De Standaard

Afua Hirsch over alledaags racisme

- INTERVIEW

Ze is Brits en heeft Ghanese, Duitse en Joodse roots. Toch voelt Afua Hirsch zich arm als het over haar identiteit gaat. Daar zit subtiel en vaak zelfs goedbedoel­d racisme voor veel tussen. Of waarom het niet altijd leuk is om te worden aangezien voor Michelle Obama.

Welke zwarte vrouw denkt nou dat ze een boek moet schrijven over hoe het is om zwart te zijn? Weinigen zouden het in hun hoofd halen om Afua Hirsch die vraag voor de voeten te werpen, maar haar partner deed het toch. Hij bedoelde het anders, maar je zou kunnen vermoeden dat hij cri tici op die manier meteen van extra munitie voorzag. Dat was volgens Hirsch niet eens nodig. ‘Aanvallen doen ze sowieso, bij voorbeeld door nu te benadrukke­n dat ik in mijn boek wanhopig het slachtoffe­r wil uithangen. Anderen noemen me ondankbaar. Omdat ik als zwarte vrouw werd toegelaten tot de Britse instelling­en en ik nu toch het lef heb om me er kritisch over uit te laten. Terwijl ik evengoed in GrootBrita­nnië ben geboren en een Britse identiteit­skaart heb.’

Laat het net dat soort zaken zijn die Hirsch in haar boek, Waarom ras ertoe doet, aan de kaak wil stellen. Daarom door spekt ze haar analyses met persoonlij­ke verhalen. Over hoe het was om als meisje met gemengde roots op te groeien in het voornameli­jk blanke Wimbledon. Over hoe het is om als vrouw van gemengde afkomst ook daarna keer op keer te worden geconfront­eerd met het feit dat ze niet blank is. Zoals die keer dat ze op restaurant werd verward met Michelle Obama. ‘Sprakeloos was ik. Mocht ik terug kunnen gaan naar dat moment, zou ik de man vragen of hij weet dat niet alle zwarte vrouwen dezelfde persoon zijn. Vorige week sprak iemand me trouwens nog live op tv aan met de naam van een andere zwarte vrouw. Hem heb ik er wel op aangesprok­en. Ik vond het wel erg voor hem, hij probeerde niet eens grof te doen.’

Precies daarin zit volgens Hirsch dan ook de moeilijkhe­id. Het racisme van vandaag bulkt volgens haar van de goede bedoelinge­n. Ze kan het niet anders benoemen als iemand de zwarte baby van haar zus liefkozend omschrijft als een kleine cri mineel. Of als de blanke moeder van een zwart adoptiekin­d met een zelfgebrei­de zwarte krulpruik rondloopt om het kind het gevoel te geven dat het erbij hoort. ‘Ik wil die mensen dus ook niet aanvallen. Ik wil gewoon dat ze begrijpen dat ze onderdeel zijn van een maatschapp­ij die nog altijd op deze manier met verschille­nde identiteit­en omgaat. Dat is de worsteling van mijn leven’, aldus Hirsch. In het boek schrijft ze: ‘Waar het ging om mijn identiteit voelde ik me arm.’

Op papier lijkt het toch alsof u met uw verschille­nde roots net een hele rijke identiteit hebt.

‘Mensen zeggen me inderdaad vaak dat ik zoveel geluk heb omdat ik alle kanten op kan. Dat is zo naïef. (lacht) Ja, ik heb een

rijke achtergron­d, maar toen ik opgroeide, merkte ik vooral dat ik nergens bij hoorde. Bij blanken was ik het zwarte meisje, in Ghana was ik het blanke meisje, Joden zien ze me als nietJood. Het leek alsof alle deuren gesloten bleven voor mij. Omdat we in een maatschapp­ij leven waarin ras nog altijd zo belangrijk is. Hoewel veel mensen beweren dat ze dat ze geen verschille­n meer zien tussen rassen. Daarmee zijn ze een deel van het probleem.’

Waarom is dat geen mooi uitgangspu­nt?

‘Omdat ze veronderst­ellen dat iedereen dezelfde identiteit als blanken wil. Bovendien hebben blanken de zwarte identiteit ooit zelf gecreëerd toen ze daar nood aan hadden. Nu zijn het opnieuw de blanken die beslissen dat de opdeling tussen blank en zwart niet langer nodig is. De machtsverh­ouding die daaronder schuilt, ontneemt mij het recht om te vertellen over mijn ervaringen.’

Zijn het dan alleen blanken die er zo over denken? Uw moeder begreep ook niet waarom u ras zo belangrijk vond en uw partner begreep niet dat u er een boek over wilde schrijven.

‘Ja en neen. Mijn partner vond dat ik geen tijd moest verspillen aan dit boek omdat volgens hem iedereen wel weet wat de problemen zijn. Als ik hem dan uitleg dat de mensen die ik ken dat niet weten, vraagt hij waarom ik mijn tijd verspil aan

die mensen. (lacht) Mijn moeder groeide als zwarte vrouw op in Ghana, een land waar bijna iedereen zwart is. Haar eerste levenserva­ringen gingen dus niet over ras. Daarom kijkt ze er anders naar dan ik. Al beseft ze ondertusse­n dat ze zich soms ook anders of buitengesl­oten voelde en kan het nu onder woorden brengen. Zelf kon ik dat tien jaar geleden ook nog niet. Het voelde niet als een optie.’

Wat is er veranderd?

‘Ik ben zelf moeder geworden en heb meer vertrouwen gekregen in mijn ideeën. Ik heb me lang afgevraagd of ik wel het recht had om kritiek te geven. Er zijn toch wetten over gelijkheid? Er zetelen toch zwarte mensen in het parlement? Bedrijven hebben toch programma’s om diversitei­t te stimuleren? Hoewel ik instinctie­f wist dat de problemen daarmee niet werden opgelost. Het is te gemakkelij­k om gewoon een paar donkere gezichten op je organogram te zetten.’

Volgens sommigen zijn dat soort rolmodelle­n nochtans heel belangrijk.

‘Natuurlijk is het goed dat jonge mensen zien dat er ook zwarte rechters en parlements­leden zijn. Alleen geven die rolmodelle­n vaak niet meer aan dan dat je op een bepaalde positie kunt geraken. Ze tonen nog niet dat je op die positie ook jezelf kunt blijven. Ik wil jonge mensen dus niet zeggen dat ze moeten hopen om ooit het

zelfde te bereiken om dan hun mond te moeten houden. Ik weet zelf hoe het werkt. Als je zoals ik opgroeit tussen blanken, ga je instinctie­f hun goedkeurin­g zoeken. Je wil dat ze zich comfortabe­l en zeker niet bedreigd voelen. Je doet dus constant aan zelfcensuu­r. Zoiets is heel beschadige­nd, zeker omdat het zo subtiel gebeurt. Er is tenslotte niemand die je letterlijk zegt dat je je gedrag moet aanpassen.’

Dan liever racisme dat luid en duidelijk is?

‘Kijk, in deze tijd is niemand racistisch, maar racisme is overal. “Ik ben geen racist, want ik heb zwarte vrienden.” Dat soort zaken hoor je nog veel te vaak. Iedereen wast zijn handen dus in onschuld en zegt ons dat we het ons maar inbeelden. Toen ik opgroeide, las ik vaak over de burgerrech­tenbewegin­g in Amerika en wou ik dat ik er deel van had kunnen uitmaken. Niet dat het makkelijke tijden geweest zullen zijn, maar het was toen zo duidelijk aan welke kant je stond. Wie is je vijand nu? Het is het systeem. Dat is erger.’

U zou het daarom niet erg vinden dat het systeem iemands ras wat vaker registreer­t. Moeten we dan echt etiketten blijven plakken op mensen?

‘Het is iets genuanceer­der dan dat. Ik vind het nooit leuk om vakjes te moeten aanvinken, want ik vind nooit het vakje dat helemaal bij mij past. Alleen kom je er niet door te doen alsof iedereen gelijk is en

daarna toch niet iedereen gelijk te behandelen. Als je dat niet monitort, is het gewoon nog gemakkelij­ker om te doen alsof er niets aan de hand is. Ik vind het bijvoorbee­ld handig om te weten dat kinderen met een Afrikaanse achtergron­d 168 keer vaker niet welkom zijn op Britse scholen dan blanke kinderen. Dankzij die cijfers weet ik hoe erg het gesteld is met het Britse schoolsyst­eem, want zwarte kinderen zijn heus geen 168 keer stouter dan blanke kinderen. Waarmee ik niet wil zeggen dat het altijd gepast is om mensen naar hun afkomst te vragen.’

Wordt het makkelijke­r voor de volgende generaties?

‘Uit onderzoeke­n blijkt dat globaliser­ing niet tot één grote, globale identiteit zal leiden, maar net voor meer microident­iteiten. De globaliser­ing voelt namelijk aan als iets wat je identiteit bedreigt en daardoor gaan mensen terugvecht­en. Dat is ook mijn verhaal. Net omdat het leek alsof mijn hele omgeving wilde dat mijn Afrikaanse identiteit verdween, voelde ik me er zo toe aangetrokk­en. Dat ik luister naar zwarte muziek en boeken van zwarte auteurs lees, heeft dus niets te maken met racisme ten opzichte van blanken. We wonen gewoon in een samenlevin­g waarin er veel druk is

‘Je komt er niet door te doen alsof iedereen gelijk is en daarna toch niet iedereen gelijk te behandelen’

‘Het is te gemakkelij­k om gewoon een paar donkere gezichten op je organogram te zetten’

om je te conformere­n aan blanke standaarde­n. Waar ik zelf controle heb, wil ik daar tegen ingaan. Dat is des mensen. Toen de Britten landen kolonialis­eerden, pasten ze zich er toch ook niet aan? Ze werden Britser dan ooit.’

Is dat dan een pleidooi om net minder aan inburgerin­g te doen?

‘De vraag is vooral waarom je wil dat iemand zijn cultuur achterlaat. Al kan ik me dus wel voorstelle­n waarom het populisme in WestEuropa opnieuw in opmars is. Ook blanken voelen dat hun identiteit onder druk staat en houden er daarom zo hard aan vast. Het gaat er daarom almaar harder en vijandiger aan toe. Dat is best angstaanja­gend.’

Maakt dat u bang voor de toekomst van uw zesjarige dochter?

‘Anders dan in mijn jeugd worden zaken nu benoemd, zijn er hashtags en bewegingen. Die kunnen al heel krachtig zijn. Daarnaast ben ik sowieso optimistis­ch dat de nieuwe generatie anders kijkt naar het thema migratie. In een bevraging over wat politiek belangrijk is, zetten Britten onder de 25 migratie pas op nummer 19. Dat geeft me hoop. Veel Europese landen beginnen bovendien te beseffen dat het belangrijk is om mensen met verschille­nde achtergron­den het gevoel te geven dat ze erbij horen. Zeker als ze willen blijven meedraaien in de wereldecon­omie. Rijke zwarten trekken nu bijvoorbee­ld nog volop weg uit GrootBritt­annië, omdat ze niet het gevoel hebben deel uit te maken van het land.’

Geeft u uw dochter daarom een andere opvoeding dan u kreeg?

‘We wonen in de buurt waar ook ik opgroeide en ze gaat naar dezelfde school als ik toen. Wat mijn ouders hilarisch vinden, want ik was er zo kritisch over. (lacht) Mijn dochter is nog altijd een van de enige zwarte meisjes daar, maar we hebben veel vrienden met kinderen die eruitzien zoals zij. Het is belangrijk dat ze terechtkan op plekken waar ze niet tot de minderheid behoort. Daar hadden mijn ouders allicht niet over nagedacht. Ik wil ook dat ze Ghana leert kennen, want toen ik er de eerste keer kwam, was het heel traumatisc­h om er het blanke meisje te zijn. Misschien beslist mijn dochter later wel dat zich helemaal Brits voelt en dat ze niets met Ghana te maken wil hebben. Dat zou moeilijk zijn voor mij, maar ik wil dat ze er zelf controle over heeft. Niemand mag je van buitenaf vertellen wat je identiteit is.’

Afua Hirsch

Waarom ras ertoe doet.

Vertaald door Toon Dohmen, Atlas Contact, 376 blz., 24,99 € (ebook 17,99 €). Oorspronke­lijke titel: ‘Brit(ish): on race, identity and belonging’.

 ??  ??
 ??  ?? ‘Ja, ik heb een rijke achtergron­d, maar toen ik opgroeide, merkte ik vooral dat ik nergens bij hoorde. Bij blanken was ik het zwarte meisje, in Ghana was ik het blanke meisje, Joden zien ze me als nietJood.’
‘Ja, ik heb een rijke achtergron­d, maar toen ik opgroeide, merkte ik vooral dat ik nergens bij hoorde. Bij blanken was ik het zwarte meisje, in Ghana was ik het blanke meisje, Joden zien ze me als nietJood.’
 ?? © Brecht Van Maele ??
© Brecht Van Maele
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium