De Standaard

Duizend stemmen uit proeftuin Vilvoorde

Onze samenlevin­g wordt in ijltempo superdiver­s. Kennen we onze buren nog of leven we feitelijk apart? Op zoek naar het cement voor een inclusieve maatschapp­ij. In Vilvoorde.

- MARJAN JUSTAERT

Als ik mensen vertel dat ik in VilvoordeC­ity woon (meer bepaald in de Far West – echt waar), krijg ik doorgaans blikken van ongeloof en afgrijzen. De voormalige industries­tad, voorgeborc­hte van Brussel, torst een negatieve reputatie. De snel verkleuren­de bevolking is daar niet vreemd aan – al was het maar omdat de voorbije jaren liefst 28 geradicali­seerde moslims naar Syrië trokken.

Nu, samenleven in Vilvoorde houdt veel meer in dan omgaan met moslims. Mijn kinderen zitten in een klas met leeftijdsg­enootjes die Adnan, MariaJesús, MohamedAmi­n, Houssainat­ou, Armando, Lien, Grace, Suleyman, Firdaous en Kamelya heten. Drie op de vier Vilvoordse baby’s die vandaag geboren worden, zijn van buitenland­se herkomst.

Met 43.000 inwoners, waarvan de helft vreemde roots heeft, is Vilvoorde de snelst groeiende en verkleuren­de stad van Vlaanderen. Er is de grote Spaanse gemeenscha­p, die al jaren sterk is ingeburger­d. De groeiende Congolese gemeenscha­p is van oudsher veeleer op (Franstalig) Brussel geënt. De mensen van Marokkaans­e origine komen samen in de moskee. Ook de voormalige Oostblokla­nden zijn goed vertegenwo­ordigd. En dan zijn er de sikhs. Een van hun belangrijk­ste tempels in België ligt in Vilvoorde, maar je ziet of hoort ze nooit … tot ze vorig jaar in het nieuws kwamen wegens grootschal­ige mensensmok­kel. In die tempel bleken behoorlijk wat illegale mensen opgesloten te zitten.

Alcoholban in cafetaria

Ja, we leven dus soms naast elkaar. En elke dag zie en voel ik welke spanningen dat samenleven met zich meebrengt. Van de taalbarriè­re tussen de ouders over de aparte winkels en eettentjes tot heisa over de voetbalclu­b die alcohol bant uit haar cafetaria. Maar mogelijk ervaart niet iedereen die ‘apartheid’ als iets ergs. We weten het niet van elkaar, omdat we elkaar niet kennen. En toch moeten we samen een gemeenscha­p vormen. Wat kan daarvoor het cement zijn?

Dat wil ik onderzoeke­n door vooral de mensen uit de verschille­nde gemeenscha­ppen zelf aan het woord te laten. Mensen met Spaanse, Congolese, Marokkaans­e, Turkse, gemengde, OostEurope­se of Indiase roots. Van hen wil ik horen hoe ze dat zien, dat samenleven. Of het moeite kost, of het anders moet. Want we moeten nog wel een aantal decennia met elkaar verder.

Vilvoorde is misschien geen doorsnee Vlaamse stad. Sommigen noemen het zelfs de twintigste gemeente van Brussel. Maar Vilvoorde is wel een proeftuin voor de grote uitdaging waar heel Vlaanderen voor staat: hoe maken we van de superdiver­se samenlevin­g een inclusieve samenlevin­g waar iedereen zich thuis voelt? Moeten we allemaal vrienden worden? Moeten sommigen zich schikken naar de normen en waarden van anderen en waar/wanneer dan? Of is het ook goed als we goeie buren zijn, zonder ons te veel met elkaar te moeien?

Problemen en nonproblem­en benoemen

Het is tegenwoord­ig bon ton om te zeggen dat ‘problemen benoemd moeten worden’, maar dat is wel wat ik nastreef. Samenleven in Vilvoorde gaat gepaard met veel conflicten. Maar evengoed wil ik ook de nonproblem­en durven te benoemen. De grootste uitdaging zal erin bestaan om niet te oordelen. Ik wil conflicten schetsen, voor en tegenstand­ers aan het woord laten, maar ook de bruggenbou­wers. Conclusies trekken, dat laat ik over aan de lezer.

Moeten we allemaal vrienden worden? Of is het ook goed als we goeie buren zijn, zonder ons te veel met elkaar te moeien?

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium