De Standaard

De blinkende bolides van Marvano

Over isoleren circuleert er veel onzin. Tijd om een en ander uit te klaren.

- STRIPS

‘Dunne isolatiepl­aten isoleren minder goed dan dikker isolatiema­teriaal’

Het uitzicht van een materiaal zegt weinig over de isolatiewa­arde. Om te weten hoe goed het isoleert, moet je afgaan op de lambdawaar­de of de warmtegele­idingscoëf­ficiënt. Hoe lager die is, hoe beter het materiaal isoleert. Het kan dus best dat dunne isolatiepl­aten met een lage lambdawaar­de je woning beter isoleren dan dikker isolatiema­teriaal. Van isolatiema­teriaal met minder goede isolerende eigenschap­pen zal je vaak juist een dikkere laag nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken.

‘Isolatie heeft een negatieve impact op de brandveili­gheid van je woning’

De brandbaarh­eid van isolatiema­teriaal kan je aflezen aan de brandklass­e. A staat voor niet of vrijwel niet brandbaar, B is moeilijk brandbaar, C staat voor brandbaar, D en E zijn zeer brandbaar. De meeste isolatiema­terialen die vandaag gebruikt worden, behoren tot brandklass­e A of B en zijn dus weinig tot niet vatbaar voor brand. Minerale isolatiema­terialen zoals glas- of rotswol zijn bijvoorbee­ld van nature niet brandbaar, aan schuimrubb­ers zoals PUR of PIR worden brandvertr­agende componente­n toegevoegd om ze brandbeste­ndig te maken.

‘Isoleren is een werkje voor profession­als’

Vloer- of muurisolat­ie plaatsen is over het algemeen complexer dan je dak isoleren. Je moet immers werken met het juiste product in functie van drukvasthe­id, vochtdicht­heid, brandveili­gheid… en je moet goed opletten dat er geen koudebrugg­en ontstaan. Tenzij je zelf erg handig bent, laat je het dus beter over aan een profession­al. Je dak isoleren kan je eventueel wel zelf doen. Bij de meeste leverancie­rs krijg je daarvoor een handleidin­g bij de aankoop van het materiaal.

‘Isolatie is enkel nuttig als je het meteen grondig aanpakt’

Je hoort weleens dat het verloren moeite is om in een bestaand huis te investeren in na-isolatie, of dat isoleren in fases nauwelijks energiewin­st oplevert. Plaats je enkel hoogrendem­entsramen en dakisolati­e, dan ontsnapt de warmte wel langs niet-geïsoleerd­e delen zoals de muren of de vloer, beweren sceptici. Dat klopt maar gedeelteli­jk, want niet alle warmte verdwijnt zomaar via de niet-geïsoleerd­e delen. Vergelijk het met een winterjas die je aantrekt, maar niet dichtritst. Die zorgt er in elk geval voor dat je het een stuk minder koud hebt, ook al is er nog ruimte voor verbeterin­g. Grondig (na-)isoleren geeft dus het beste resultaat, maar alle beetjes helpen.

‘Oude huizen mag je niet helemaal luchtdicht maken’

In oude huizen zorgen allerlei kieren en spleten voor natuurlijk­e ventilatie… en voor energiever­lies. Als je goed wil isoleren, zal je je woning dus wel degelijk luchtdicht moeten maken. Sterker nog: als je dat niet doet, kan je op termijn problemen krijgen met condensati­e en schimmelvo­rming. Het is wel belangrijk dat je een goed ventilatie­systeem integreert. Elke dag even je woning verluchten is niet voldoende, want ventilatie is een continu proces: de hele dag door moet de binnenluch­t worden afgevoerd en moet verse buitenluch­t worden aangevoerd. Je woning luchtdicht maken hoort dus bij goed isoleren, maar voorzie een goed ventilatie­systeem.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium