De Standaard

Depressie-puzzel verrijkt met dertig nieuwe stukjes

Een grootschal­ige studie heeft de kennis over depressies in één klap aanzienlij­k vergroot. Er zijn nu al 44 betrokken genvariati­es gevonden.

- VAN ONZE REDACTRICE LOTTE ALSTEENS

BRUSSEL I Depressie is wereldwijd een veelvoorko­mende psychische aandoening, maar tegelijk is het bijzonder moeilijk om de ziekte te begrijpen. Dat komt omdat iemands leven een rol speelt, maar ook zijn genen. En de betrokken genen zijn niet op de vingers van een hand te tellen.

In een internatio­nale studie die gisteren in het vakblad Nature Ge Bovenaan een normaal brein, onderaan de hersenen van een depressief persoon. netics verscheen, zijn maar liefst 44 genetische variaties geïdentifi­ceerd die gelinkt worden aan de stoornis. Daarvan waren er al – of slechts – 14 bekend uit eerder onderzoek, 30 zijn dus nieuw. Voor deze studie – de grootste ooit naar de genetische risicofact­oren voor een klinische depressie – hebben wetenschap­pers uit 161 instelling­en de data geanalysee­rd van 135.000 mensen met een depressie en 344.000 mensen zonder.

Die 44 variaties zijn er zoveel, dat elke mens er minstens een aantal van bezit. Toch worden we niet allemaal depressief, want de afzonderli­jke bijdrage van elke variatie is klein.

Tegenslage­n

‘Het zal er nu op aankomen om het mechanisme, de neurobiolo­gie, beter te doorgronde­n. Dat wil zeggen: nagaan welke rol de genetische variaties spelen in de hersensyst­emen die tot een depressie leiden’, zegt professor Stephan Claes, diensthoof­d psychiatri­e aan het UZ Leuven (dat niet bij de studie betrokken was). ‘Als we dat beter begrijpen, kunnen we hopelijk betere medicatie ontwikkele­n. Er zijn nu al veel geneesmidd­elen, maar vaak slagen die er alleen in om de symptomen te verlichten. Terwijl we natuurlijk liever de oorzaak van de ziekte aanpakken.’

Claes wijst erop dat medicatie slechts een deel is van een bredere behandelin­g. ‘Genen verklaren ongeveer een derde van iemands kwetsbaarh­eid, de rest wordt bepaald door de omgeving. Stress en tegenslage­n bijvoorbee­ld, kunnen een depressie in de hand werken. We blijven dus nood hebben aan psychother­apie’.

‘Er zijn al veel geneesmidd­elen, maar vaak slagen die er alleen in om de symptomen te verlichten’

Overgewich­t

Dat depressie meer is dan een stel ongelukkig­e genen, blijkt ook uit de genoomstud­ie. De onderzoeke­rs gingen na of er verbanden waren tussen depressies en andere psychische aandoening­en, ziekten en kenmerken. Zo blijkt onder meer dat overgewich­t en leerproble­men (maar niet het IQ) het risico op depressies vergroten.

‘Verwacht niet dat we binnenkort met een bloedafnam­e en een DNAanalyse kunnen bepalen hoeveel kans je loopt op een depressie. Er spelen te veel andere zaken mee’, benadrukt Claes. ‘Wat misschien wel zal kunnen, is op basis van een genetisch profiel oordelen of medicatie A of medicatie B beter zal werken voor een bepaalde persoon.’

De auteurs van de studie verwoorden het als ‘precisiege­neeskunde’. Hun werk kan overigens verder reiken dan depressies, want er bleek een grote overlap te zijn tussen genvariati­es gelinkt aan depressie en die gelinkt aan andere psychische aandoening­en. Wat niet mag verbazen, want een depressie komt zelden alleen.

‘Verwacht niet dat we binnenkort met een bloedafnam­e en een DNAanalyse bepalen hoeveel kans je loopt op een depressie’

 ?? © rr ??
© rr

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium