Na de aanranding, de beats
SYNTH POP JENNY WILSON Exorcism Goldmedal ¨¨¨¨è
De Zweedse synthpopartieste Jenny Wilson doet op haar vijfde album met enkel een analoge synthesizer verslag van een aanranding waarvan ze het slachtoffer was. Ze zoekt naar een directe, onbezoedelde muziektaal die dramatisch is waar nodig, en kwetsbaar waar gewenst. In opener ‘Rapin’ zingt ze hoe ze zich na de aanval opnieuw moest uitkleden bij een dokter, en zichzelf kwijtraakte – de animatievideo is prachtig, en dat hij meer ‘dislikes’ krijgt dan ‘likes’ is erg verontrustend. Verdere songs gaan in op Wilsons verdediging (‘nee, ik gaf geen toestemming’), op een identificatieronde (‘Disrespect is universal’), op het simpel zoeken naar een reden (‘The prediction’). De beats zijn vaak hard, schril en dansbaar, maar dan vanuit woede en onbegrip. Er zit vaak ook iets kinderlijks in de eenvoudige melodieën. Op het einde treedt iets van catharsis in: liefde dient opnieuw herkend te worden (‘It’s love’) en ‘Forever is a long time’ gaat over genezen. Dit is een aangrijpend, helder moment van #MeToo. (vpb) PETER VANTYGHEM
RAP J. COLE KOD Dreamville ¨¨¨èè
‘Time will tell who is on my side’, croont een soulvolle Kill Edward op het vijfde album van J. Cole. Het is een alias van de rapper zelf, die zo afrekent met het verwijt dat hij zich te goed voelt voor features. Cole is een buitenbeentje, een ongekroonde superster met evenveel haters als lovers. Het zal hem worst wezen. ‘How about you just get the fuck off my dick?’ bijt hij van zich af. Nou. Op zijn vorige plaat vond Cole een nieuw bewustzijn in het zog van Black Lives Matter. Opnieuw zijn de beats loom en de vibe jazzy, maar hij schopt jonge rappers die zichzelf en de harde werkelijkheid van hun wankele vaderland ontvluchten in syrup, Xanax en andere roesmiddelen, een geweten. ‘KOD’ staat voor ‘kids on drugs’, maar ook voor ‘King overdosed’ (Cole pleit zelf niet onschuldig) en ‘Kill our demons’: na het onverbloemde relaas over zijn aan alcohol verslaafde moeder volgt de loutering. En Coles goede raad? ‘Meditate, don’t medicate.’ (tzh)
JAZZ DAN WEISS Starebaby Pi Recordings ¨¨¨¨è
Vijf van de allerbeste jazzmuzikanten van vandaag houden ook wel van heavy metal. Onder leiding van drummer Dan Weiss (die alle muziek schreef) maken ze hier hun droom waar en serveren ze een mengvorm van zware metalen, avantgardejazz en bevreemdende synthesizers met een Twin Peaksgevoel. Ben Monder laat zijn gitaar grommen, brullen en janken. Af en toe produceert hij die atmosferische klanken waar David Bowie zo verlekkerd op was (Monder speelde op diens Black star). Craig Taborn en Matt Mitchell creëren op piano hier en daar een rustpuntje, maar dompelen de muziek met hun synthesizers vooral onder in een surreëel sfeertje. Trevor Dunn is de geknipte bassist voor dit soort muziek. Hoogtepunten zijn ‘The memory of my memory’ en ‘Episode 8’, twee uitgekiende, lange stukken waarbij u spontaan gaat headbangen. Op 7 juli te zien op Gent Jazz. Als daar maar geen burenruzie van komt. (pdb)
POP ALEXIS TAYLOR Beautiful thing Domino ¨¨¨èè
‘Home taping is killing music, don’t you know/ Skateboarding is not a crime anymore’, zingt Alexis Taylor op zijn vierde soloalbum. Geen idee wat de frontman van Hot Chip daarmee bedoelt, maar vast staat dat hij graag een nostalgische bril opzet. Opvallender is hoe zijn muziek steeds beter de twilight zone tussen elektronisch en organisch verkent. In de geest van Todd Rundgren klutst hij vrijelijk stijlen en sounds door elkaar. Zijn zucht naar weemoed druipt van de Lennonachtige ballad ‘I feel you’, maar interessanter zijn de songs waarin hij zijn fantasie stut op een krakkemikkige groove. In ‘Dreaming another life’ knarst een gitaar als oude tramwielen over elektronische rails, ‘Beautiful thing’ zipt no wave aan protohouse en in de rug van ‘Roll on tapes’ buitelen vreemdsoortige klanken over elkaar. Wanneer de baslijn verder rolt in ‘Suspicious of me’, hoor je ‘Riders on the storm’ op een discobeat. Mooi, niet meer, niet minder. (tzh)
KLASSIEK MESSIAEN: CATALOGUE D'OISEAUX PierreLaurent Aimard, piano Pentatone ¨¨¨¨è
Toen Olivier Messiaen in 1961 de vraag kreeg zichzelf te omschrijven, was zijn antwoord: ‘Een musicus, want dat is mijn beroep. Een ritmoloog, want dat is mijn specialiteit. Een ornitoloog, want dat is mijn passie.’ Enkele jaren eerder had Messiaen de laatste hand gelegd aan zijn Catalogue d’oiseaux: een enorme, tweeënhalf uur durende pianocyclus als hulde aan Gods schepping in het algemeen en vogels in het bijzonder. Wie zich verwacht aan zeemzoete of vederlichte muziek, heeft het mis. Omnipotente akkoorden en daverende bassen, onvoorspelbare tinkelingen en trillers, obsessieve meerstemmigheid en wild repeterende ritmes: de schriftuur van deze cyclus is virtuoos en virulent. De vertolking van PierreLaurent Aimard, die nog bij Messiaen studeerde, zet de blinkende originaliteit van deze muziek in de verf. De drie veertjes in het cddoosje krijgt u er gratis bij. Niet voor duivenliefhebbers. (tjb)
POP ANNEMARIE Speak your mind Warner ¨¨èèè
Bent u in de steek gelaten door een partner waarin u veel geïnvesteerd had, en bent u daar zuur over? Dan is het debuut van de Britse AnneMarie u op het lijf geschreven. De helft van Speak your mind bestaat uit rancuneuze anthems over partners die meer aandacht hadden voor zichzelf/hun homeboys/andere vrouwen dan voor AnneMarie. Helaas gebeurt dat met een niet bepaald gouden combinatie van sérieux en dancepop. Enkel het heerlijke ‘Ciao adios’ voegt de broodnodige zelfrelativering toe. Die laatste song kent u vanop de radio.
AnneMarie wil deze plaat al sinds 2016 uitbrengen maar stootte op muziekindustriële hindernissen. Het verklaart waarom nieuw materiaal als ‘Bad girlfriend’ of ‘Trigger’ gedateerd klinkt: de platte EDMdrops hadden het een jaar geleden vast beter gedaan op Spotify. ‘You were 2% my lover, 98% waste of time’, sneert AnneMarie in ‘Cry’. Welaan dan: idem dito. (ndl)
KLASSIEK BARTÓK: VIOOLCONCERTO’S Christian Tetzlaff / Finnish Radio Symphony Ondine ¨¨¨¨¨
Christian Tetzlaff trekt zo weinig aandacht dat je haast zou vergeten dat hij een van de beste violisten van het ogenblik is. Toen een krant hem eens confronteerde met de opmerking dat veel klassieke muziekliefhebbers hem niet kennen, antwoordde Tetzlaff: ‘Ja, das ist normal so.’ Totaal abnormaal is dan weer zijn instinct om van elke noot of frase een wereld op zich te maken. Zijn langverwachte opname van Bartóks beide vioolconcerto’s is dan ook een van de platen van het jaar. In concerto nummer twee weet Tetzlaff Bartóks modernistische folklorisme zo persoonlijk en authentiek in te maken dat deze muziek niet zomaar klinkt, maar argumenteert, fluistert, blaft, snauwt en bijt. In het eerste, jeugdige concerto bereikt Tetzlaff een dimensie waarin schoonheid en treurnis in elkaars verlengde liggen. En wat dirigent Hannu Lintu aan opwindende geluiden uit zijn orkest tovert, is ronduit superieur. Grandioze plaat, blind aan te raden. (tjb)