De Standaard

SLECHT IS DE NORM

- MAARTJE LUIF Maartje Luif is journalist en schrijver. Haar column verschijnt tweewekeli­jks op woensdag.

De borstel van de stoffer en blik was stuk. Het handvat lag in tweeën, omdat ik dacht dat ik een vastgekoek­t restje viezigheid wel even weg kon schrobben met het harde randje voor aan de veger. Het was al de derde keer dat ik het handvat van zo’n plastic borstel brak, wat te denken geeft over mijn aanpak van vastgekoek­te restjes, maar ook over de kwaliteit van het handvat. Weemoedig dacht ik terug aan vroeger, toen een blik nog van blik was en een veger van hout. Met een beetje discipline ging zo’n setje een half leven mee.

Ik vroeg me af waar je als bewuste consument nog een degelijke, duurzame stoffer en blik kon kopen en sloeg aan het googelen. Al klikkend realiseerd­e ik me wat ik aan het doen was: ik researchte de ingrediënt­en van een stoffer en blik om te voorkomen dat ik bijdroeg aan verspillin­g en het liefst ook aan misbruik, vergiftigi­ng en ontheemdin­g. Terwijl het natuurlijk veel logischer zou zijn als dit de norm was: dat grondstoff­en zorgvuldig gebruikt worden en dat niemand ziek of arm wordt door mijn behoefte aan poetsgerie­f. Het zou pas kloppen als ik als een ware gangster moeite zou moeten doen om aan schadelijk­e spullen te komen.

Let wel: ik ben niet van de gemakzucht­ige soort, want als je principes hebt, kun je je er nu eenmaal niet met de Franse slag van afmaken. De discipelen van de weldenkend­heid moeten nee zeggen tegen de snelste weg en offers brengen voor hun normbesef, dat is het hele idee achter principes. Maar de laatste tijd besteed ik avonden aan ingrediënt­en en materialen navorsen en uitdoktere­n wat de meest haalbare manier is om een bewuste consument te zijn. En dan nog weet ik vaak niet wat ik wel en niet moet kopen.

Want slecht is de norm in bijna alles. Slechte kwaliteit, of slecht voor de omgeving, slecht voor de gezondheid, of slecht voor de planten en dieren, slecht voor arbeidsoms­tandighede­n, of slecht voor de verdeling van kapitaal en goederen, en in veel gevallen is het een combinatie van die factoren. Als je rekening wilt houden met je budget en het welzijn van jezelf en anderen, moet je op elk gebied een specialist zijn en ongeacht het onderwerp een ingewikkel­de kostenbate­nanalyse maken. Nodeloos om te zeggen: dat is ondoenlijk.

De afgelopen week zocht ik uit waar ik het beste een ethische hypotheek kan afsluiten, hoe ik aan inheemse tuinplante­n kom, waar ik mensvriend­elijke wandelscho­enen kan krijgen en welke sojaproduc­ten wel deugen. Nog afgezien van het feit dat al dat gegoogel veel stroom verbruikt, is het natuurlijk het toppunt van surrealism­e dat ik een avondstudi­e nodig heb voor een boodschapp­enlijstje, en dat mijn weloverwog­en keuzes vervolgens tientallen gemotorise­erde kilometers vergen.

Ik kan wel zwelgen in zelfmedeli­jden omdat het aanbod mij dwingt tot een dagtaak, maar dat is de omgekeerde wereld: want het aanbod volgt de vraag. En de vraag is niets anders dan wat wij kopen. Wij, allemaal, individuee­l en dat dan weer opgeteld. Dus ik kan mijn zelfbewust­e koopgedrag hier in de spotlights zetten, maar zolang ik soms toch nog in de auto stap om een paar straten verderop vraag te creëren naar een product waar elders op de wereld iemand de prijs voor betaalt, ben ik een deel van het probleem. Bovendien maak ik nog niet zo lang doordachte keuzes en geven de cijfers over de verkoop van duurzame en eerlijke producten aan dat velen nog moeten beginnen met nadenken.

‘Ethische kledij laat Belgen koud’, kopte de krant (DS 23 april). Het laat ons helemaal niet koud, dacht ik eerst. We willen wel, maar we kunnen niet. Ik dacht aan het stofferenb­likaanbod, de speurtocht naar inheemse tuinplante­n en de keren dat ik door Leuven sjouwde, vastberade­n om een verantwoor­de onderbroek te scoren. Maar toen realiseerd­e ik me dat de gevolgen van mijn aanschaf me nagenoeg koud lieten toen ik de drie waardeloze plastic stoffers kocht, en zo zijn er tal van producten die ik vroeger nooit als wegwerppro­duct zou hebben beschouwd.

Hoewel ik de eerste ben om te zeggen dat je structurel­e problemen niet individuee­l moet oplossen, ben ik op het vlak van koopgedrag de tegenoverg­estelde mening toegedaan. Want waar vraag is, ontstaat aanbod, en wij, de kooplustig­en, kunnen individuee­l nog heel wat aan ons inkoopbele­id veranderen, voordat we naar anderen wijzen. Dat slecht de norm is, komt grotendeel­s door ons.

Ik dacht aan de keren dat ik door Leuven sjouwde om een verantwoor­de onderbroek te scoren

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium