‘In de gevangenis konden ze de hele dag op hun bed blijven liggen en jointjes roken’
BRUSSEL I Sommige geïnterneerden geven aan dat ze liever in de gevangenis waren ge bleven, omdat ze daar tenminste met rust werden gelaten. In een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) moeten ze therapie volgen. Dat ontlokte Inge Jeandarme, hoofdarts in het FPC Antwerpen, de uitspraak dat in het begin veel wordt geklaagd, ‘want in de gevangenis konden ze de hele dag op hun bed liggen, tvkijken en jointjes roken’.
‘Ik fronste toch eens de wenkbrauwen toen ik dat las’, zegt hoofddocent Freya Vander Laenen (UGent). Zij doet onderzoek naar drugsgebruik in gevangenissen. Uit een bevraging bij gedetineerden (niet bij geïnterneerden) blijkt dat een op de drie meldt in de cel drugs te gebruiken. Vooral cannabis is populair. ‘Niemand ontkent dat in gevangenissen drugs worden gebruikt. Maar het beeld dat gebruikers met rust worden gelaten, is een brug te ver.’
‘Er staan straffen op’, zegt Dirk Vandevelde, de directeur van De Kiem, een centrum dat drugsgebruikers therapie aanbiedt. ‘Wie betrapt wordt, kan privileges kwijtspelen. Er kan ook een procesverbaal worden opgemaakt.’
‘Een jointje roken is door de geur moeilijk te maskeren’, zegt Vander Laenen. ‘Het klopt dat veel gedetineerden creatief zijn om drugs binnen te smok kelen en te verbergen. Niet alles komt boven water.’
Dr. Jeandarme heeft dus een punt? Vander Laenen: ‘Ik snap wat ze bedoelt: dat geïnterneerden in de psychiatrie veel meer worden gedwongen om aan hun probleem te werken en dat ze die druk veel minder ervaren in de gevangenis, waar het aan zorg ontbreekt. Er zit een kern van waarheid in, maar ik vond de uitspraak kort door de bocht.’
Henri Heimans, eremagistraat van het Gentse hof van beroep en bekommerd om het lot van geïnterneerden in gevangenissen, kan zich wel in de uitspraak vinden. ‘Er zijn drugscontroles in gevangenissen, maar alleen wanneer er aanwijzingen van gebruik zijn. In een FPC moeten patiënten urinecontroles ondergaan, in een gevangenis niet. Er zijn amper drugsvrije afdelingen. Er is gewoon veel meer gebruik mogelijk.’
Het grote probleem is dat zowel voor gedetineerden als geinterneerden in gevangenissen te weinig aanbod van zorg en therapie is. ‘In de gevangenis gaat de gezondheid van de mensen erop achteruit’, zegt Heimans. ‘Weet u dat het FPC in Gent met veel patiënten die uit de gevangenis kwamen, eerst naar het ziekenhuis moest omdat zij tal van kwalen hadden? Suikerziekte, hernia, tandproblemen … Zelfs de gewone medische zorg in de gevangenissen laat te wensen over.’
Vander Laenen beaamt: ‘Het is niet omdat gevangenissen het roken van een jointje niet door de vingers zien, dat ze al grote stappen vooruit hebben gezet inzake drugshulpverlening. Wie met verslavingsproblemen naar de gevangenis moet en veel geluk heeft, komt bijvoorbeeld op de drugsvrije afdeling in Brugge of Hasselt terecht en vindt na zijn straf direct aansluiting bij de drugshulpverlening. Maar in tussentijd gebeurt er niets.’
Conclusie: het beeld dat geïnterneerden ongestoord op hun cel een jointje kunnen roken, is bij de haren getrokken. Maar in de gevangenis ontbreekt het hen aan therapie die ze in de forensische psychiatrie wel moeten volgen.