Stilte na de storm
Steeds meer exstudenten namen het vrijdag op voor Walter Van Beirendonck. De modeontwerper die al jaren de modeafdeling van de Antwerpse academie runt, ligt onder vuur door een vernietigend artikel op een toonaangevende modewebsite. Hijzelf zwijgt.
‘WOEST’, staat er te lezen op de Instagramaccount van Walter Van Beirendonck. Veel meer wil de chef van de modeafdeling van de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten voorlopig niet kwijt. Van Beirendonck ligt onder vuur na de publicatie van een artikel op de toonaangevende modewebsite The Business of Fashion (BoF). In het artikel spuien modestudenten (meestal anoniem) hun gal over zijn manier van werken en zijn aanpak, van vernederingen tot racisme. In het artikel wordt gewag gemaakt van studenten die de werkdruk niet langer aankunnen en hun heil zoeken in drugs of tegen de depressie aanzitten.
De aanleiding is de recente zelfdoding van een derdejaarsstudent uit
Korea. Johan Pas, sinds zes maanden decaan van de school, probeert de crisiscommunicatie in juiste banen te leiden. ‘Walter zal later praten, als het stof iets is gaan liggen.’ Wellicht gebeurt dat begin juni, wanneer de modeafdeling opnieuw twee avonden na elkaar de eindwerken van de studenten zal tonen.
Van Beirendonck is niet de minste. Wereldwijd wordt zijn werk gelauwerd. Als in: visionair en gedurfd. Denk roze pakken voor heren, maar ook slogans die ons een geweten moeten schoppen. Het werk van iemand die voor zichzelf de lat erg hoog legt en geen compromissen sluit. Al meer dan 25 jaar werkt hij aan de afdeling waar hij in 1980, met Martin Margiela, afstudeerde.
Antwerpse Zes
Eind jaren tachtig maakte Van Beirendonck naam als lid van de zogenaamde Antwerpse Zes, zes modestudenten die naar Londen en Parijs trokken om daar met hun collecties het systeem van de mode grondig aan de kaak te stellen.
Dries Van Noten en Ann Demeulemeester zijn wellicht de bekendste namen uit die groep, maar ook Van Beirendonck werd een merk. Hij bouwde aan zijn carrière door verschillende taken te combineren: zo begon hij snel na zijn studies al les te geven aan de academie, maakte hij al die tijd collecties en tekent hij tot vandaag een (succesvolle) kindercollectie voor JBC.
Recent was Van Beirendonck curator van de expo Masks in Rotterdam. In een verder verleden trad hij op als curator van kunstprojecten, zoals Antwerpen 93 en het modejaar Landed/Geland in Antwerpen in 2001. Hij volgde Linda Loppa op als chef van de modeafdeling en geeft les in de derde bachelor. Zijn werk voor de academie is ook zijn leven, vertelde hij in interviews.
Gaf The Business of Fashion een stem aan verschillende ontevreden exstudenten van de afdeling, dan zijn vrijdag ook enkele fans opgestaan. Zo schreef de exstudent Andrea Cammarosano een lange brief op Facebook, gericht aan de mensen achter BoF, waarin hij zijn persoonlijke ervaringen neerschrijft. Ook de in Curaçao geboren Rushemy Botter, in juni vorig jaar afgestudeerd en een van de finalisten van het modefestival van Hyères, laat van zich horen: ‘Ik heb de opleiding als erg positief ervaren’, zegt hij vanuit Hyères. ‘Natuurlijk heb ik moeilijke momenten gekend, maar die hebben me geholpen om te groeien en die stoomden me klaar voor de harde realiteit van de modewereld. Ik beschouw de academie als mijn tweede familie.’
Internationaal publiek
Publieke vernederingen of racistische opmerkingen heeft Botter nooit meegemaakt. ‘Integendeel, ze waren net trots dat we met zovelen uit het buitenland naar Antwerpen kwamen studeren’. En dat er nauwelijks feedback was na een slechte beoordeling? ‘Dat is een manier van lesgeven. Niet alles moet worden voorgekauwd. We zitten toch niet op de kleuterschool?’
Botter hoopt op wat positieve reacties voor de opleiding en voor Van Beirendonck. ‘Uiteindelijk stellen dergelijke verhalen ons allemaal in een slecht daglicht en dat is niet goed’, aldus de exstudent.
Meer dan leren stikken
Walter Van Beirendonck wil zijn studenten klaarstomen voor een keiharde realiteit waarin falen en succes dicht bij elkaar liggen. Om die reden beschouwt hij de afdeling als een cocon waarin de studenten hun eigen DNA moeten ontdekken. Vanzelfsprekend leidt dat tot een diepgaande zoektocht die verder gaat dan leren stikken of naaien. Dat moeten studenten zelf leren.
Om die reden wijkt hij af van andere opleidingen die meer inzetten op stages of nauwe contacten met de modewereld. Het is alsof zijn studenten eerst afgebroken worden, om daarna weer opgebouwd te worden.
Die aanpak heeft jaren succes opgeleverd, maar krijgt nu kritiek. Ligt dat aan de tijdgeest? Aan de culturele verschillen tussen studenten die uit alle wereldhoeken naar Antwerpen komen? Het is alsof de studenten van Walter Van Beirendonck worden, omdat te worden.
‘Walter zal later praten, als het stof iets is gaan liggen’
JOHAN PAS
Decaan Antwerpse Academie