Laat die klokken maar luiden
Klokkenluiders worden vaak vogelvrij verklaard. Dat Europa hen beter wil beschermen, kan JAN DE PAEPE alleen maar tevreden stemmen.
Geregeld stuiten mensen in hun bedrijf of organisatie op misstanden. Door die cruciale en gevoelige informatie aan de media door te spelen, nemen ‘klokkenluiders’ risico’s voor zichzelf en voor de organisatie waarvoor ze werken. De Europese Commissie plant een initiatief om een wettelijk kader uit te werken dat voldoende bescherming biedt. Die nieuwe regeling zal vandaag aan het publiek worden voorgesteld.
Persvrijheid
Vaak zijn klokkenluiders sterk geengageerde mensen die, ogenschijnlijk vanuit het niets, uit de biecht klappen en praktijken onthullen die voor hen niet door de beugel kunnen. Als het fenomeen zich voordoet, reageren de directe omgeving en het management doorgaans uitermate onhandig en emotioneel en ontkennen ze alles.
Klokkenluiders handelen meestal op eigen houtje, waardoor ze kwetsbaar zijn. Ze worden in de hoek geduwd en gebrandmerkt als ‘nestbevuilers’. De gevolgen laten zich het sterkst voelen wanneer hun hiërarchische oversten en soms zelfs hun werkmakkers afwijzend reageren. In die benauwde sfeer plooien ze zich terug op zichzelf. Steun vinden ze alleen in een beperkte kring van medestanders en bij kritische onderzoeksjournalisten. De persvrijheid is geen overbodige luxe.
Kenmerkend is ook dat ze heel goed weten waar het om gaat en wat de consequenties van hun onthullin gen zijn. Voor ze uit de biecht klappen, maken velen van hen een proces van onrust en bewustwording door, waarbij ze tientallen keren alle argumenten op een rij zetten en de afweging maken of er een andere uitweg is. Finaal blijken klokkenluiders het bijna altijd bij het rechte eind te hebben en wordt de samenleving beter van hun onthullingen. Daarom is het absoluut noodzakelijk om klokkenluiders beter te beschermen.
Vandaag zal de Europese Commissie een ontwerp van richtlijn voorstellen om klokkenluiders beter te beschermen. Die beschermingsregeling komt er niet vanzelf. Er ging een intens proces aan vooraf waarbij 85 gerenommeerde Europese ngo’s als Transparency International, vakbonden, beroepsorganisaties van journalisten en Europarlementariers de handen in elkaar sloegen en druk uitoefenden. Ze deden dat via een whistleblowerplatform.
Bedrijfsgeheim
Voor de juridische grondslag van een specifieke beschermingsregeling moeten we terug naar juni 2016. In hun ijver om een sterk innovatiebeleid te voeren en de ondernemingen beter tegen oneerlijke concurrentie te beschermen, vaardigden het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie toen een richtlijn uit om vertrouwelijke bedrijfsinformatie beter te beschermen.
Toen ze de aansprakelijkheidsregels strenger maakten, gingen ze wel heel ver. Dat heel specifieke bedrijfs informatie, zoals productieprocessen, intellectueel eigendom, klantenbestanden en ledenlijsten worden afgeschermd, tot daaraan toe. Maar de tekst vult het begrip ‘bedrijfsgeheim’ zo ruim in dat werknemers, die hun job dicht tegen het management uitoefenen en over heel wat ‘gevoelige’ informatie beschikken, het benauwd kunnen krijgen wanneer ze op oneerlijke praktijken stoten. De erg ruime verjaringstermijn, bijvoorbeeld, kan voor veel kenniswerkers een rem betekenen voor hun jobmobiliteit. Eenvoudigweg van job veranderen, kan risico’s inhouden.
Uiteindelijk is en blijft de rechtbank, en niet de dreigende werkgever, bevoegd om te oordelen over de impact en de schade van een ‘misdrijf’ als bedrijfsinformatie lekken. Als erkende Europese sociale partner voor professionals en managers en als partnerorganisatie van het Europees Vakverbond kon Eurocadres met gericht lobbywerk enkele uitzonderingen afdwingen die nodig zijn om het algemeen belang te vrijwaren, zoals de zorg voor welzijn, milieu en vrije meningsuiting.
Klokkenluiders handelen meestal op eigen houtje, waardoor ze kwetsbaar zijn. Ze worden in de hoek geduwd en gebrandmerkt als ‘nestbevuilers’
Shoppen
Het is afwachten hoe de bescherming er precies zal uitzien. We ijveren voor een ‘horizontale bescherming’ die in heel Europa van toepassing is om te voorkomen dat malafide personen of organisaties gaan shoppen in functie van de lidstaat met de laagste graad van bescherming.
Er zijn nog veel vragen, zoals of de regeling al dan niet beperkt moet zijn tot strafbare of onethische feiten. Wat in één lidstaat strafbaar is, is dat nog niet automatisch in een andere.
De bescherming wordt het liefst zo breed mogelijk ingevuld en spreidt zich daarom het best uit over zowel de private als over de publieke sector. Ze moet ook mikken op alle types van medewerkers: werknemers, freelancers, stagiairs, en dat vanaf de aanwerving tot nadat de samenwerking is stopgezet.
Het zou verstandig zijn om duidelijke structuren op te zetten en af te spreken waar potentiële klokkenluiders zowel intern als extern kunnen rapporteren. Belangenconflicten zijn steeds mogelijk. Als er passende gedragscodes moeten worden geschreven, kan het sociaal overleg zeker een rol spelen.