Kunstwerken Museum Schone Kunsten niet langer onder huisarrest
Staatssecretaris Zuhal Demir zegt niet langer dat de collectie moderne kunst op de Kunstberg moet blijven.
De collectie moderne kunst van het Museum voor Schone Kunsten Brussel zit sinds 2011 in het depot, omdat museumdirecteur Michel Draguet ruimte nodig had om het FindeSiècle Museum te openen.
Sindsdien is er een patstelling. Critici komen daar al jaren regelmatig tegen protesteren.
Het voorstel om de collectie elders onder te brengen, bijvoorbeeld in Kanal, wees de voormalige staatssecretaris voor wetenschappelijke instellingen Elke Sleurs (NVA) in 2014 af. Ze vond dat Draguet de beschikbare ruime in zijn museum moest benutten om de collectie te presenteren. Die ruimte zou verbouwd worden voor museaal gebruik.
‘De zijvleugels aan het Muse umplein, die mevrouw Sleurs voorstelde, zijn 2.500 vierkante meter groot’, zegt Draguet. ‘Er is echter minstens 7.000 vierkante meter nodig. In 2016 heeft de overheid negentien miljoen euro vrijgemaakt, waarmee de volledige renovatie van de daken en het gebouw moet gedekt worden én ook nog eens de herinrichting van de zijvleugels. Over de verdere plannen hebben we geen informatie.’
De huidige staatssecretaris Zuhal Demir (NVA) laat weten dat ze met de Regie der Gebouwen aan het museum werkt. ‘Afhankelijk van de vordering van de werken zal de collectie sterker aan bod kunnen komen.’
Het schiet echter niet zo op met de vordering van de werken. Daarvoor verwijst Demir naar de Regie der Gebouwen, die nu al vanuit verschillende hoeken aangeschoten wild is. ‘Dit jaar zou het masterplan op de sporen worden gezet. Jammer genoeg is het museum nog steeds niet ingelicht.’
De collectie zit dus nog steeds in het depot en de vereiste ruimte is er al evenmin.
Voor het eerst laat Demir een opening. ‘In het regeerakkoord staat dat de federale collecties één geheel moeten blijven. We gaan dus geen collecties of delen daarvan afstoten.’ Versta: een overdracht aan Kanal is nog niet aan de orde.
Soepele toepassingen zijn wel bespreekbaar. Demir: ‘Het is evident dat bruiklenen van individuele werken voor tijdelijke tentoonstellingen onderzocht kunnen worden. Eerst is er dialoog nodig. Ministerpresident Rudi Vervoort toont me de ruimte van Kanal en licht het project toe. Ik ga daar graag op in.’
ZUHAL DEMIR Staatssecretaris wetenschappelijke instellingen