De Standaard

Scenariste­n spannen samen

Een bus vol Waalse en Vlaamse scenariste­n trekt vandaag naar het Franse televisief­estival Séries Mania. Wat kunnen ze tijdens die reis van elkaar leren?

- VALERIE DROEVEN

Tom Audenaert moet zowat de enige gemeenscha­ppelijke deler zijn van de Vlaamse en de Waalse tvfictie. De Walen zijn unaniem fan van hem, in elk noemenswaa­rdig tvproject duikt hij er op. Maar voorts zijn er weinig raakpunten tussen noord en zuid.

Toch trekt een bus met dertig Belgische scenariste­n vandaag naar het televisief­estival Séries Mania in Rijsel. En dat allemaal onder de noemer

Belgian bright – een speelse knipoog naar Scandi noir. Het festival is de laatste jaren uitgegroei­d tot place to

be voor Europese producente­n die een tvproject internatio­nale ruchtbaarh­eid willen geven, of er internatio­naal geld voor willen inzamelen. Series als Tabula rasa en Beau Séjour gingen in Rijsel al over de tongen lang voor ze op het Vlaamse tvscherm te zien waren.

‘We gaan in Vlaanderen steeds vaker coproducti­es aan met buitenland­se spelers’, zegt Helen Perquy. Ze is onafhankel­ijk tvproducen­t, en

executive producer van Tabula rasa. ‘Waarom dan niet met profession­als aan de andere kant van de taalgrens? Omdat ideeën vaak ontstaan bij de schrijvers en scenario’s de basis van een reeks vormen, hopen we dat er vanonderui­t spontane samenwerki­ngen ontstaan.’

‘Dramedy’

Samen met Sylvie Coquart, directeur fictie van de RTBf, lanceerde Perquy het idee van de scenariste­nbus. ‘We zijn een klein land dat op de Europese tvmarkt tegen veel grotere landen moet opboksen’, zegt Coquart. ‘Het is beter om samen de boer op te gaan met onze tvreeksen.’

‘De Waalse tvfictie staat nog in haar kinderscho­enen’, geeft Coquart toe. ‘Twee jaar geleden was er La trêve, daarna Ennemi public en het voorbije najaar Unité 42. En over enkele weken begint Champion, een onconventi­onele dramedy – typisch Belgisch. Maar voordien bestond tvfictie niet in Franstalig België. De Vlaamse fictiesect­or heeft de voorbije twintig jaar een grote voorsprong opgebouwd.’

Die wordt tastbaar bij een serie als Unité 42. De Waalse crimireeks over de Brusselse cyber crime unit is wel grotendeel­s geschreven door Waalse scenariste­n, maar drie Vlamingen regisseerd­en de reeks: Indra Siera

(Professor T.), Roel Mondelaers (Connie & Clyde) en Hendrik Moonen (Zuidflank). ‘De Vlaamse ervaring heeft de reeks goed gedaan, maar die was nooit geworden wat ze is zonder de opkomende Franstalig­e schrijvers. Dat is wat we met de scenariste­nbus ook willen: creativite­it puren uit de verschille­n aan beide kanten van het land.’

Zowel Perquy als Coquart ziet aan beide kanten van de taalgrens een lichtjes verschille­nde schrijfcul­tuur. ‘De Vlamingen doen dit al langer’, zegt Perquy. ‘Daardoor denken ze meer in formats. Ze schrijven ook nuchterder, met de voeten op de grond. De Franstalig­e scenariste­n zijn jonger en experiment­eren meer. Tegelijk komen ze vaak uit de filmsector. Het maakt hun schriftuur filosofisc­her, de scenario’s zijn breedsprak­eriger. Ze dragen die Franse cultuur in zich.’

Brussel als inspiratie

Coquart, die zelf Française is, wil nog geen grote conclusies trekken na twee jaar in België. ‘Maar ik denk wel dat het klopt dat Vlaamse scenariste­n pragmatisc­her zijn. De zoektocht naar de waarheid is meestal de belangrijk­ste drijfveer in hun werk. Hun Franstalig­e collega’s leggen in hun verhaal meer de nadruk op de menselijke relaties. Ze zijn meer geïnteress­eerd in de drijfveren van de personages.’

Zo is Brussel een thema dat jonge Franstalig­e serieschri­jvers aantrekt. Coquart legt een parallel met de Brusselse hiphop die op dit moment aan het boomen is. ‘Meer dan films zegt tvfictie iets over het hier en nu. En in Brussel liggen de verhalen nu op straat. Net omdat de discipline in Franstalig België nog zo jong is, is de honger groot om ermee aan de slag te gaan. Zoals momenteel gebeurt in de muziekwere­ld.’

Behalve creatieve kruisbestu­ivingen, zijn er ook commerciël­e voordelen aan samenwerki­ngen tussen beide landsdelen. ‘Franstalig België is onze sleutel tot de Franse markt’, zegt Perquy. ‘De Franse tvmarkt is heel protection­istisch, dan helpt het om Franstalig­e landgenote­n te hebben. En omgekeerd kunnen wij, als Vlamingen, Franstalig­e projecten introducer­en in Nederland en Duitsland.’

Staan er al samenwerki­ngen in de steigers? ‘Er liggen enkele projecten op mijn bureau’, zegt Coquart. ‘Maar het kan niet moeilijk zijn om een Belgisch tvverhaal te vinden dat natuurlijk aanvoelt, toch?’ Eén acteur is alvast zeker van een rol: Tom Audenaert.

‘Vlamingen denken meer in formats. Ze schrijven nuchterder. De Franstalig­e scenariste­n zijn jonger en experiment­eren meer’

HELEN PERQUY Tvproducen­t

‘We zijn een klein land dat op de Europese tvmarkt tegen veel grotere landen moet opboksen’

SYLVIE COQUART Directeur fictie RTBf

 ?? © rr ?? ‘La trêve’: in het dorp van een politieins­pecteur wordt een lijk opgevist.
© rr ‘La trêve’: in het dorp van een politieins­pecteur wordt een lijk opgevist.
 ?? © rr ?? ‘Tabula rasa’: Veerle Baetens in haar meest breekbare rol.
© rr ‘Tabula rasa’: Veerle Baetens in haar meest breekbare rol.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium