WAAROM Eschers beeldraadsels ons blijven fascineren
Kijk maar: er staat wat er staat, en het staat er toch niet. Met deze variant op een van de bekende defini ties van poëzie omschrijft Wim Hazeu, biograaf van M.C. Escher, de beeldraadsels waarmee de Neder landse graficus wereldberoemd werd. Bolspiralen en cirkellimieten, vogels die tot vissen transformeren, water dat naar boven en beneden vloeit, manne tjes die stijgen en dalen in eindeloze trappenhallen: ze zetten ons op het ver keerde been en lijken telkens weer aan ons bevattingsvermogen te ontsnappen. Maar een raadselachtige poëzie bezitten ze wel.
Net als Magritte is Escher vaak een ideeënkunstenaar genoemd, die broedde op de weergave van een ‘probleem’. Bij Magritte was de uitkomst filosofisch, bij Escher in hoge mate wiskundig en op tisch. Zijn beeldcompilaties roepen com pacte imaginaire werelden op, die niet blijken te kloppen. Maar hoe dat juist zit: daar komen we niet meteen achter.
Eschers breinbrekers blijven razend populair, zo blijkt weer uit een nieuwe tentoonstelling in zijn geboortestad Leeuwarden die vandaag opent. Escher op reis boekte in voorverkoop al 30.000 tickets, het Fries Museum hoopt af te klokken op 120.000 bezoekers.
De populariteit van Maurits Cornelis Escher (18981971) kwam er pas laat. Zijn carrière als tekenaar en prentenmaker begon vrij conventioneel, met natuurgetrouwe landschappen. Escher verbleef ruim tien jaar in Italië, waar hij de charme ontdekte van oude stadjes en duizelingwekkende vergezichten. Arcaden en zuilen, straatjes die de diepte in kronkelen: ze zouden een inspiratiebron vormen voor het spel met werkelijkheid en illusie in zijn latere prenten. Vanaf de jaren 50 ontpopte Escher, een technisch hoogbegaafde vakman met een haast kinderlijke fantasie, zich tot de meester van het gezichtsbedrog zoals we hem het best kennen.
Aanvankelijk was zijn werk, dat puzzelt met principes als de ring van Möbius en de regelmatige vlakverdeling, vooral in trek bij mathematici en andere wetenschappers. Dat flatteerde Escher, want eigenlijk was hij geen bolleboos. Wat hem fascineerde, waren abstracte concepten: het doolhof van tijd en ruimte, de oneindigheid, het perspectief. Op een bijna instinctieve manier probeerde hij er de finesses van te vatten. De kunstwereld keek wat neer op dit spel van misleiding en absurde logica, dat ze te mager vond. Wat critici zich afvroegen: was Escher een eenmanskunstbeweging, of toch eerder een fabrikant van kunstjes? Zijn uitgangspunt was alleszins artistiek. Escher goochelde met ongewone standpunten. Wat een afbeelding is, en hoe het bij het kijken ernaar kan gaan knetteren in onze hersenen: het was een effect dat hij op de spits dreef.
Wervende artikels in tijdschriften als Time en Life lanceerden Escher in de VS. Zijn vroege prenten werden daarop herdrukt. Escher was geen fan van de popcultuur, maar juist in de jaren 60 en 70 zouden zijn prenten een hoge vlucht kennen. Populaire werken als Waterval (hier afgebeeld), Klimmen en dalen (een
trap zonder einde), Belvedère (‘binnen’ en ‘buiten’ aan elkaar gelast) en Dag en nacht (vogels en vissen in een vlakverdeling die tot in het extreme doorgevoerd is) gingen als posters vlot van de hand. Ongetwijfeld vielen de psychedelische kwaliteiten ervan in de smaak.
Een voorstel van Mick Jagger voor een platenhoes, van Stanley Kubrick voor medewerking aan een film: Escher sloeg ze hooghartig af. Toch zou het latere populariseren en eindeloos reproduceren van zijn prenten hem goed bevallen zijn. Jim Henson verwees in zijn film Labyrinth naar de claustrofobische trappenhal van de prent Relativiteit. The Simpsons brachten Escher een hommage. En ontwerpers van de doolhofwerelden van computerspelletjes en games hebben zijn principes omarmd.
Ook in het taalgebruik is Nederlands meest gereproduceerde graficus doorgedrongen. The Financial Times had het onlangs over een ‘Escher market’: de beurs die eeuwig omhoog lijkt te gaan. Een optische illusie, zoals we intussen weten.
Aanvankelijk was zijn werk vooral in trek bij mathematici en andere wetenschappers. Dat flatteerde Escher, want eigenlijk was hij geen bolleboos
‘Escher op reis’, tot 28/10 in het Fries Museum, Leeuwarden.