IN THE MONEY
De beelden waren een hit op internet. Mike Coupe, de ceo van de Britse supermarktketen Sainsbury’s, wachtend op het moment dat hij door het televisiestation ITV geïnterviewd werd over de fusie met concurrent Asda. Om de tijd te doden, neuriede hij binnensmonds een liedje. ‘We’re in the money, the sky is sunny, let’s lend it, spend it, send it rolling along!’ Coupe neuriet de melodie nog een keer zonder woorden en neemt dan een slok van zijn koffie.
Wat hij niet wist, is dat de camera’s al liepen. Iemand bij ITV kon niet aan de verleiding weerstaan om de beelden door te spelen aan de pers. Coupe zag zich gedwongen een officiële reactie te verspreiden. ‘Ik ken het liedje uit de musical 42nd Street, die ik vorig jaar gezien heb. Ik geef toe dat het een wat ongelukkige keuze was en ik hoop dat ik niemand heb beledigd.’
Mij niet. Fijn dat iemand de populariteit van het aloude American Songbook nog eens een duwtje in de rug geeft, zou ik zeggen. Want met zijn ongewilde optreden speelt Coupe in op de traditie dat populaire songs actuele, en niet zelden economische onderwerpen tot onderwerp hebben. Vooral de Grote Depressie van de jaren 30 werd volop bezongen.
Uit die periode dateert het nummer dat Coupe ten gehore bracht. Het werd geschreven in 1933, en was bedoeld om het einde van die depressie te vieren. ‘Ol’ man Depression, you are through’, zong Ginger Rogers ietwat voorbarig in de film Gold Diggers of ’33, waarin het nummer zijn debuut beleefde. Voor de gelegenheid was ze gehuld in een geheel uit glanzende dollarmunten vervaardigd gewaad. Om haar heen zwaaiden danseresjes met grote kartonnen dollars.
Niet alleen Ginger Rogers zong tijdens de depressie over de economische conjunctuur. Ella Fitzgerald bezong in ‘Who Cares’ van George Gershwin haar avonturen op de effectenbeurs. ‘Let a million firms go under, I am not concerned with stocks and bonds that I’ve been burned with’. En Billie Holiday kweelde ‘Days may be cloudy or sunny, we’re in or we’re out of the money’ in Come rain or come shine.
Het bekendste nummer uit het Ameri can Songbook over de economische conjunctuur is Brother, can you spare a dime uit 1932, bekend geworden door Bing Crosby. Het heeft niets van het vrolijke onskannietsgebeurenoptimisme dat de andere songs kenmerkt. ‘Why should I be standing in line, just waiting for bread’, croont Crosby. Het nummer gaat over een ooit trotse arbeider die door de depressie aan de bedelstaf is geraakt, en staat bekend als de eerste protestsong ooit. Sommige politici verwierpen het destijds als antikapitalistische propaganda en pleitten ervoor om het te bannen van de radiostations. Maar de meeste songschrijvers uit die tijd hadden niet de bedoeling commentaar te leveren op de economie. Ze wilden vooral vertier bieden dat mensen de kans bood om de ellende even te vergeten.
Zou Mike Coupe daar allemaal bij stilgestaan hebben, toen hij zijn economische succes bezong met een melodietje uit een musical? Het is te betwijfelen. Maar hij sloeg wel de spijker op zijn kop. Coupe bezit volgens het jaarverslag 1,14 miljoen aandelen van Sainsbury’s. Na de aankondiging van de fusie ging de koers met 20 procent omhoog. Het leverde hem ruim een half miljoen euro meerwaarde op. We’re in the money, indeed.
Vooral de Grote Depressie van de jaren 30 werd volop bezongen