‘Het was nochtans goed begonnen’
BRUSSEL I Waar liep het verkeerd met Peterbos? ‘Het begon nochtans goed’, zegt Eric Baptist, gids bij Brukselbinnenstebuiten. In 1964 werden de eerste twee torens gebouwd, tussen 1973 en 1975 de laatste van achttien.
‘Deze wijk was niet opgezet als een banlieue’, zegt Baptist. ‘Ze is ingeplant nabij de middenring, een cirkel die wat overwoekerd is door de stadsaangroei. Die bestond in het oosten uit de Reyerslaan en de Louis Schmidtlaan. In het westen was dat de GroeninckxDe Maylaan: de N290.’
‘De inplanting van deze woonwijk steunt op de tuinwijkgedachte. Men trok weg uit het stadscentrum en ging op zoek naar groen, licht en lucht. Aanvankelijk was dit een van de betere wijken. Veel beter dan het naburige Kuregem, dat al vanaf de jaren 30 problematisch was. De wijk lag aan een park, het shoppingcenter Westland lag vlakbij en zeker in het autotijdperk was de parkeermogelijkheid nabij de Ring interessant.’
Toch is het tij gekeerd. ‘De vraag is of Peterbos lang goed gefunctioneerd heeft’, zegt stedelijk planoloog Eric Corijn. ‘De wijk heeft veel kenmerken van de modernistische stedenbouw, waarbij functies als wonen, werken, winkelen en ontspanning uit elkaar getrokken worden. Er is een dichte concentratie van hoogbouw, met overwegend woonfunctie en weinig voorzieningen in de sokkel. Los daarvan denk ik dat het debat over hoogbouw te weinig gevoerd wordt in termen van socialisatie. De problemen van de bewoners blijven onder de radar.’
Woonblokken van vijftig jaar hebben nood aan renovatie. Nochtans kan bij deze wijk niet alleen sleet worden ingeroepen. Tussen 2011 en 2015 is meer dan de helft van de torens gerenoveerd, net als de brug tussen de Cité en het park. Desondanks zijn het naburige Moortebeek en wijken als LogisFloréal en de Modelwijk minder problematisch.
‘Voor veel wijken geldt dat de voorzieningen uit de jaren 60 na verloop van tijd losgelaten zijn’, zegt Brussels bouwmeester Kristiaan Borret. ‘Voetbalvelden, apotheken, vergaderruimtes of dakterrassen werden opgegeven. Daardoor waren er niet alleen minder sociale activiteiten onder de bewoners, maar ook minder redenen voor externen om langs te komen. De sociale mix verkleinde en er was minder sociale controle. Bij de renovatie van de Modelwijk heeft men voorzieningen bijgebouwd. Er is nu een sociaal restaurant, waar ook nietbewoners naartoe komen.’
Hoogbouw is niet de boosdoener
KRISTIAAN BORRET Brussels bouwmeester
Borret pleit ervoor sociale hoogbouw niet te stigmatiseren. Veel van die gebouwen hebben voldoende ruimtelijke kwaliteit. Alleen zoeken sommige mensen nu eenmaal de achterkantplekken in de stad op, maar dat gebeurt net zo goed bij laagbouwwijken.
Analisten wijzen erop dat de bevolking in de wijk vroeger meer gemengd was. Nu troepen er vaak kansarmen samen. ‘Zoals elke eenzijdige invulling is een concentratie van kansarmen een slechte zaak’, zegt Borret. ‘Dat geldt evenzeer voor gated community’s waar alleen rijke mensen wonen. Zulke wijken komen sneller in een isolement terecht.’
Mogelijk speelt er een cultureel verschil. ‘Er wonen veel migranten in sociale blokken’, zegt Borret. ‘De moslimcultuur heeft de traditie om het interieur grondig te onderhouden, maar heeft minder engagement om de openbare ruimte op orde te houden. Denk aan het gezegde dat iedereen voor zijn stoep moet vegen.’ (gse)