Het spookbeeld van dure olie is terug
Stijgende vraag, krimpende olievoorraden en oplopende geopolitieke spanningen: dat is de mix die de olieprijs dezer dagen almaar hoger jaagt. Een daling van de olievoorraden in de Verenigde Staten deed de prijs van een vat Brentolie gisteren naar ruim 74 dollar per vat klimmen. Dat is de hoogste prijs in bijna vier jaar.
Op zich is dat geen verrassing. De VS versus Rusland in Syrië, raketaanvallen van Jemenitische rebellen op SaudiArabië, Trump versus een nucleaire deal met Iran, onrust in Venezuela: het aantal onrustwekkende internationale incidenten is haast niet te tellen.
Bovendien kijkt de markt met spanning naar de Opecvergadering van vandaag in het Saudische Jeddah, waar de leden van het oliekartel samen met Rusland zullen spreken over de verlenging van de huidige productiebeperkingen, die eind 2018 aflopen. Die productieafspraken zijn onverwacht succesvol. Sinds het dieptepunt rond 45 dollar vorige zomer, klom de olieprijs ruim 60 procent hoger, tot ver boven de 70 dollar. De recordprijzen van ruim 100 dollar per vat zijn nog niet in zicht, maar de olieprijs is wel bezig aan een spectaculaire remonte.
Hoe dat komt? Eind 2017 was er nog veel scepticisme over de houdbaarheid van de olieprijsrally. De verwachting was dat Opec samen met Rusland weer méér olie op de markt zou brengen. Maar de afgesproken productiebeperkingen werden goed nageleefd en zelfs verlengd tot eind 2018, waardoor de olievoorraden wereldwijd sterk daalden. Tel daarbij de toenemende mondiale vraag naar olie – een gevolg van de economische groei – en je hebt een verklaring voor het feit dat het overaanbod aan olie vandaag zo goed als weggewerkt is. De enorme reserves die er bij het begin van de Opecmaatregelen waren (ruim 300 miljoen vaten) zijn intussen gezakt tot onder de vijftig miljoen vaten.
De hamvraag is dan ook: hoeveel duurder kan een vat olie nog worden? Daarover zijn de meningen verdeeld. ABN Amro publiceerde deze week een rapport waarin een verdere stijging naar 80 dollar wordt voorspeld – een prijs die SaudiArabië ideaal vindt om zijn staatsoliebedrijf Aramco naar de beurs te brengen. Zeker als Trump op 12 mei het nucleaire akkoord met Iran afschiet.
Maar KBC en Deutsche Bank zien dat anders. Hoewel de geopolitieke spanningen de olieprijs nog maanden boven de 70 dollar per vat kunnen houden, verwachten beide banken begin 2019 een prijsdaling door de sterk groeiende schalieolieproductie in de VS. KBC ziet de prijs zelfs zakken naar 60 euro per vat. Op voorwaarde dat de Opec en Rusland de productiebeperkingen niet verlengen.
Weet u wat mij daarbij opvalt? Niemand durft nu al 100 dollar per vat te voorspellen. En niemand houdt rekening met een echte handelsoorlog tussen de VS en China. In dat laatste geval zou de olieprijs diep kunnen wegzakken, waarschuwde het Internationale Energie Agentschap (IEA) onlangs. Niet dat ik daarop hoop. Beide scenario’s zouden erg slecht zijn voor de wereldeconomie. Maar de geschiedenis leert ons dat ze niet onmogelijk zijn.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.
Niemand durft nu al 100 dollar per vat voorspellen. En niemand denkt aan een echte handelsoorlog