De Standaard

REPORTAGE Met de boemel naar het eldorado

- VAN ONZE MEDEWERKER RAF CUSTERS

Voor het eerst in dertig jaar dendert er weer een goederentr­ein over de legendaris­che Benguelasp­oorlijn tussen Congo en Angola. Het begin van een economisch­e heroplevin­g voor het diepe zuiden? Raf Custers reisde het traject af en zag veel mooie beloftes, maar nog meer rotte dwarsligge­rs.

Luau.

Het regenseizo­en was nog maar pas begonnen, toen rovers in het Congolese grensstadj­e Dilolo een koerier van Agence La Colombe van zijn motor knalden en 245.000 dollar stalen. Een deel van de buit werd teruggevon­den bij administra­teur Yumba Kibawa, de hoogste autoriteit in Dilolo. Die moest in het openbaar terechtsta­an op het voetbalple­in van het stadje, maar kreeg geen straf. Hoogstens een overplaats­ing naar Kolwezi, de hoofdstad van de nieuwe en ertsrijke provincie Lualaba. Want Kibawa had naar eigen zeggen ook veel goeds gedaan voor de stad.

Op zijn aansturen kopen ondernemer­s met geld en visie momenteel gronden tot vijftien kilometer rond Dilolo. Ooit reden hier per dag twaalf treinen met koper, zink en andere ertsen de grens over. De containers vertrokken uit het Congolese mijnbekken rond Kolwezi en werden in de Angolese havenstad Lobito overgelade­n in schepen met bestemming Antwerpen. Vandaag hopen speculante­n dat de trein na dertig jaar eindelijk terugkomt. Zou het?

Chinese treinen, Portugese boodschapp­en

In 1991 reisde ik zelf een eerste keer over een deel van deze legendaris­che spoorlijn, waarlangs ook duizenden Belgische kolonialen vanuit Angola naar het Congolese binnenland waren gereisd. Met de grote baas van de Benguelasp­oorlijn maakte ik een inspectier­eis van de havenstad Lobito tot het 1.000 meter hoog gelegen Huambo, Angola’s tweede stad en toen een rebellenbo­lwerk. Er patrouille­erden blauwhelme­n van de Verenigde Naties, je voelde de dreiging – de Angolese burgeroorl­og kende in dat jaar een korte luwte – maar we werden feestelijk onthaald. We bezochten de immense werkplaats­en van de spoorwegma­atschappij en hospitalen waar slachtoffe­rs van landmijnen prothesen kregen. Enkele maanden later barstte het geweld opnieuw los en viel het treinverke­er definitief stil.

Onze inspectier­eis duurde bijna een volle week. Vandaag doe ik hetzelfde traject in amper zeven uur. Er rijden nu immers Chinese treinen over de Benguelali­jn. De reis is comfortabe­l, toch in eerste klasse. Beenruimte zat, in de rug van de stoelen zitten videoscher­mpjes (die niet functioner­en). Boven de deuren scrolt een Chinese boodschap over een lichtkrant, maar de bedienings­panelen voor het treinperso­neel hebben Portugese opschrifte­n. Er lopen veel agenten door de trein. Ze vatten een man zonder papieren en twee gauwdiefje­s die ze in een tussenstat­ion met de boeien om wegleiden. Ze laten me niet naar derde klasse gaan, maar ik weet dat het daar propvol zit – bij een kruisende passagiers­trein hangen de mensen uit de raampjes, voor frisse lucht.

Petroleum voor transport

De trein verandert alles, vertelt Mauricio, een zestiger die als kind naar Congo is gevlucht. Hij heeft voor de oorlog nog de train rapide meegemaakt. Ze stookten de locomotief met hout en wie het hoofd naar buiten stak, riskeerde splinters in het oog te krijgen. Een andere reiziger, een veearts, legt uit hoe dankzij de spoorweg de provincie weer aansluitin­g vindt bij de kust. Veel wegen blijven immers slecht, en veel bruggen onberekenb­aar. De trein is dus de beste optie voor wie moet reizen.

Reizigers zouden een prioriteit moeten zijn op de Benguelasp­oorlijn, zegt Ana Duarte, professor economie aan de universite­it van Lobito, maar China heeft de lijn volledig in functie van industriël­e behoeftes ontworpen. Wegen naar en van de stations, die de

In 1991 reisde ik een eerste keer over de legendaris­che lijn. Het traject waarvoor ik toen bijna een volle week nodig had, doe ik nu in amper zeven uur

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium