ZOEKTOCHT NAAR ELECTORAAL ELDORADO
Ken Loach blijft een buitengewoon getalenteerde cineast. Zijn films zijn geëngageerd, sociaal bewogen. Ze willen informeren maar tegelijk agiteren. ‘Schop de mensen tot ze een geweten hebben,’ zou LouisPaul Boon zeggen. Meer dan eens kreeg de regisseur het verwijt van vooringenomenheid. Maar zijn aanpak gaat naar de kern van de vrijheid van expressie. Vanwege dat oeuvre geeft de ULB hem een eredoctoraat.
De regisseur wordt antisemitisme verweten. Aan de basis liggen enkele ambivalente uitspraken over de plek van de Holocaust in de geschiedenis. Daarop entten zich enkele provocerende interpretaties van oorlogsgebeurtenissen in de marge van de Jodenvervolging. Ten slotte staat Loach erg dicht bij de Britse Labourleider Jeremy Corbyn. Zijn partij worstelt met antisemitische tendensen waartegen nauwelijks wordt opgetreden.
Dit alles reflecteert tegen de achtergrond van de JoodsPalestijnse tegenstellingen. Loach laat geheel in lijn met zijn strijd voor de zwaksten in de samenleving zijn sympathie voor de Palestijnen prevaleren. Hij riep verschillende keren op tot een boycot van de Joodse staat. De marge tussen de kritiek op Israël en een antisemitische inslag blijft soms behoorlijk smal. Maar dat verwijt geldt evengoed omgekeerd. Te gemakkelijk wordt elke terechte afkeuring van het gevoerde beleid weggezet als antisemitisch.
De uitreiking van het eredoctoraat blijft absoluut verdedigbaar, al moet er begrip zijn voor Joodse gevoeligheden. We moeten vooral waakzaam blijven voor een te nonchalante beschuldiging van negationisme, in België een strafbaar opiniedelict. De geschiedschrijving blijft weerbarstig. De geplande, systematische uitroeiing van de Joden staat niet ter discussie. Maar verschillende facetten blijven vatbaar voor kritisch onderzoek.
Premier Charles Michel mengde zich onbeholpen in deze discussie. Zijn veroordeling van het antisemitisme kon alleen gelezen worden in het kader van het eredoctoraat. Hij sprak als oudstudent van de universiteit, die het vrij onderzoek hoog in het vaandel voert. De veroordeling was kort door de bocht. De Belgische premier mag morele statements uitspreken, maar die moeten op zijn minst worden onderbouwd.
Bovendien lijkt het erop dat Michel vooral electorale motieven diende. Zo pookte hij een debat op om Joodse stemmen ter wille te zijn. Tegelijkertijd schrijft hij zich in in een identitaire logica, waarbij onrechtstreeks de islam wordt geviseerd. Het antisemitisme bij sommige moslims is reëel. En het culpabiliseren van die gemeenschap lijkt tegenwoordig een electoraal eldorado.
Waakzaam blijven voor een te nonchalante beschuldiging van negationisme