De fanboy in Jeroen Krabbé
Jeroen Krabbé in zijn atelier. POSTENPAKKER INGE SCHELSTRAETE Redacteur DS2
‘Ik heb ontzettend de pest aan hem gehad’, zei Jeroen Krabbé voor aanvang van Krabbé zoekt Gauguin. De acteur en schilder maakte al series over Van Gogh en Picasso, en was na een jaar voorbereiding vol bewondering voor Paul Gauguin. ‘Maar tijdens de reizen merk je dan toch af en toe dat het een onaangenaam karakter is. Laf, onbeschoft en onbehoorlijk.’
Van dat voorbehoud is in de reeks niets te zien; Krabbé ontpopt zich tot een onvoorwaardelijke fanboy. Er valt geen onvertogen woord, zelfs niet als Gauguin uit de verhalen naar voor komt als een grenzeloze egoïst. Zijn lof gaat al snel vervelen, maar Krabbé blijft een halfuur lang hyperventileren van bewondering. Kritiek bewaart hij voor Gauguins vrouw Mette.
‘Het gaat om het stilleven en niet om die trutten die hier zitten’, zegt Krabbé over Stilleven met interieur, Kopenhagen uit 1885. Het stilleven beslaat twee derden van het doek, daarachter zie je nog net de tafel van Gau guins schoonmoeder. De ‘trutten’ zijn twee van zijn kinderen, de meid en twee bezoeksters. Mette was vast Fran se les aan het geven, de baan waar mee ze het gezin onderhield.
Natuurlijk was ze kritisch toen haar man na de crash van de Parijse beurs zonder inkomen viel. Had ze geweten dat de succesvolle beursmakelaar met wie ze trouwde een paar jaar later alle betalende banen zou weigeren, dan had ze vast geen vijf kinderen met hem gekregen. Gauguin keert met hun acht jarige zoon Clovis terug naar Parijs. Hij noemt het kind ‘een held’ omdat het ‘niets zegt, nergens om vraagt, niet eens om samen te spelen’.
De lof van Krabbé gaat al snel vervelen
Clovis is ziek, en waarschijnlijk depressief, maar zijn vader, die in Kopen hagen wel een zelfportret schilderde waaruit zijn eigen depressie spreekt, wil dat niet zien. Dit is Gauguin, de man die even hard aan zijn eigen
mythe werkte als aan zijn schilderijen – en hij schilderde als bezeten. Gauguins werk wordt niet slechter als je weet dat hij met iedereen ruzie kreeg en overal schulden maakte, zijn gezin in de steek liet en zowel Mette als zijn Tahitiaanse vrouwen sloeg. De Gauguintentoonstelling van 2010 in Tate Modern en het boek Gauguin, an erotic life van Nancy Mowll Mathews stelden zijn imago al realistischer bij zonder afbreuk te doen aan zijn verdiensten als kunstenaar.
De ergernis over de kritiekloze toon zou je bijna doen vergeten dat de locaties mooi zijn gefilmd. Het Bretoense licht streelt het landschap. Je hoort Krabbé hijgen op de trap terwijl de camera buiten over de gevel glijdt, hoger en hoger. Een schilderij van een gebouw vloeit over in the real thing. Het is uitkijken naar de etappes in Martinique en Tahiti. En Krabbé is niet te beroerd om te tonen waarom iets revolutionair was: omdat mensen op de rug worden gezien, bijvoorbeeld, wat we gewoon zijn gaan vinden sinds iedereen foto’s maakt.
Krabbé zoekt Gauguin. NPO 2, dinsdag, 20.25 uur. ¨¨èèè