Als de taal kleur moet bekennen
De discussie over ‘blank’ en ‘wit’ stemt Joris Luyendijk optimistisch. Het is een teken dat de integratie op gang begint te komen. En natuurlijk gaat dat met conflict gepaard.
Is het velletje van uw pottenkijker nu wit of blank? De spiegel geeft geen uitsluitsel en te rade gaan bij andere talen kan ook niet. Frans, Engels en Duits hebben slechts één term. En dan zijn er nog mensen die be weren dat die talen zoveel rijker zijn dan het Nederlands!
Onlangs gaf hoofdredacteur Marcel Gelauff aan dat zijn NOS Journaal voortaan spreekt van ‘wit’ in plaats van ‘blank’. Die laatste term heeft in onze taal over wegend positieve connotaties, terwijl je zwart bijna alleen in een negatieve con text tegenkomt: zwartmaken, zwart kijken, een zwarte dag. ‘Wit’ kan ook wel iets negatiefs hebben (‘wit wegtrekken’), maar duidelijk minder dan de vaak inkt zwarte bijklanken van zwart. Niet voor niets noemen in GrootBrittannië nogal wat nietwitten zich nu brown – waarbij het vast helpt dat het fascisme met zijn bruinhemden daar een minder groot trauma is dan bij ons. De uitdrukking ‘een donkerbruin vermoeden’ bestaat er ook al niet.
Hoe dan ook was er na dit volgende sal vo in de nieuwe taalstrijd ook in Vlaande ren ophef. Onder de titel ‘Dat zelfvoldane clubje dat onze taal aan het vergiftigen is’ haalde columniste Mia Doornaert met verve uit naar voorstanders van ‘wit’. ‘De taal is nu eenmaal de taal’, stelde ze in haar boze stuk (‘Ik heb het nu gehad’). Iets verderop vervolgt ze: ‘Waakzaamheid is geboden tegen de politieke contaminatie van de taal.’
Mijnenveld
Dezelfde controverse ontvlamde deze maand opnieuw toen spelletjesfabrikant 999 Games stilletjes de naam van zijn strategische bordspel ‘De Kolonisten van Catan’ bleek te hebben veranderd in ‘Catan’. De achtergrond is dat het spel gaat over land inpikken en de term ‘kolonisten’ taalkundig best dicht bij het woord kolonialisme ligt – u weet wel, dat fundamenteel ontwrichtende regime van systematische uitbuiting, bloedige bezetting en schaamteloze apartheid in, ik zeg maar wat, Suriname, Indonesië en Congo.
De term verdween uit de naam van het spel en opnieuw riepen de identitairen in woedend koor: soumission! Waar houdt dit op? Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (NVA) deed wat op zo’n moment van hem wordt verwacht en verwittigde de wereld op zijn Facebookpagina: ‘Het is allemaal onze schuld en het enige wat wij – blanke Europeanen – nog mogen voelen, is SCHULD EN SCHAAMTE.’
De nieuwe leider van de VVD in Nederland Klaas Dijkhoff stelde iets rustiger: ‘Ik ben de hele discussie over dit soort verwijzingen naar het kolonialisme zat. Er zijn échte problemen die meer aandacht verdienen.’
De Standaard deed er goed aan dit debat direct de pagina’s in te trekken (DS 5 april), al blijft dit een mijnenveld van de eerste orde. Kwaliteitskranten beloven namelijk objectief te berichten, maar ze moeten dit doen met een instrument, de taal, dat niet objectief kan zijn.
Neem het IsraëlischPalestijns conflict. Of moet dat het ‘zionistischPalestijns’ conflict zijn? Of het ‘IsraëlischArabisch conflict? Je hebt daar gebieden die op de kaart meestal ‘Gaza’ en ‘Westelijke Jordaanoever’ worden genoemd. Zijn die ‘betwist’ of ‘bezet’? Voor de Israëlische publieke opinie waren ze ‘betwist’ en gingen de onderhandelingen over de vraag welk deel van het gebied Israël ging ‘opgeven’. Voor de Palestijnse publieke opinie waren de gebieden ‘bezet’, en draaiden de onderhandelingen over het tijdsschema waarlangs Israël al die gebieden ging ‘teruggeven’.
Wie de taal aan beide kanten volgde, had aan het begin van het vredesproces al kunnen voorspellen dat het zou mislukken. Niet alleen spraken de