Zwartepieten met transmigranten
BrusselNoord lijkt de jongste weken op een vluchtelingenkamp en dus opent een Brussels centrum voor daklozen weer zijn deuren. Maar Theo Francken, Pascal Smet noch Bernard Clerfayt wil de factuur betalen.
BRUSSEL I Precies tien dagen is hij in België. Al evenveel nachten sliep Omar (25) buiten, op de grond, voor de ingang van het Brusselse Noordstation. Ondanks het goede weer is hij ook vandaag in de donkere gang onder de sporen gebleven, waar vrijwilligers elke dag voedsel uitdelen. Maar straks om 1 uur sluit het station en moet hij weer naar buiten. ‘Elke avond trek ik naar het Maximiliaanpark, op zoek naar een bed. Ik heb nog nooit succes gehad.’
Omar is niet de enige. Sinds begin deze week is het aantal daklozen dat de nacht in en rondom het station moet doorbrengen, sterk toegenomen. Het gaat naar schatting om een honderdtal mensen, vooral migranten. Tot eind april slaagde het Burgerplatform voor Overnachtingen er nog in om bijna altijd iedere van de zowat 550 migranten die zich ’s avonds in het nabije Maximiliaanpark verzamelden aan een bed te helpen. Zo’n 300 van hen gingen naar gezinnen, 250 naar het opvangcentrum dat stad Brussel ter beschikking stelde: Porte d’Ulysse.
Openbaar toilet
Maar samen met de rest van de winteropvang heeft dat laatste gebouw eind vorige maand de deuren gesloten. ‘Toen die sluiting bekendraakte, kwamen er zich spontaan nieuwe gezinnen aanbieden’, zegt Mehdi Kassou, coördinator van het Burgerplatform. ‘Het aantal migranten dat zij slaapplaats bieden, is gestegen naar 450 per nacht.’
Maar dat volstaat niet en dat voelt het Noordstation. Vooral in de terminal onder aan het station, waar bussen af en aanrijden, zie en, vooral, ruik je de gevolgen. ‘De hygiënische overlast is groot’, zegt Sara Jane De Putter van De Lijn. ‘De mensen die er verblijven, doen er ter plekke hun behoefte. Het subjectieve onveiligheidsgevoel onder de reizigers is groot, velen stappen nu op aan het Rogierplein om de plek te ontwijken.’
Die impact op de openbare orde, weegt in niets op tegen het feit dat die mensen geen bed hebben, zegt Jonathan Eeckhoudt (30), wachtend op de bus. ‘Die mensen moeten toch ergens terecht? Ze vallen niemand lastig, maar doden hier gewoon de tijd. Al snap ik wel dat niet iedereen zich hier op zijn gemak voelt. Dit moet opgelost worden. Dat is beter voor iedereen.’
‘0 euro, dat kunnen ze krijgen’
De escalerende situatie zette de Brusselse regering ertoe aan om opvangcentrum Porte d’Ulysse ‘zo snel mogelijk’ te heropenen. Wan
‘Die mensen moeten toch ergens terecht. Ze vallen niemand lastig, maar doden hier gewoon de tijd’
JONATHAN EECKHOUDT
Reiziger
‘De hygiënische overlast is groot, net als het subjectieve onveiligheidsgevoel onder de reizigers’
SARA JANE DE PUTTER
De Lijn
neer dat precies zal gebeuren, is onduidelijk. Volgens Kassou zijn nog twee tot drie weken nodig om alles opnieuw in orde te brengen. Op dat moment ‘zal dit acute probleem wel opgelost zijn’, zegt hij, want de sluiting van het centrum is de enige aanleiding ervoor. ‘Het aantal migranten dat zich bij ons aanbiedt, is sinds december niet toegenomen.’
Rest de vraag wie die heropening zal betalen. Brussels minis ter Pascal Smet (SP.A) wil de factuur doorsturen naar het federale niveau. Hij stuurde een brief aan premier Charles Michel (MR) en staatssecretaris Theo Francken (NVA). ‘Zestig procent van de mensen die in het opvangcentrum verbleven, heeft geen verblijfstitel of is op doortocht naar andere Europese landen (het zijn dus sanspapiers of transmigranten, red.)’,
schreef hij daarin. Smet roept zijn federale collega’s daarom op om hun verantwoordelijkheid te nemen: de opvang van migranten is een federale taak.
Maar het antwoord van Francken liet niet veel ruimte voor interpretatie: ‘0 euro, dat kunnen ze krijgen’, zei hij. De openbare orde en veiligheid zijn een taak van de gemeentes, dus zouden zij de zaak moeten oplossen, vindt hij. De burgemeester van Schaarbeek, Bernard Clerfayt (Défi), antwoordde op zijn beurt: ‘Ik wil er toch even aan herinneren dat het de opdracht is van de federale spoorwegpolitie om in te staan voor de orde in het Noordstation en de directe omgeving.’ En die spoorwegpolitie hangt dan weer rechtstreeks af van federaal minister Jan Jambon (NVA).
De bevoegdheidsverdeling in dit verhaal is een groot kluwen. Twee burgemeesters, twee regeringen en drie ministers of staatssecretarissen zijn elk een beetje bevoegd. Omdat de mensen over wie het gaat hun verantwoordelijkheid zijn, ofwel vanwege geografische redenen. Het treinstation en de directe omgeving liggen op twee gemeentes: Brussel en Schaarbeek. Er zijn drie politiekorpsen werkzaam: die van BrusselHoofdstad, de zone BrusselNoord (Schaarbeek, Evere, SintJoost) en de federale spoorwegpolitie. Het gebouw waar het station zich in bevindt, is in handen van het Brussels gewest, verzekeraar AXA, in mindere mate van de NMBS en Bpost. Het is, met andere woorden, de perfecte hotspot voor een rondje de hete aardappel doorschuiven.
Intussen is Omar bang dat hij het vanavond opnieuw zonder een bed zal moeten stellen. ‘De plaatsen zijn de laatste dagen heel beperkt’, weet hij. ‘Ik ga vanavond zeker opnieuw richting het park. Wens me geluk, want ’s nachts is het echt nog wel koud.’