Leger schiet met scherp op ‘vampieren’
In verschillende steden in Nicaragua komen betogers op straat tegen de sandinistische president Daniel Ortega. Maar die slaat terug, en hard.
BRUSSEL I Op de website van de regeringsgetrouwe krant El Nuevo Diario kun je de moord op journalist Ángel Gahona volgen. Terwijl hij in de donkere straten van Bluefields op Facebook live verslag doet van de protesten, wordt hij in het hoofd geschoten. Zijn collega, die achter hem wandelde en filmde, heeft het allemaal opgenomen. Je kunt niet zien wie het schot heeft afgevuurd, maar een getuigde vertelde dat de enige gewapende mensen in de buurt politieagenten waren.
Naargelang van de bron zijn er de afgelopen vier dagen tussen de 10 en 26 doden gevallen in de protesten tegen de Nicaraguaanse president Daniel Ortega, de man die ooit het gezicht was van de linkse sandinistische revolutie. Ze zijn allen neergeschoten. Zeker honderd mensen zijn gewond. De betogingen tegen de regering, die eerst alleen in hoofdstad Managua plaatsvonden, breiden zich uit naar de andere steden.
De concrete aanleiding was het plan van de regeringOrtega om de pensioenuitkeringen met 5 procent te verminderen en de bijdragen van werkgevers en werknemers aan de sociale zekerheid op te trekken. Ze hoopte daarmee 203 miljoen euro extra in kas te krijgen om zo de financiële problemen van de sociale zekerheid op te lossen – die er kwamen als gevolg van wanbeleid. De regering wilde die maatregel eenzijdig opleggen, zonder goedkeuring van het parlement, noch die van de werkgevers en vakbonden.
De gewezen chef van de pensioenkas, Róger Murillo, waarschuwde in La Prensa dat deze hervorming tot een ‘bloedbad’ bij de bevolking zou leiden. Hij vreesde dat veel gepensioneerden niet meer zullen rondkomen en dat veel werknemers moeten bijklussen om uit de kosten te geraken.
‘Criminele bendes’
Maar de onvrede zit veel dieper. Veel Nicaraguanen hebben het op dit moment moeilijk. De prijzen van voeding en basisvoorzieningen zijn gestegen, de werkloosheid groeit, de productiviteit daalt en de armoede stijgt, vertelt politiek analist Oscar René Vargas aan het Spaanse persagentschap Efe. Vargas stond vroeger welwillend stond tegenover de sandinisten, maar zegt nu dat de betogingen een duidelijk signaal zijn van de bevolking aan de regering.
Daniel Ortega reageert hard. Afgelopen weekend zei de president dat de jongeren die op straat komen geen idee hebben door wie ze gemanipuleerd worden. Hij suggereerde dat criminele bendes de aanstokers van het geweld zijn. Zijn echtgenote, vicepresidente Rosario Murillo, noemde de betogers ‘vampieren die bloed willen om hun politieke agenda te voeden’. De regering heeft in de belangrijkste steden het leger en leden van de Sandinistische Jeugd op straat gebracht om de betogers te bestrijden. Amnesty International maakt zich ernstig zorgen over de reactie van de overheid. ‘De slachting van betogers die gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting zal de geschiedenis ingaan als een van de donkerste periodes in het recente verleden van het land’, zegt Erika GuevaraRosas, directeur LatijnsAmerika, in een persbericht.
De dictatoriale Somoza’s
Nicaragua is wel een en ander gewoon qua geweld. Het heeft tientallen jaren burgeroorlog achter de rug. In de jaren 6070 probeerden linkse revolutionairen het regime van de dictatoriale familie Somoza omver te werpen. De huidige president, Daniel Ortega, was een van de leiders van die revolutie. Sinds de val van de laatste Somoza in 1979 heeft Ortega verschillende keren aan het hoofd van het land gestaan. Sinds 2007 is hij aan zijn derde ambtstermijn bezig. De voorbije dagen riepen de woedende betogers dat ‘Ortega en Somoza dezelfden zijn’.
Ortega zei zaterdag op tv dat de betogingen werden gefinancierd door extremistische organisaties uit de Verenigde Staten. Hij beweerde dat de opposanten via terreur en onveiligheid het imago van het land willen schaden om uiteindelijk de macht over te nemen. Hij kondigde ook aan dat hij bereid was om de hervormingen van de sociale zekerheid te herbekijken. Na zijn toespraak kwamen de jongeren weer op straat.
Volgens Ortega hebben de jongeren die op straat komen geen idee door wie ze gemanipuleerd worden