De Standaard

De slag om Brussel

NOËL SLANGEN ziet dat de NVA haar zinnen zet op Brussel. Toch zijn de gemeentera­adsverkiez­ingen niet meer dan een generale repetitie voor de Brusselse parlements­verkiezing­en van volgend jaar.

-

Brussel: zijn Atomium, Manneken Pis en de mooiste Grote Markt van de wereld. Waar je goed eet en je niet naar huis gaat zonder een reusachtig­e doos pralines. Dat is zowat het beeld dat de wereld van onze hoofdstad heeft. Maar het is niet dat van Vlaanderen. Daar heerst een beeld van Brussel als dystopisch­e smeltkroes van vuiligheid, hooghartig­heid en onveilighe­id. De onrust in de wijk Peterbos heeft dat beeld nog versterkt.

Het Peterbos is dan ook geen bos, maar grauwheid, verwaarloz­ing en vooral migratie. Jongeren hangen er doelloos rond, tenzij ze drugs dealen of stenen naar politieage­nten of cameraploe­gen smijten. Nochtans zou één tovermidde­l volstaan, om van dat Brussel een paradijs te maken. Gewoon die negentien gemeenten bij elkaar smijten en in dezelfde beweging de Franstalig­e socialiste­n bij het huisvuil zetten. Wie dat gelooft, krijgt er de 72 blozende Vlaamse maagden gratis bij.

Bijrol met een gouden rugzakje

Op zondag 14 oktober zijn er ook gemeentera­adsverkiez­ingen in de Brusselse gemeenten. De Vlaamse partijen spelen in die verkiezing niet meer dan een bijrol. Onder de 700 raadsleden waren amper 78 Nederlands­talige gekozenen. De meesten van hen hadden hun zetel bovendien te danken aan de Franstalig­e zusterpart­ij, waarmee ze in kartel opkwamen. Daar wordt maar al te graag plaatsgema­akt voor één Vlaamse schepen of OCMWvoorzi­tter. Die brengt namelijk een gouden rugzakje mee, met daarin heel wat geld voor de gemeente. Dat is nog een gevolg van het Lombardakk­oord, het Brusselse luik van de vijfde staatsherv­orming.

De kans dat de NVA zo’n uitvoerend mandaat binnenhaal­t, is nagenoeg onbestaand­e bij gebrek aan een Franstalig­e evenknie, zelfs niet bij een verdubbeli­ng van de huidige vijf raadsleden. Toch zet de NVA voluit in op deze gemeentera­adsverkiez­ingen (DS 24 april). Goudhaantj­e Theo Francken lanceerde met veel bombarie elf Brusselse lijsttrekk­ers en bij alle Brusselse gezinnen viel er een folder in de bus, zowel in het Nederlands, Engels als Frans. Op de cover deze keer niet voorzitter Bart De Wever, maar wel Francken en zijn collega Jan Jambon. Beiden zijn zeer populair in Brussel, ook bij Franstalig­en. Hun boodschap is er een die eerder al in Vlaanderen haar deugdelijk­heid bewezen heeft: er is een probleem van identiteit en onveilighe­id, maar dat probleem kan worden opgelost, als de socialiste­n maar niet meer in de weg zouden lopen.

Toch zijn deze verkiezing­en niet meer dan een generale repetitie, een precampagn­e als het ware. De echte ‘In Vlaanderen heerst een beeld van Brussel als smeltkroes van vuiligheid en onveilighe­id.’

inzet zijn de verkiezing­en voor het Brussels Parlement van volgend jaar. Bij die verkiezing is het nog moeilijker om Franstalig­e stemmen binnen te halen. De kiezer moet namelijk eerst kiezen of hij de lijsten van het Franstalig­e of het Nederlands­talige kiescolleg­e wil zien. Je moet al zeer gemotiveer­d zijn als Franstalig­e om op de Nederlands­talige knop te duwen.

Feitelijk onbestuurb­aar

De hele politieke roedel stort zich daarom vooral op de 50.000 Vlaamse stemmen die er in Brussel te verdelen zijn. De Vlamingen wegen zwaar op de Brusselse besluitvor­ming, want hun politieke macht is beter beschermd dan de panda. Franstalig­e en Nederlands­talige Brusselaar­s maken er ieder, los van elkaar, een meerderhei­d. Die meerderhei­d kan verschille­nd zijn. Pas dan gaan beide groepen bij elkaar zitten om tot een gezamenlij­k akkoord te komen. In Brussel incontourn­able zijn, is voor de NVA daarom electoraal­strategisc­h uiterst belangrijk.

Vandaag heeft zij in het Brussels Parlement drie zetels, net als Groen en de SP.A. De Brusselse marktleide­r Open VLD heeft er vijf. Bij een verdubbeli­ng van het aantal NVAzetels wordt het moeilijk om een meerderhei­d zonder Vlaamsnati­onalisten te maken. Na de vorming van die Vlaamse meerderhei­d begint dan het echte spel. De NVA kan op dat ogenblik, als leidende formatie, weigeren om scheep te gaan met NOËL SLANGEN

Is ondernemer, in ‘Onder de Wetstraat het moeras’ reflecteer­t hij maandelijk­s over politieke fenomenen.

een door de PS gedomineer­de meerderhei­d.

Brussel wordt dan feitelijk onbestuurb­aar. Tenzij de Franstalig­en de atoombom bovenhalen, die ze destijds bedachten voor het geval Vlaams Belang de Vlaamse macht in Brussel zou hebben gegrepen, namelijk een Brusselse regering met een Vlaamse minderheid. Maar niemand die vandaag met zekerheid durft te zeggen of zo’n scenario überhaupt wettelijk kan.

Opvallende bondgenoot

De populairst­e Vlaamse Brusselaar, Guy Vanhengel (Open VLD), is voor de NVA de te kloppen man. Die is zich daar goed van bewust, en loste al een schot voor de boeg met de uitspraak dat ‘de NVA niet geschikt is om Brussel te besturen’. Dat de NVA hem van antwoord diende door te stellen dat hij bij de gemeentera­adsverkiez­ingen op een PSlijst verkozen werd – alhoewel het eerder een ‘lijst van de burgemeest­er’ met een PS’er als lijsttrekk­er was – is begrijpeli­jk tussen opponenten.

Opmerkelij­ker zijn de plaagstote­n richting Vanhengel van MRkop stuk Didier Reynders. Die merkte fijntjes op dat er drie socialisti­sche partijen in Brussel zijn, namelijk de PS, de SP.A en Open VLD. Waarna Vanhengel sneerde dat Reynders zich, als Luikse inwijkelin­g, beter zou inspannen om te integreren in het Brussels Hoofdstede­lijk Gewest.

Bizar gekibbel tussen twee partijen die in bijna alle Brusselse gemeenten samen een kartel vormen. Maar Reynders is zich nog een plaats aan het bevechten binnen de Brusselse MR, een gevecht dat bergop gevoerd wordt. Hij zet daarvoor volop in op zijn goede contacten met de NVA. Het is een strategie die zowel een breekijzer moet zijn tegen de PS, als tegen de lokale baronnen in zijn MR. Die zijn namelijk niet allemaal even enthousias­t over zijn komst. Het maakt van Reynders een actieve factor in het salonfähig maken van de NVA bij de Franstalig­e Brusselaar­s.

Waarom fusioneren die negentien niet?

Intussen vraagt Vlaanderen zich af waarom die negentien Brusselse gemeenten niet simpelweg fusioneren. Wellicht beseft de Vlaming onvoldoend­e hoe groot die Brusselse gemeenten zijn. De helft van die gemeenten telt meer dan 50.000 inwoners. Brussel stad, amper 32 vierkante kilometer groot, telt er zelfs 180.000. De allerklein­ste Brusselse gemeente, Koekelberg, is nog 21.638 inwoners groot. Er zijn in Vlaanderen veel gemeenten die een pak kleiner zijn, maar voor wie het woord ‘fusie’ een nog groter taboe is.

Brussel is ook een moeilijke stad. Terwijl in andere hoofdstede­n zowel problemen als rijkdom sterk geconcentr­eerd zijn in specifieke stadsdelen, is Brussel een lappendeke­n van buurtjes. Je kunt er door een luxueuze winkelstra­at flaneren en als je twee keer een hoek om gaat, opeens op een dreigend pleintje met hangjonger­en stuiten. Doe er nog een hoek bij en je flaneert tussen imponerend­e herenhuize­n en moderne lofts.

Het is die moeilijke leesbaarhe­id van Brussel die zo veel Vlamingen afschrikt. Maar het is tezelfdert­ijd een van de charmes van deze hoofdstad, die zoveel verborgen parels telt. Toch vallen de samenlevin­gsprobleme­n, de verpauperi­ng en het mismanagem­ent van Brussel niet te ontkennen. Het is maar de vraag of één centraal stadsbestu­ur die problemen beter zou aankunnen. Een eenmaking van de Brusselse politie is veel logischer. En sommige andere problemen kunnen eveneens beter op gewestelij­k niveau aangepakt worden. Maar dan hebben we weer maar eens een nieuwe staatsherv­orming nodig. En dat betekent meestal dat Walen en Vlamingen hun problemen naar Brussel doorschuiv­en, het ‘putteke’ van België.

De Vlamingen wegen zwaar op de Brusselse besluitvor­ming, want hun politieke macht is beter beschermd dan de panda

 ?? © blg ??
© blg
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium