De Standaard

‘We mogen nooit onze zelfbeheer­sing verliezen’

Een chassidisc­he jood leidde haast tot een identiteit­scrisis bij CD&V. Voorzitter Wouter Beke trekt conclusies na een woelige week. ‘Niemand hoeft zich te moeien met de manier waarop mensen hun geloof organisere­n. Maar wie mandataris wil worden, moet de p

- BART BRINCKMAN JANFREDERI­K ABBELOOS FOTO BART DEWAELE

‘Iedereen staat ooit voor verrassing­en. Iedereen beleeft weleens een week die hij niet wil beleven. Wie elders denkt daarvoor champagne te moeten drinken, kan mor gen een fles azijn voor de deur vinden.’

Aan Wouter Beke gaat geen impulsieve voorzitter verloren, hij leidt CD&V nu al acht jaar. (onverstoor­d) ‘Wie training nodig heeft in zelfbeheer­sing, mag gerust eens langskomen. Ik begreep de gejaagdhei­d, ze ker nadat iemand (Hendrik Bogaert, red.) via de radio de druk had opgevoerd. Maar het bleef een kwestie van respect.’

De mogelijke komst van de chassidisc­he jood zette deze week zijn partij op stelten. Aron Berger, die uit traditie vrouwen geen hand geeft, overschree­d een ‘rode lijn’. Het voornemen van Kris Peeters leidde intern zelfs tot het proces van de Antwerpse lijsttrekk­er. De brokken zijn reëel. De guillotine lijkt klaargezet om bij tegenvalle­nde resul taten de spreekwoor­delijke kop te laten rol len.

‘Ik erken de sentimente­n binnen de frac tie,’ zegt Wouter Beke, ‘ook onze burge meesters roerden zich. De vraag is wel of je dan de media moet opzoeken.’ Wordt die animositei­t veroorzaak­t door een gebrek aan vertrouwen? Heel wat CD&V’ers leven op een vulkaan. ‘Dan nog mogen we nooit onze zelfbeheer­sing verliezen.’

De tussenkoms­t van Hilde Crevits, Vlaande rens populairst­e politica, voedt de perceptie dat de macht verschuift.

‘Op het moment dat zij sprak in het Vlaams Parlement, overlegde ik op mijn kantoor met Kris (Peeters, red.). Hilde wilde niet per se de eerste zijn. Haar communicat­ie, die onder ons gedrieën was doorgepraa­t, leidde ertoe dat we in alle rust aan een oplossing konden werken. Soms zien

journalist­en dingen die er niet zijn.’ Die oplossing bleek niet te werken.

‘Dat is waar. Het gaat om een traditie binnen de joodse gemeenscha­p. Het debat liep. Maar het resultaat was: als men mij vraagt om geforceerd handen te schudden, dan trek ik mijn kandidatuu­r in.’

‘Het engagement kon enkel binnen de gekende krijtlijne­n. Vorig jaar schreef ik in ons ledenblad Ampersand dat een hand ge ven deel uitmaakt van onze politieke cul tuur (als reactie op een conflict tussen onderwijsm­inister Hilde Crevits en de Iraanse ambassadeu­r, red.). Wie zich publiek engageert, moet voor een stuk die publieke cul tuur omarmen. We vragen van onze manda tarissen ook dat ze Nederlands spreken in de gemeentera­ad.’

‘In de publieke ruimte moet er plaats zijn voor zingeving en geloof. Niemand hoeft zich te moeien met de manier waarop mensen dat organisere­n. Maar wie mandataris wil worden, moet de publieke cultuur respectere­n. Wie dat niet kan, denkt beter twee keer na alvorens op de lijst te staan.’ Het was een primeur geweest.

‘Daarom vind ik het ook jammer. En ik vind het even jammer dat we er de afgelopen dagen niet in slaagden om daarover beheerst te spreken.’

‘Ik lees dat ik sneller tussenbeid­e had moeten komen. Het is toch een kwestie van respect dat ik eerst met de betrokkene­n spreek? Als een lokale afdeling moeite doet om voor het eerst in 500 jaar een chassidisc­he jood te engageren, dan ga ik ze niet om halfacht ’s morgens in de gracht rijden.’ Tien jaar geleden passeerde dit geruisloos, nu heerst identitair­e zenuwachti­gheid.

‘Precies twintig jaar geleden schreef ik een artikel over de Vlaamse identiteit (Vlaamse identiteit en cartografi­sche illu

sies, in Vlaanderen Morgen, red). Identiteit heeft een persoonlij­ke kring en leeft binnen een gemeenscha­p. Geloof en zingeving ma ken daar deel van uit. De christende­mocratisch­e rijkdom is net dat ze dat ten volle erkent, terwijl anderen dat willen wegwissen of zelfs culpabilis­eren. Maar om elkaar te verstaan, hebben we een minimale con sensus nodig. Pas dan kunnen we dat to taalbeeld belichten en zelfbewust met an deren in dialoog gaan.’ Om Rik Torfs te parafraser­en: ook Indiërs en Japanners geven elkaar geen hand. Wat is het probleem?

‘Ik respecteer daar hun beleefdhei­dsvormen. Bij ons is een hand geven dat teken van respect.’ De partij was boos op Peeters, maar Peeters was ook boos op de partij. Antwerpen telt karakteris­tieken die een gewone centrum stad overstijge­n.

‘Ik begrijp dat. Antwerpen is niet zoals andere steden, maar bijvoorbee­ld Genk en Roeselare, die ongeveer even groot zijn, zijn sociologis­ch evenmin met elkaar te verge lijken.’

‘Ik hoop nog steeds op een kandidaat uit de joodse gemeenscha­p. Tegelijker­tijd ver lang ik dat we anders met elkaar omgaan. Een engagement voor gemeentera­adsverkiez­ingen is erg nobel. Als voortaan iedereen bang moet zijn voor wat hij ooit op Facebook heeft gezegd of met wie hij op de foto heeft gestaan ...’ Aron Berger was veroordeel­d wegens dief stal.

‘Dat was een verrassing, ja. Dat deed de deur helemaal dicht. De discussie was afgerond, maar toch.’ Houdt Peeters u op de hoogte van zijn Antwerpse avonturen?

‘De grote lijnen. Ik wist dat er iemand uit de joodse gemeenscha­p kwam. En vanuit de SintEgidiu­sgemeensch­ap. Jan De Volder vind ik een mooie aanvulling. Hij bewijst hoezeer het geloof een basis vormt voor een engagement. Zij die het geloof willen privatiser­en, beseffen niet hoezeer ze het engagement uit de samenlevin­g bannen.’ Dat privatiser­en heeft alles met de islam te maken.

‘Dat weet ik. De Antwerpse burgemeest­er maakt van joodse scholen geen probleem. Maar als Genkse ouders een islamschoo­l willen oprichten, dan schreeuwt zijn partijgeno­te Zuhal Demir moord en brand. Voor alle duidelijkh­eid: ik vind zo’n islamschoo­l ook niet noodzakeli­jk bevorderli­jk voor de integratie. Maar hier worden politieke spelletjes gespeeld. In tegenstell­ing tot haar voorzitter fulmineerd­e ze ook tegen een kandidaat van de joodse gemeenscha­p.’ U nodigt andere geloofsgro­epen uit om deel te nemen aan die publieke ruimte. Niet elke Vlaming lijkt daar klaar voor.

‘Dat klopt. Maar Vlaanderen is niet afgesloten van de wereld. Wanneer grenzen vervagen, moeten we zelfbewust zijn over onze identiteit. We mogen ze van buitenaf niet laten bedreigen, maar ook niet van binnenuit. Dat gebeurt door politici die het huidige klimaat gebruiken om de scheiding van kerk en staat zo scherp in te vullen dat het geloof wordt geproblema­tiseerd. Kennen we onze identiteit, geschieden­is en tradities dan niet meer? We zijn kinderen van de verlichtin­g, maar de verlichtin­g is eveneens een kind van het christendo­m. We zijn allemaal kleinkinde­ren van het christendo­m.’ Binnen uw partij is de bandbreedt­e groot. Bogaert wil de hoofddoeke­n verbieden, Mieke Van Hecke begrijpt de fuss niet.

‘Wie kinderen inschrijft op een school, kiest voor een pedagogisc­h project. Dat kan bepalen of hoofddoeke­n al dan niet worden toegelaten. Als je dat niet aanvaardt, kies je beter een ander project. Dat is net de waarde van onze vrije schoolkeuz­e.’

‘Mensen mogen hun eigen visie vertolken. Maar op het einde van de rit geldt enkel het programma. Wie het daarmee niet eens is, moet een congres overtuigen.’ Nu klinkt u politologi­sch correct …

‘Politici die het geloof willen privatiser­en, beseffen niet hoezeer ze het engagement uit de samenlevin­g bannen’

‘Bedankt, volgende vraag.’ … maar uw concurrent houdt ondertusse­n de regie met een klare boodschap.

‘Voor mij geldt wat we hebben afgesproke­n.’

Toen Van Hecke enkele weken geleden naar ‘De afspraak op vrijdag’ trok, vroeg u haar vooraf om terughoude­ndheid. Het toont de gevoelighe­id.

‘Juist omdat ze een persoonlij­ke mening verkondigd­e over de keuze voor hoofddoeke­n op school en niet het partijstan­dpunt.’

‘Bij CD&V geldt slechts één visie, wie daarvan afwijkt, spreekt enkel in eigen naam. En ik grijp in als iemand echt uit de band springt. Maar wij zijn geen stalinisti­sche partij waar de grote leider spreekt en de rest maar moet volgen, zelfs al is het dik tegen uw goesting. (grijns) Wie dat verkiest, heeft een andere optie.’ U gelooft in een Europese islam, Pieter De Crem niet.

‘Ik vertrek vanuit de realiteit.’

De Crem ook.

‘De realiteit maakt dat de islam sedert 1974 als godsdienst is erkend. De realiteit is dat heel wat mensen dat geloof aanhangen. Aan radicalise­ring moeten we paal en perk stellen. Koen Geens heeft daar verschille­n de maatregele­n voor genomen. Maar als die islam hier is, dan kan je er toch alleen maar voor zorgen dat ze in Europese inzichten en in een westerse traditie wordt ingebed?’ In Nederland schuift het CDA, in Duitsland schuift de CSU. ‘De islam hoort niet bij Duits land’, klinkt het. Wat doet u?

‘Sommigen ontdekken pas vandaag het identiteit­sdebat. Mijn politieke engagement is gebouwd op het bewustzijn dat een mens pas mens kan zijn in zijn relatie tot een gemeenscha­p. Om deel uit te maken van die gemeenscha­p moet er een minimale consensus zijn. Dan spreken we over de grondwet, de rechten van de mens, funda mentele waarden die niet in de grondwet staan ... Wie zich binnen die grenzen wil engageren in zijn geloof, kunnen we enkel aanmoedige­n. Wie de sharia wil invoeren, hoort hier niet thuis.’

‘We moeten actiever opkomen voor onze normen en waarden. Het grote probleem is dat mensen niet meer weten waar ze voor staan. En dan verstenen. Actief pluralisme, de organisati­e van onze gezondheid­szorg, de vrije schoolkeuz­e, het Rijnlandmo­del – dat groei met sociale vooruitgan­g combineert, allemaal maken ze daar deel van uit. Daarop mogen we best fier zijn. Dat moeten we niet opgeven omdat we bang zijn voor de ander.’ Kan de islam ooit een deel worden van onze identiteit?

(Denkt lang na) ‘Niet op dezelfde manier als het christendo­m. Je kan de geschieden­is en de traditie niet weggooien. Niet iedereen gaat wekelijks naar de kerk, maar in december staat overal een kerstboom met een kerststal. De islam kan dat nooit op dezelfde manier invullen. Maar ook onze identiteit is evolutief. De Vlaamse identiteit werd niet in 1302 afgeklopt en vervolgens in marmer gebeiteld.’

‘Mensen mogen hun eigen visie vertolken. Maar op het einde van de rit geldt enkel het programma’

 ??  ?? ‘We zijn kinderen van de verlichtin­g, maar de verlichtin­g is eveneens een kind van het christendo­m. We zijn allemaal kleinkinde­ren van het christendo­m.’
‘We zijn kinderen van de verlichtin­g, maar de verlichtin­g is eveneens een kind van het christendo­m. We zijn allemaal kleinkinde­ren van het christendo­m.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium