerzoete vrede dreigt te verdrinken, duikt een stoorzender op. Miereneter vraagt luidop: ‘En Grote Slome Panda, wat doet Grote Slome Panda? Helemaal niets!’ Met de eigenzinnige Miereneter doorprikt Edward van de Vendel het nutsdenken waarop het samenleven in Mooiezon gebaseerd lijkt, en al het voorgaande komt daardoor even in een nieuw daglicht te staan. De dieren nemen het echter meteen voor Panda op, en laten zien dat je niet noodzakelijk veel hoeft te doen om een bijdrage te leveren aan een groep. Bovendien stelt zich de vraag wat Miereneter eigenlijk doet, en daar heeft verrassend genoeg alleen Grote Slome Panda een passend antwoord op. Het mooie dorpje Mooiezon eindigt zo nog altijd met een stevige moraal, maar die is verrassender dan de boodschap waar het verhaal mee begon, en het leert kinderen kritisch nadenken over wat voor soort maatschappij ze willen bouwen en wie erbij mag horen. Bovendien is het verhaal opgebouwd met veel humor. Het is vermakelijk om te zien hoe Miereneter helemaal ontspoort als hij eindelijk zijn gal kan spuwen. Op de prenten worden zijn gebaren alsmaar wilder en zijn lange snuit steeds roder. Net als de dieren is het moeilijk om niet van Grote Slome Panda te houden zoals hij op de prenten weergegeven wordt, vooral op het moment waarop hij beseft dat Miereneter zijn aanwezigheid op het feest ter discussie stelt en hij plots in het middelpunt van de belangstelling komt te staan.
Edward van de Vendel en Suzan T’Hooft bouwen verder op een lange traditie van moraliserende dierenverhalen, maar geven er een eigentijdse toets aan. Kritisch den
ken en warmte gaan hand in hand, en de humor en het goed opgebouwde verhaal zorgen ervoor dat die boodschap nergens te belerend wordt.