De Standaard

Het materiaal is het medium

Expo ‘The brutal play’ toont werk van tien beeldhouwe­rs die zich uitdrukken in een minimalist­ische vormtaal. Een modulair huis van Jean Prouvé fungeert er als discrete figurant.

- SAM STEVERLYNC­K

In 1944 bouwde de Franse architect Jean Prouvé een demonteerb­aar huis om te beantwoord­en aan een nijpend tekort aan woningen. De prefabcons­tructie, opgetrokke­n uit gestandaar­diseerde panelen, was een goedkope manier van bouwen. Hoewel de democratis­ch bedoelde constructi­e niet zo populair was tijdens Prouvés leven, zijn dergelijke ‘paviljoens’ tegenwoord­ig zeer gegeerd bij kunst en designverz­amelaars. Hubert Bonnet, de ondernemer achter de privékunst­ruimte CAB, ondergebra­cht in een prachtig gerestaure­erde kolenopsla­gplaats uit de jaren dertig, is een van hen. Nadat zijn aankoop eerst alleen werd tentoonges­teld, vond er een tentoonste­llingstrip­tiek plaats waarin de constructi­e, met wisselend succes, werd ingezet voor thematisch­e tentoonste­llingen.

Voor de sculptuurt­entoonstel­ling The brutal play krijgt de prachtige constructi­e nog een laatste rol, alvorens op meer discrete wijze in de ruimte te worden ingezet als bibliothee­k. Ramen, deuren en dak werden voor de gelegenhei­d verwijderd om onderdak te bieden aan de even modulaire sculptuur van Charlotte Pose nenske. Zij is bekend door haar constructi­es in gegalvanis­eerd staal, die wat doen denken aan ventilatie­pijpen. Die kunnen gecombinee­rd worden volgens verschille­nde configurat­ies. Zo krijgt de curator medezeggen­schap in de uiteindeli­jke vorm van het werk.

Revolution­air

De Spatial constructi­ons van de Russische constructi­vist Aleksandr Rodtsjenko kunnen tot op zekere hoogte gezien worden als de voorloper van Posenenske­s werk. Met eenvoudige blokjes hout maakte die con structies in verschille­nde constellat­ies. Niet alleen de keuze voor goedkoop materiaal, ook de manier waar op hij emotie verbande voor een ana lytische benadering was revolution­air. Zijn gedachtego­ed lijkt ook ver der te leven in dat van Carl Andre, van wie een sculptuur te zien is van acht bij acht blokken rood cederhout.

Aan gevestigde namen uit de ge

schiedenis van de beeldhouwk­unst geen gebrek. Maar ook de jongere ge neratie komt aan bod. De bijdrage van Karsten Födinger doet nog het meest denken aan het skelet van een betonconst­ructie. Hij presenteer­t het hier als autonoom beeldhouww­erk. In de binnentuin toont Kilian Rüthe mann een sculptuur in polyuretha­an die moet fungeren als sarcofaag. Door het werk buiten op te stellen, spelen de elementen erop in en wordt het als het ware gebeeldhou­wd door de natuurkrac­hten.

Ook de bijdrage van Ramon Feller incorporee­rt de notie van tijd. Hij toont een betonnen sculptuur in

Vvorm die aan de hand van mechanisch­e kabels extreem traag wordt opgetrokke­n en op termijn zichzelf zal vernietige­n.

De geselectee­rde werken spelen elk op eigen wijze in op de eigenschap­pen van het medium. Curator Matthieu Poirier brengt hier een beknopte en subjectiev­e selectie van minimalist­ische beeldhouwk­unst. Leuk, maar wat oppervlakk­ig, zoals de verwijzing naar brutalisme in de titel die nauwelijks wordt uitgewerkt. Net zoals Prouvés huis dat hier eerder een bijrol speelt dan een glansrol.

 ?? © Reiber & Partners ?? Op de voorgrond: werk van Carl Andre. Op de achtergron­d: het demonteerb­are huis van Jean Prouvé.
© Reiber & Partners Op de voorgrond: werk van Carl Andre. Op de achtergron­d: het demonteerb­are huis van Jean Prouvé.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium