‘In de gevangenis zijn zij de meest kwetsbaren’
Het UPC SintKamillus Bierbeek krijgt de eerste Belgische afdeling voor de langdurige behandeling en herintegratie van geïnterneerden met een verstandelijke beperking.
Volgens minister van Justitie Koen Geens (CD&V) is het uitermate belangrijk dat geïnterneerden de juiste behandeling krijgen. ‘In de gevangenis zijn zij de meest kwetsbare bewoners’, zegt hij.
België staat bekend als zwakke leerling op het gebied van internering. In 2014 verbleven 1.100 criminelen met een geestesstoornis in de gevangenis, in plaats van een gespecialiseerde instelling. In vier jaar tijd is dat aantal gehalveerd naar 550. Geens wil met zijn masterplan de komende jaren 860 nieuwe plaatsen creëren voor geïnterneerde personen, buiten het gevangeniswezen.
‘Ons opvangcentrum heeft een dubbele taak, van verzorging en veiligheid’, zegt algemeen directeur Hendrik Van Malderen. ‘Met veiligheid bedoelen we niet alleen de veiligheid van de omgeving, maar ook van de patiënten zelf.’
Volgens Van Malderen krijgen zwakbegaafde patiënten met een interneringsstatuut het zwaar te verduren in de buitenwereld.
‘Geïnterneerden dragen zowel het stigma van mentale patiënt als crimineel met zich mee’, zegt Van Malderen. ‘Historisch gezien konden ze niet veel rekenen op sympathie. Daar komt de laatste jaren verandering in. Waar een klassieke gevangenis werkt met cipiers en eenzame opsluiting, focussen onze medewerkers op een strikte dagstructuur en groepsdynamiek.’
Goede relatie
‘Geïnterneerden dragen zowel het stigma van mentale patiënt als van crimineel met zich mee’
‘Ook een goede relatie tussen patiënt en verzorger is belangrijk. Dat helpt niet alleen bij de behandeling, maar voorkomt mogelijke incidenten. Om die band te creëren, werken we ook met ervaringsdeskundigen: patiënten uit andere afdelingen. Zo leren de geïnterneerden dat hun problematiek niet zo onbehandelbaar is als ze zelf denken’, zegt Van Malderen.
HENDRIK VAN MALDEREN Directeur SintKamillus Bierbeek
De nieuwe afdeling is niet bedoeld als eindstation. ‘Deze groep zou moeten doorstromen naar een geschikte woonvorm en werksituatie’, zegt Geens.