NIEMAND KIJKT ER NOG VAN OP
Het veroorzaakt niet eens meer een rimpeling: de regering neemt zich voor pas in 2020 het structurele tekort op de begroting naar nul te brengen. Bij haar aantreden koesterde ze het plan die doelstelling in 2018 te bereiken. Toen bleek dat dat harde ingrepen zou vereisen, zowel aan de uitgaven als aan de inkomstenzijde, verschoof de deadline naar 2019. Nu wordt het nog een jaartje later. Niemand kijkt er nog van op. Het is, ongeacht de regeringsformule, toch nooit anders geweest?
Het was van meet af aan duidelijk dat het een heksentoer zou worden om drie doelstellingen gelijktijdig te realiseren: de concurrentiekracht verhogen, de belastingdruk verlagen en de begroting in evenwicht brengen. Het was voorspelbaar dat die laatste uitdaging het eerst zou worden losgelaten. Je wint geen verkiezingen met een grote zwarte nul, zelfs niet in het ter zake gestrenge Duitsland.
De omstandigheden zijn vandaag nochtans veel rooskleuriger dan bij het begin van de legislatuur. Toen kwamen we uit een harde recessie. Nu bedraagt de groei om en bij de 2 procent. Tegelijk is de rente laag en de inflatie bedwongen. De arbeidsmarkt heeft zich hersteld. Europees blijven we bij de onderpresteerders, zeker wat de participatie van 55plussers betreft, al is er volgens de jongste cijfers stilaan beterschap. Er dient zich meer en meer krapte aan, ondanks de nog steeds aanzienlijke werkloosheid. Te veel beschikbare krachten zijn oninzetbaar of worden geacht het te zijn.
Door de lasten op arbeid te verlagen, heeft de regering, ere wie ere toekomt, ook zelf bijgedragen tot de groei. Maar het is duidelijk dat het, gezien de uitzonderlijke omstandigheden, meer had kunnen en moeten zijn. Er is voor een bescheiden inspanning gekozen. Het zou intellectueel oneerlijk zijn dat te ontkennen.
Het is meegenomen dat de druk vanuit Europa om orde op zaken te stellen niet meer is wat hij geweest is. De Commissie kan niet meer met dezelfde gestrengheid optreden, daarvoor heeft ze de autoriteit verloren. Maar een land als België met een staatsschuld ter grootte van zijn hele bbp moet uit zichzelf de kracht en de wil putten om de tering naar de nering te zetten.
Het venster gaat stilaan dicht. Met de stijgende olieprijs trekt de inflatie binnenkort wellicht toch weer aan. De dag dat de rente zal stijgen, komt dichterbij. En de voorspoedige conjunctuur blijft niet eeuwig duren. Achteraf zal blijken dat dit bij uitstek de jaren waren om grondig te hervormen, zonder al te veel pijn. Dan zullen we merken hoe ernstig de toekomst over de aanwending van die unieke ruimte zal oordelen.
Dit waren bij uitstek jaren om grondig te hervormen, zonder veel pijn