De Standaard

Weinig animo voor gemeenscha­psdienst

Slechts 48 OCMW’s zetten leefloners aan het werk. Waarom doen Antwerpen en Gent dat niet?

- Het EVELINE VERGAUWEN JANFREDERI­K ABBELOOS stelt mensen met een leefloon tewerk in de kringloopw­inkel.

BRUSSEL I Assisteren bij de wedstrijde­n van Racing Genk, helpen in het dierenasie­l, met huiswerkbe­geleiding of in de bibliothee­k: de 113 leefloners die in 2017 een gemeenscha­psdienst verrichtte­n, kregen uiteenlope­nde taken. Maar die 113 leefloners zijn maar een fractie van de 140.000 leefloners in ons land.

Sinds 2017 mogen OCMW’s gemeenscha­psdienst als voorwaarde verbinden aan de toekenning van het leefloon. Er is één voorwaarde: de leefloner moet ermee instemmen. Een succes kan men de gemeenscha­psdienst niet noemen. Dat merkt ook Nahima Lanjri (CD&V) op. Zij vroeg de cijfers op bij minister van Maatschapp­elijke Integratie Denis Ducarme (MR). ‘Niet veel OCMW’s maken er gebruik van, nog geen een op de tien.’

De koppeling van gemeenscha­psdienst aan het leefloon staat nochtans prominent in het regeerakko­ord, zowel voor leefloners als voor langdurig werkzoeken­den. Open VLD hamert al langer op het belang van gemeenscha­psdienst en voerde tijdens de vluchtelin­gencrisis de druk op, om nieuwkomer­s te activeren.

80 euro extra

Een aantal OCMW’s heeft de weg naar de gemeenscha­psdienst gevonden. Het gaat onder meer om Opwijk, Blankenber­ge, Genk en Izegem. In Blankenber­ge ging het vorig jaar om 17 leefloners. Ze verdienen er zelfs een centje bij, boven op hun leefloon: één euro per uur, als ze halftijds werken bij de groen of schoonmaak­dienst. Een aalmoes? ‘Dat is toch makkelijk 80 euro per maand, meer dan tien procent van het leefloon’, zegt Björn Prasse, de OCMWvoorzi­t ter van Blankenber­ge.

Levert de gemeenscha­psdienst ook wat op? De bedoeling was dat hij een opstap naar werk zou zijn. ‘Dat lukt bij ons goed’, zegt Patrick De Smedt (NVA), de OCMWvoorzi­tter van Opwijk. Hij begon al in 2014 met gemeenscha­psdienst, nog voor het wettelijk mogelijk was. ‘Een op de vier leefloners stroomt door naar de gewone arbeidsmar­kt. Af en toe wordt er iemand geschorst, maar dat is veeleer de uitzonderi­ng.’

In Genk kwam slechts een van de twaalf leefloners na de gemeenscha­psdienst in een gewone job terecht. ‘Ook als het niet lukt om iets op te bouwen, is het een zinvolle participat­ie aan de samenlevin­g’, zegt directeur Karine Lycops van de sociale dienst.

Nuttig werk?

Waarom springen zo weinig OCMW’s op de kar? De verklaring ligt wellicht bij de OCMW’s zelf, niet bij de motivatie van de leefloners. Slechts een op de vijf OCMW’s staat achter de gemeenscha­psdienst, bleek al uit een rondvraag uit 2015.

Toch blijft het opvallend: veel centrumste­den – met veel leefloners – laten de gemeenscha­psdienst links liggen: Kortrijk, Mechelen, Gent, Aalst, Brugge, SintNiklaa­s en zelfs Antwerpen. ‘Wij werken in een GPMI (geïndividu­aliseerd project voor maatschapp­elijke integratie, red.) met opleiding, Nederlands­e lessen en tijdelijke tewerkstel­ling’, zegt Michael Lescroart, woordvoerd­er van OCMWvoorzi­tter Fons Duchateau. ‘Zolang leefloners daaraan werken, gaan we van hen geen gemeenscha­psdienst vragen. We krijgen mensen nuttig aan het werk.’

In Gent heeft men weinig zin om het eigen systeem van ‘arbeidszor­g’ om te vormen tot gemeenscha­psdienst. ‘Mensen die niet halftijds kunnen werken, sturen we in de richting van “arbeidszor­g”, vrijwillig­erswerk’, zegt OCMWvoorzi­tter Rudy Coddens.

Hoewel de gemeenscha­psdienst nog geen succes is, is het GPMI dat wel. Sinds 2017 is dat voor elke nieuwe leefloner verplicht. Het aantal GPMI’s is sindsdien verdubbeld.

‘Af en toe wordt er iemand geschorst, maar dat is veeleer de uitzonderi­ng’ PATRICK DE SMEDT (NVA) OCMWvoorzi­tter Opwijk

 ?? © Tim Dirven ?? OCMW van Geraardsbe­rgen
© Tim Dirven OCMW van Geraardsbe­rgen

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium