Meer windenergie, maar energieatol gekelderd
Een nieuw Belgisch plan voor de Noordzee reserveert ruimte voor een tweede windenergiezone en een kunstmatig eiland, maar niet langer voor ‘energieatollen’. Het plan toont meteen dat de Noordzee een steeds grotere rol speelt voor onze economie, onze ener
BRUSSEL I Het wordt dit weekend aan de kust dringen voor een plekje op het strand. Maar ook verderop in zee is het een heksentoer aan het worden om iedereen een plaatsje te geven.
Dat leert het nieuw marien ruimtelijk plan voor het Belgische deel van de Noordzee voor de periode 20202026. De bevoegde staatssecretaris, Philippe De Backer (Open VLD), heeft vrijdagmorgen groen licht gekregen van de regering Michel voor dat plan. Het trekt de grenzen voor wat vanaf 2020 kan en niet kan op zee.
Wat alvast niet meer mogelijk lijkt, is de aanleg van een energieatol. Dat was nochtans het paradepaardje uit het vorige marien plan.
Het idee om het teveel aan elektriciteit van de windenergieparken op zee tijdelijk op te slaan door middel van energieatollen is afgevoerd wegens te duur, is te horen bij de huidige staatssecretaris. Tommelein had er destijds een plekje voor gereserveerd voor de kust van De Haan en Heist. In het plan van De Backer is er geen spoor meer van terug te vinden.
Het nieuwe paradepaardje is het voorbestemmen van een gebied van 221 vierkante kilometer in de Belgische Noordzee voor de uitbouw van een tweede grote windenergiezone. Die situeert zich langs de Franse grens, zo’n 35 tot 40 kilometer van de kust.
Kerncentrales
In de eerste zone, nabij de Nederlandse grens, is de uitbouw van de windenergieparken overigens nog volop aan de gang. Als alle windmolens (ruim 400) er zullen staan, zullen ze goed zijn voor een capaciteit van 2.200 megawatt. Momenteel staat de teller op bijna 900 megawatt. Er zijn nog wel twee bijkomende parken in aanbouw. En daarna moeten er nog drie volgen.
Volgens De Backer zal dankzij de tweede zone de capaciteit van windenergie op zee tegen 2030 zo goed als verdubbeld worden tot 4.000 megawatt. Ter vergelijking: de vijf grootste kerncentrales van ons land zijn elk goed voor circa 1.000 megawatt.
De ontwikkeling van de eerste windparken op zee heeft overigens heel lang geduurd en veel geld gevergd. De staatssecretaris voor de Noordzee gelooft dat de uitbouw van de nieuwe windenergiezone veel sneller kan gaan. In stilte hoopt hij dat ze een eind voor 2030 operationeel zal zijn.
Een van de grote vernieuwingen is dat kandidaatinvesteerders zullen moeten deelnemen aan een veiling. In de hoop dat er dan projecten opduiken die geen subsidies meer nodig hebben, een van de pijnpunten tot nog toe. De Backer wil nog voor het einde van de huidige regeerperiode de veilingprocedure volledig op punt zetten. Zodat de volgende regering in de loop van 2019 onmiddellijk op zoek kan naar kandidaatinvesteerders.
In de windenergiesector wordt het windenergieplan van De Backer positief onthaald, maar tege
De grote uitdaging is de aansluiting van de nieuwe windenergiezone op het hoogspanningsnet aan de wal
lijk worden grote vraagtekens gezet bij de haalbaarheid van de ambitieuze timing van de staatssecretaris. De grote uitdaging is de aansluiting van de nieuwe windenergiezone op het hoogspanningsnet aan de wal, is te horen.
Extra hoogspanningslijn
Staatssecretaris De Backer hoopt dat de elektriciteit via de splinternieuwe Stevinlijn, die vertrekt vanuit Zeebrugge, naar het binnenland vervoerd kan worden. Maar de Belgische hoogspanningsbeheerder Elia acht een volledig nieuwe bijkomende grote hoogspanningslijn van de kust naar het binnenland onvermijdelijk. Woordvoerder Marleen Van Hecke meldt dat deze aansluiting een belangrijk luik wordt van het ontwikkelingsplan voor de periode 20202030. Dat plan is momenteel in de maak.