Peterbos, waar zijn de ouders?
Het gedrag van de jongeren die kasseien naar politieagenten en journalisten gooien in de Peterboswijk, is ronduit crapuleus. Ze denken dat ze boven de wet staan en proberen de lakens uit te delen door andere bewoners schrik aan te jagen, aan te vallen en de sfeer te verzieken.
De burgemeester, de politie en het parket moeten dringend de krachten bundelen om de wijk onder controle te krijgen. De daders moeten worden opgespoord, opgepakt en bestraft. De aanstelling van een aparte magistraat die de klachten verzamelt, is een goede eerste stap (DS 24 april), maar de wijk heeft ook een buurtinformatienetwerk nodig dat de bewoners engageert en info verzamelt. Ook stadsmariniers zouden nuttig kunnen zijn: die zijn vertrouwd met een bepaalde wijk en de bewoners en kennen er de specifieke uitdagingen. Zo kunnen stadsmariniers overlast als drugscriminaliteit, vuile straten of lawaai mee aanpakken.
Het criminele gedrag is maar wat aan de oppervlakte komt. Onderliggend schuilt er iets anders: een opvoedprobleem. Waar zijn de ouders van deze jongeren? Dezelfde vraag kon je stellen bij de voetbalrellen aan de Beurs vorig jaar en de incidenten aan het Muntplein.
Heel wat ouders in de grootstad hebben geen vat meer op hun kinderen. Ze leven niet altijd in makkelijke omstandigheden, worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen, verliezen aanzien in de ogen van hun kinderen en missen soms het zelfvertrou wen om een positieve voorbeeldrol op te nemen. In het licht van die uitdagingen zijn we verplicht de ouders bij te staan, daar waar het op eigen kracht niet lukt. Kinderen opvoeden en hun respect en verdraagzaamheid bijbrengen, is essentieel. Het is niet omdat een gezin een moeilijke periode kent dat het ouders ontslaat van hun opvoedkundige taak.
We hebben de problemen in de Peterboswijk niet afgewacht en zijn vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) al gestart met een project van buurtvaders. Naar Amsterdams voorbeeld willen we de vaders en vaderfiguren meer betrekken bij de opvoeding van kinderen en jongeren. We willen van hen opnieuw gezagsfiguren maken in hun omgeving door hen te on dersteunen en de nodige vorming te bieden. Ook via het Huis van het Kind werken we met aanstaande ouders en beklemtonen we hun verantwoordelijkheid.
Na het noodzakelijke repressieve werk van politie en parket moeten we met de bewoners en de ouders werken aan buurten met problemen, zoals Peterbos. We moeten voorkomen dat de kinderen van vandaag de relschoppers van morgen worden.