Disney doet wat het in zijn films veroordeelt
In ‘Avengers: infinity war’ komen al de superheldenfilms van Marvel samen. Een heel decennium is hier naartoe gewerkt. Maar voor Disney is dit nog maar het begin.
Er is geen stoppen aan de macht van Marvel. De nieuwe superheldenfilm van Disneys stripafdeling zal de kassa’s luider laten rinkelen dan de donder van Thors hamer. Avengers: infinity war is onderweg naar de succesvolste première ooit, voorbij de 248 miljoen dollar van Star wars: The Force awakens.
Dat mag ook wel: het zou een van de duurste films ooit zijn, met een geschat budget tussen 300 en 400 miljoen dollar. Maar vooral: hier wordt al een decennium lang naartoe gewerkt, dit is een spanningsboog van tien jaar. Hier
komt het hele Marveluniversum samen: Iron Man, Thor en Hulk doen mee, maar ook Captain America, Doctor Strange en de voltallige Guardians of the Galaxy.
Al die superhelden kregen sinds 2008 hun eigen films, zo goed als altijd kassuccessen op hun eigen kracht. Als je die bij elkaar voegt, voeg je ook de fans van die afzonderlijke films samen. Dat zag je al gebeuren bij de twee vorige Avengersfilms: allebei in de top tien van succesvolste films aller tijden. Maar dit keer doet ook SpiderMan mee én Black Panther, die nog maar net zelf een kassucces scoorde.
Zuchten van herkenning
Het is indrukwekkend hoe producent Kevin Feige dit tien jaar geleden al uitdacht: het concept dat je de superhelden in elkaars films kan laten opduiken, om er zo één universum mee te creëren. Hier wordt niet twee jaar vooruit gepland, maar meteen tien.
Net zo is het knap hoe het broederlijke regisseursduo Anthony en Joe Russo er in deze film in slaagt om al die superhelden hun eigenheid te laten behouden. Misschien helpt hier het grotere Imaxscherm wel, want de personages verschillen sterk in grootte – dit is de eerste Hollywoodfilm ooit die volledig op (digitale) Imaxcamera’s werd opgenomen.
Belangrijker is dat ze zowel het script als de regie kraakhelder houden. Als je bij de Guardians komt, is de toon pure fun: pesterige lolletjes onder elkaar, met hun bekende liefde voor discotunes. En als je in Wakanda komt, betreed je moeiteloos de Afrikaanse sfeer van Black Panther. Dat is de aantrekkingskracht van deze film: de fans slaken zuchten van herkenning wanneer ‘hun’ helden verschijnen, vaak in onverwachte combinaties.
Het pleit voor de Russo’s dat dit nooit verwarrend wordt. Ze houden de plot doodsimpel: al de superhelden moeten de krachten bundelen tegen één vijand, Thanos (een gigantische Josh Brolin). Die is uit op de vijf magische Infinity Stones, die hem almacht over het universum zullen verlenen. Al de rest is daaraan ondergeschikt.
Dat is meteen ook het probleem: er moeten zoveel personages de revue passeren, dat er geen ruimte overblijft voor karakterontwikkeling. Een existentiële vaderdochterconfrontatie komt niet uit de verf en aan vrouwelijke superhelden is er een schrijnend gebrek. Er is ook geen plaats voor emotie; het dendert maar voort, van knokpartij over intergalactische achtervolging naar slagveld.
Niet alleen in die zin heeft Avengers: infinity war zijn titel niet gestolen. Ook de strategie van Disney lijkt wel op een eindeloos offensief om de wereldhegemonie. In Disneys films staat almachtige ambitie in een kwaad daglicht – zoals die van Thanos en Darth Vader – maar als bedrijf legt het veel minder scrupules aan de dag.
De krant The Guardian verge leek de manier waarop Thanos de Infinity Stones verzamelt al met Disneys groeiende collectie aan entertainmentbedrijven. In 2006 kocht het animatieconcurrent Pixar, in 2009 volgde Marvel, in 2013 Lucasfilm, eigenaar van Star wars. Dat deed het in totaal voor meer dan 15 miljard dollar.
Dat waren borrelnootjes vergeleken met de recente overname van 21st Century Fox, voor zo’n 52 miljard dollar. Als die deal rond is, kan Disney XMen, Deadpool en Fantastic Four toevoegen aan zijn superheldenplakboek, maar lijft het ook Alien, Avatar en The Simpsons in. Tot nu toe hielden de zes grote Hollywoodstudio’s elkaar in evenwicht, maar Disney stevent af op een marktaandeel van 39 procent. En dan heb je het alleen over de films, niet over de merchandising en de pretparken die al twee keer zoveel opbrengen als de films.
Speelbal
De marketingstrategie wekt bewondering op, maar komt ook met een bedroevende voorspelbaarheid. Het is alsof je nu al kan raden wat de succesvolste films van de komende tien jaar worden, te beginnen met een Han Solofilm, een Frozensequel, een reboot van Dumbo en het tweede deel van Avengers: infinity war. Want, spoiler, die laatste staat gepland voor 3 mei volgend jaar. En, spoiler, dit eerste deel eindigt met zo’n gedurfde cliffhanger dat de fans niet anders kunnen dan reikhalzend uitkijken. En nee, dat zal niet het einde zijn van de Marvelfilms, dit is nog maar het begin.
Ergens zou een mens toch hopen dat het filmpubliek meer is dan een speelbal van een uitgekiende strategie. De superheldenfilms voelen aan als noodlottig. Stopt dit dan nooit? ‘Je denkt dat dit lijden is?’, dondert het booswicht in Avengers: infinity war. ‘Nee, dit is net verlossing.’
De marketingstrategie wekt bewondering op, maar komt ook met een bedroevende voorspelbaarheid