De Standaard

WEES BEREID OM BELEDIGD TE WORDEN

- TINNEKE BEECKMAN

nemen. Vorige week, tijdens een zondags debat waarop ik live tekende, kondigde de Waalse minister van Volksgezon­dheid Alda Greoli aan dat het CDH vóór was (ik heb het zelf gehoord). Op maandag moest ze komen vertellen dat ze slechts haar persoonlij­ke mening had gegeven. Ik stel voor dat de RTBF voortaan tijdens haar weerberich­t behalve de voorspelli­ng, de efemeriden en de hoeveelhei­d pollen in de lucht ook de houding meedeelt van het CDH over de abortuskwe­stie.

Voor het overige kijk ik nog maar eens naar de foto’s van Trump en Macron. Wat een mooie bromance!

Het klaart op, ik ga een luchtje scheppen. Tot binnenkort.

Tegendraad­s denken, eigenzinni­g redeneren, het zijn houdingen die schijnbaar hoog gewaardeer­d worden. Toch is de openheid voor aparte, kritische ideeën vaak beperkt.

Een actueel voorbeeld: de naam Jordan Peterson valt zelden zonder de vermelding altright erbij, alsof de man een vertegenwo­ordiger is van een zeer kwalijk soort rechts denken dat de democratie in gevaar brengt. De lezer is gewaarschu­wd. En wel op basis van een guilt by associatio­n: altright is verwerpeli­jk, dan moet die hele Jordan Peterson dat ook zijn. Peterson zelf beweert onder tussen dat hij niets met altright te maken heeft. Zijn ideeën mogen dan zeker vatbaar zijn voor kritiek, maar ze vormen geen bedreiging voor de democratie.

Peterson is een Canadese klinisch psycholoog, die bekendstaa­t als tegenstand­er van het politiek correcte denken aan Amerikaans­e universite­iten. Hij hekelt de blindheid bij westerse intellectu­elen voor het massale geweld van het communisme. Hij spreekt ongegeneer­d over mannelijkh­eid en vrouwelijk­heid, en verwijst naar biologisch­e componente­n.

Hij meent dat de blanke patriarcha­le orde niet verantwoor­delijk is voor de problemen in deze tijd. Zijn boek rules for life, an antidote to chaos voert sinds januari internatio­naal de bestseller­slijsten aan. Het werk schippert tussen metafysisc­he ideeën over orde en chaos, eerder conservati­eve leefregels, wetenschap­pelijke gegevens, persoonlij­ke anekdotes en haast priesterli­jke aanmaninge­n om nefaste neigingen te beteugelen. Ariane Bazan gaf al een kritische lectuur van zijn boek (DS 31 maart).

Maar moet de lezer oppassen wanneer hij met zulke ideeën in contact komt? Niet echt. Peterson verdedigt zelfs stellingen die de democratie dienen. Bijvoorbee­ld dat de vrijheid van mening belangrijk­er is dan de mogelijkhe­id dat iemand zich door een mening gekwetst voelt. In een interview met journalist­e Cathy Newman van Channel 4, dat al meer dan tien miljoen keer bekeken werd op Youtube, verdedigt Peterson zijn standpunt met verve. Van in het begin probeert Newman om Peterson in de hoek van onverdraag­zaam rechts te duwen. Dan vraagt ze dit aan Peterson: waarom zou jouw recht op vrijheid van mening belangrijk­er zijn dan het recht van minderhede­n om zich niet beledigd te voelen? Omdat je altijd het risico neemt beledigend te zijn als je echt wilt denken, antwoordt Peterson. Dat geldt ook in dit gesprek, waarbij de journalist het risico neemt om de gesprekspa­rtner te beledigen. Zo hoort het ook. Dat is wat gebeurt wanneer iemand de waarheid zoekt. Dan heb je het recht op vrijheid van expressie nodig, aldus Peterson. Newman had er niet van terug. Ze werd geconfront­eerd met haar eigen vooroordel­en: dat je in naam van nietdiscri­minatie bepaalde groepen op kousenvoet­en moet benaderen, terwijl anderen het best een tackle krijgen.

Peterson raakte ook bekend wegens zijn verzet tegen een Canadese wet over uitingen in de strijd tegen discrimina­tie. Zo zouden transgende­rs het recht krijgen hun eigen aansprekin­g te kiezen. Ze mogen dan niet meer met de voornaamwo­orden ‘hij’ of ‘zij’ worden aangesprok­en, maar met nieuwe woorden als Per, Ey of Zhe. Volgens Peterson is het onwerkbaar en principiee­l onaanvaard­baar. Dan bepaalt de wet hoe je je moet uitdrukken. Het argument dat je een transgende­r uit vriendelij­kheid (‘kindness’) moet tegemoetko­men, vindt hij ook onzin. Die vriendelij­kheid heeft geen voorrang op vrije expressie. En achter zo’n eis tot vriendelij­kheid gaat dwang schuil. Peterson wijst er geduldig op dat dergelijke eisen om minderhede­n niet te discrimine­ren niets opleveren, maar net zelf machtsmidd­elen dreigen te worden. Verdedigt Peterson daarmee een extreem standpunt?

Peterson heeft zijn succes vooral te danken aan de kalmte waarmee hij blijft debatteren, terwijl hij aan de schijnbaar nietmoreel aanvaardba­re kant van het argument staat. Hij staat dus niet daar waar de goedheid tegenover het vermeende slachtoffe­r primeert op elk ander principe, ongeacht de gevolgen.

Eigenlijk is Peterson helemaal niet zo radicaal. Wellicht heeft er een radicale veranderin­g plaatsgevo­nden over welke ideeën het best ongehinder­d worden verspreid.

Het argument dat je een transgende­r uit vriendelij­kheid moet tegemoetko­men, vindt Peterson onzin

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium