De Standaard

Heuvelrug bij Wijtschate verbergt massagraf uit WO I

Op een archeologi­sche site in Wijtschate zijn de resten van 42 soldaten uit de Eerste Wereldoorl­og gevonden. De opgravinge­n tonen aan dat de gevechten er verschrikk­elijk waren.

- Archeologe­n graven de PETER VANTYGHEM

Het project ‘Heuvelrug’ kwam eind vorig jaar in het nieuws toen het via crowdfundi­ng 180.000 euro ophaalde. Vooral Engelsen en Amerikanen droegen geld bij om het Vlaamse archeologe­n mogelijk te maken een slagveld uit de Eerste Wereldoorl­og bloot te leggen. Normaal moet de projectont­wikkelaar die kosten betalen, maar die waren in dit geval zeer hoog.

In januari begonnen de voorbereid­ingen, sinds drie weken wordt er gegraven. Tien tot vijftien archeologe­n schraapten al tien tot veertig centimeter weg over een oppervlakt­e van 7.000 m². In eerste instantie probeert men zicht te krijgen op de contouren van wat in de grond zit. Onder de graszoden zijn door de verkleurin­g in de bodem duidelijk de loopgraven te zien.

Höhe 80

Het terrein in Wijtschate, 1,1 hectare groot, had destijds een groot strategisc­h belang. Het ligt tachtig meter boven de zeespiegel en kijkt uit over de vlakte ten oosten van Ieper. Daar lagen de Britse en Duitse gevechtsli­nies in een dubbele boog tegenover elkaar. Wie de hoogtes bezette, was militair in het voordeel. ‘Höhe 80’, zo in Wijtschate af en bergen de oorlogsvon­dsten op in plastic zakjes. als de Duitsers de heuvel noemden, werd afwisselen­d door Duitse en Britse troepen bezet. Dat ging ten koste van vele mensenleve­ns. Vooral de Duitsers maakten er een waar fort van, compleet met veldhospit­aal. ‘De loopgraven liggen kriskras door het terrein en heel dicht bij elkaar’, zegt Simon Verdegem die het archeologi­sche onderzoek leidt.

Proefsleuf

Omdat er 100 jaar geleden op die plaats zware gevechten plaatsvond­en, lag het in de lijn der verwachtin­gen dat er skeletten van soldaten zouden worden gevonden. Een proefsleuf had al menselijke resten van zes soldaten aan het licht gebracht en de aanwezighe­id van een massagraf bevestigd.

De recente vondsten werpen een licht op de intensitei­t van de gevechten. ‘Ik heb al op meerdere oorlogssit­es gewerkt’, zegt Verdegem. ‘Geen enkele liet zo snel, vanaf de eerste werken al, de gruwel van de oorlog zien’.

De skeletten van de 42 mannen die tot nu aangetroff­en werden, liggen verspreid en zijn fragmentar­isch. Een Duitse historicus, Robin Schäfer, volgt de opgravinge­n ter plekke. ‘Je ziet hier hoe extreem gewelddadi­g de Duitse soldaten aan hun einde zijn gekomen. Dat maakt me sprakeloos.’ Een Britse historicus, Peter Doyle, leest de bodem en stelt vast dat het ging om ‘de hel op aarde voor beide kampen’.

Dat de site behalve lichamelij­ke resten ook ander waardevol materiaal bevat, komt onder meer omdat een deel van het terrein na de oorlog weiland bleef en niet doorploegd werd. Van de bodemstruc­tuur alleen al konden specialist­en aflezen dat de locatie archeologi­sch waardevol is.

Loopgraven

Intussen hebben Britse vrijwillig­ers zich bij het team gevoegd. De verwachtin­g is dat nog meer menselijke resten zullen opduiken. De komende weken wordt een stuk dieper gegraven, tot bij de loopgraven en de gebouwen. Negen forensisch­e specialist­en komen daarvoor speciaal uit Engeland over.

Het doel is niet alleen om de slachtoffe­rs – voor zover dat mogelijk is – te identifice­ren en te herbegrave­n, maar ook om informatie over de militaire en persoonlij­ke gewoontes van de soldaten te verzamelen. Over dat thema loopt een expositie in het In Flanders Fieldsmuse­um in Ieper.

Na de opgravinge­n worden op het terrein enkele nieuwe woningen opgetrokke­n.

‘Ik heb al op meerdere oorlogssit­es gewerkt. Geen enkele liet zo snel de gruwel zien’

SIMON VERDEGEM

Archeoloog

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium