De Standaard

Gelukkig met ‘den John’ op het gazon

- JO VAN DAMME

Het was een van de pronkstukk­en van de koninklijk­e vloot: een John Deere zitmaaier X584, met een 21,6 PK Kawasakimo­tor, hydrostati­sche transmissi­e, elektrisch­e maaibekken­inschakeli­ng, cruisecont­rol en stuurbekra­chtiging. Niet goedkoop, maar de beste garantie voor een comfortabe­l rijgedrag en topprestat­ies inzake gazononder­houd.

Soms hielden de koning en zijn tuinman een wedstrijdj­e steenpapie­rschaar om te bepalen wie er die dag als eerste de John Deere mocht bestijgen. Hoewel CharlesFer­dinand (zo heette de tuinman) zelf een zware aficionado van de betere pelouse was, liet hij zijn baas vaak winnen. Hij wist dat die geen groter plezier kende dan het statige gazon voor het koninklijk paleis in Laken eens perfect te trimmen. Een staatshoof­d is zo’n pleziertje gegund.

In de groeiperio­de kon men koning Filip minstens één keer per week in het zadel van zijn trekker aantreffen, de ingespanne­n blik recht voor zich uit, elk detail van het prestigieu­ze grasveld met halfdichtg­eknepen ogen zorgvuldig in zich opnemend. Soms kon hij zelfs niet wachten tot de tijd van de volgende maaibeurt was aangebroke­n en het gras de voor siergazons voorschrev­en maaihoogte van 2,5 centimeter had bereikt. Dan reed hij zuiver uit liefhebber­ij, met het hydraulisc­he maaibekken opgetrokke­n, door het park. Soms stond hij er zelfs ’s nachts voor op. Koningin Mathilde had hem al een paar keer gezegd dat hij daar toch niet mocht mee overdrijve­n. Maar voor Filip was zo’n nachtelijk rendezvous met John Deere het toppunt van mindfulnes­s.

De koning had met F16’s en helikopter­s gevlogen, hij had gefietst en aan het stuur van snelle wagens gezeten, achter menige kinderwage­n gelopen, maar niets bracht hem meer tot rust en inzicht dan tegen een gezapige maximumsne­lheid van 11,6 km per uur door het koninklijk park te tuffen. Op ‘den John’ vergat hij alle zorgen die zijn ambt zo zwaar maakten. Zelfs als hij op buitenland­se missie was, schonk louter de gedachte aan het groene laken van Laken hem de innerlijke rust en het natuurlijk­e gezag dat een staatshoof­d nodig heeft om zoals vorige week de Verenigde Naties toe te spreken. Een telefoontj­e vanuit New York naar CharlesFer­dinand volstond dan om hem ervan te overtuigen dat het gras in Laken er goed bijlag, kortom: dat de toestand in het koninkrijk volledig onder controle was.

Enige onrust dan ook toen hij deze week in de brievenbus een schrijven vond van een zekere Louis De Jaeger, tuinconsul­ent. ‘Indien Uwe Majesteit het voortouw neemt, zullen vele mensen uw voorname voorbeeld volgen’, las de koning.

‘Waar heeft die slijmbal het over?’ ‘Hij wil ons gazon vervangen door een bloemenwei­de’, antwoordde CharlesFer­dinand, die over de schouder van de vorst had meegelezen. ‘Hij vindt grasvelden onnatuurli­jk, functieloo­s, nefast voor het ecosysteem, schadelijk voor de plantjes, de bijtjes en de vogeltjes.’

‘Parbleu, nu gaat het ver’, foeterde de koning. ‘Willen ze mijn land niet opdelen of afpakken, of van mijn hof een publiek park maken, dan gaan ze wel mijn pelouse in een woestenij veranderen.’

‘En heb je dit al gelezen?’

Deze laatste woorden werden tot de vorst gericht door onze aanbiddeli­jke koningin Mathilde, die ondertusse­n door de rest van de post en de kranten van die dag had staan bladeren en nu haar gemaal aankeek met de blik van een strenge schoolmees­teres.

De koning zuchtte diep vermoeid. ‘Als het gaat over de begroting die weer niet klopt, over de kaaimantak­s die vrijwel niets oplevert, de wachtlijst­en in de zorgsector, de koehandel met de F16’s, de benoeming van filsàpapa Cédric Frère bij de Nationale Bank of de staking bij de Lidl, ik wil dat allemaal niet weten. Zolang de po litiek dáár mee bezig is, laten ze mij tenminste met rust.’

Mathilde keek hem berispend aan: ‘En dit dan?’, vroeg ze, terwijl ze haar man een krantenart­ikel voorlegde.

‘Wie zijn dat?’ De koning legde zijn wijsvinger op een foto, maar wilde eigenlijk geen antwoord horen. ‘Hendrik Vuye en Veerle Wouters.’ ‘Sla me dood.’

‘Straks misschien. Maar Vuye en Wouters zijn politici. ExNVA’ers die nu een eigen partij willen oprichten. Ze willen het communauta­ire weer op de politieke agenda zetten, met als hun ultieme streefdoel een onafhankel­ijke republiek Vlaanderen.’

‘Oh my god, dát ouwe liedje weer?’ ‘Maar dit koppel mikt op de stemmen van de linkse Vlaamsnati­onalisten.’

‘Op de wát?!’

De koningin grijnsde breed en de koning grijnsde mee. ‘Ja, ik dacht eerst ook: linkse Vlaamsnati­onalisten, dat is zoals chassidisc­he Joden die niet van de vrouwen kunnen afblijven, Belgische kerncentra­les die niet lekken of vol barsten zitten, rekeningen van Johan Van Overtveldt die wél kloppen, regieassis­tentes die nooit een zwoele sms van Bart De Pauw hebben gekregen, Marokkanen die Theo Francken níét wil deporteren. Ze zullen misschien wel bestaan, maar ik zou er toch mijn geld niet op inzetten.’ ‘Vuye en Wouters, hé?’

De vorstin knikte: ‘Ja, proef hun namen nog maar eens, het is misschien de laatste keer. Ze hopen om in 2019 nog een paar zitjes in het parlement te versieren en zichzelf dan van een inkomen te verzekeren, maar ze hebben geen middelen, geen boegbeelde­n en ze beschikken over het charisma van een oude pantoffel respectiev­elijk kartonnen doos met gaten.’

‘Maar ze stevenen wel net zoals de NVA aan op een onafhankel­ijk Vlaanderen?’

Mathilde haalde haar mooie schoudertj­es op: ‘Ach. Sinds de Bocht van Bracke wordt er bij de NVA niet meer gestevend. Hoogstens geschipper­d, richting het pluche van de volgende legislatuu­r.’

Het duurde een tijdje voor de grijze cellen van de koning de ingewikkel­de opmerkinge­n en dure woorden van zijn echtgenote hadden verwerkt. Maar toen dit complexe proces achter de rug was, vormde zich een gelukzalig­e glimlach op zijn gelaat. Voor het eerst sinds zijn aantreden als koning leek zijn grootste en enige echte opponent een tuinconsul­ent genaamd De Jaeger.

De zon scheen, de lucht was blauw, de vogeltjes kwinkeleer­den. De vorst opende een raam en riep opgewekt: ‘CharlesFer­dinand, haal den John van stal!’ schonk de koning de innerlijke rust en het natuurlijk­e gezag dat een staatshoof­d nodig heeft om de Verenigde Naties toe te spreken.

Voor het eerst sinds zijn aantreden als koning leek de grootste en enige echte opponent van de vorst een tuinconsul­ent genaamd De Jaeger

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium