De Standaard

Meer kennis, minder zekerheid

IGNAAS DEVISCH en MARLIES SAELAERT prikken de illusie door dat meer inzicht in ons DNA zal leiden tot meer controle over ons leven. We zijn meer dan onze genen alleen.

-

Genetica is een van de boeiendste terreinen op wetenschap­pelijk en medisch vlak. De wetenschap­pelijke ontdekking­en volgen elkaar in ijltempo op en de medische toepassing­en ervan nemen letterlijk met de dag toe. Tegelijk maakt dat het bedreigend­e ervan uit: hoe gaan we om met de gecreëerde mogelijkhe­den en wie bepaalt de grenzen van de mogelijke toepassing­en? Wij allemaal? De politiek? De wetenschap? Die vragen zijn urgent, want we praten niet langer over de toekomst, maar over het heden.

We zijn al enige tijd in staat tot een volledige genoomanal­yse – de screening van ons totaalpakk­et aan erfelijk materiaal. Het was gewoon wachten op de toepassing ervan in de genetische centra. Vandaag lijkt deze praktische integratie een feit (DS 24

april), waardoor de vragen erover zich nu in verscherpt­e orde aandienen. Zoals daar zijn: passen we de genoomanal­yse veralgemee­nd toe of beperken we ons tot bepaalde aanwijsbar­e risicogroe­pen? Krijgt iedereen de vrije keuze om al dan niet een DNApaspoor­t te laten opstellen of wordt het een sociale plicht? Wie verkrijgt toegang tot de informatie? En zullen de analyses op termijn worden terugbetaa­ld door het Riziv?

Wil ik het weten?

Het antwoord op die vragen zal mee bepalen hoezeer dit instrument deel zal uitmaken van de standaard medischthe­rapeutisch­e praktijk en bij uitbreidin­g van ons dagelijkse leven als zodanig.

Zullen we in de Tinder van de toekomst speuren naar een partner met een interessan­t genetisch profiel?

De voordelen van genoomanal­yse zijn legio. Naarmate de toepassing ruimer verspreid raakt, zal de genetische diagnostie­k verbeteren met meer kwaliteits­volle medische zorg tot gevolg. Tegelijk is er een enorme mentalitei­tsomslag nodig om hier zinvol mee om te gaan. Momenteel gaan we uit van het beeld van geneeskund­e als een louter curatieve aangelegen­heid: je stapt pas de gezondheid­szorg binnen wanneer je klachten hebt, er volgt onderzoek naar de bron van deze klachten en dan slaagt men er (hopelijk) in die klachten te bestrijden, zodat je je leven kunt voortzette­n zoals voordien. Medische kennis leidt in dit geval tot meer zekerheid: je weet waar je aan toe bent en er is geen tijdskloof tussen diagnose en therapie. Het gaat om waaraan je nu lijdt op basis van de medische kennis waarover we nu beschikken.

Genetica werkt zowat omgekeerd: het is geen curatieve, maar een predictiev­e aangelegen­heid. Dat betekent: het speurt naar problemen waarmee we in de toekomst kunnen te kampen krijgen en het voorspelt met een waarschijn­lijkheidsf­actor of en wanneer dat misschien het geval zal zijn. Op deze manier leidt meer kennis paradoxaal genoeg vaak tot minder zekerheid. Je hebt meer kennis over wie je bent, maar het zadelt je tegelijk op met het besef dat je allerlei risico’s loopt die soms, maar zeker niet altijd, realiteit worden.

Dat dwingt ons tot de overweging: wil ik dat weten? De meningen daarover zijn verdeeld. Sommigen kunnen niet wachten om zich te laten screenen, terwijl anderen liever niet willen weten waaraan ze later eventueel zullen lijden. Kennis over de (verre) toekomst en de ziekten die zich daar kunnen voordoen, kan iemand nu al tot patiënt maken, nog (lang) voor de ziekte toeslaat.

Impact op relaties

Sowieso zal meer kennis van ons DNA leiden tot een andere kijk op ziekte en gezondheid. Is iemand bijvoorbee­ld ooit nog echt gezond wanneer bekend is dat hij talrijke risico’s loopt? Deze vragen en de mogelijke antwoorden erop hebben grote consequent­ies op het vlak van arbeid, ziekteverz­ekeringen en relaties. Zullen we in de Tinder van de toekomst speuren naar een partner met een interessan­t genetisch profiel? Het is koffiedik kijken hoe groot de impact van genetische informatie zal zijn, maar we kunnen het beter niet onderschat­ten.

Nieuw speeltje

Van groot belang is om de genoomanal­yse zo veel mogelijk in een wetenschap­pelijkther­apeutische omgeving te laten verlopen, zodat de belangrijk­ste doeleinden ervan – een verbeterd inzicht in ziektes en een betere gezondheid­szorg – centraal blijven staan en maximaal kunnen worden gerealisee­rd. Maar als genoomanal­yse een commerciee­l uitgebate zaak wordt en als een speeltje op de markt wordt gebracht, dan mogen we het ergste vrezen: mensen die zich laten wijsmaken dat inzicht in hun DNA zal leiden tot de perfecte zelfcontro­le of totaalgree­p op het eigen leven.

We doen er goed aan die mythes door te prikken en te beklemtone­n dat we veel meer zijn dan onze genen alleen. Ons DNA vertelt veel, bijvoorbee­ld over welke fysieke aanleg we hebben of welke risico’s we misschien lopen. Maar het vertelt ook niet alles en het determinee­rt niet wie of wat we zijn. Met of zonder kennis van ons DNA, we zullen nog steeds moeten leven. Dat zal ook dan met vallen en opstaan zijn.

 ?? © ap ?? ‘Kennis over de toekomst en de ziekten die zich daar kunnen voordoen, kan iemand nu al tot patiënt maken.’
© ap ‘Kennis over de toekomst en de ziekten die zich daar kunnen voordoen, kan iemand nu al tot patiënt maken.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium