Totaal voorafbetalingen bedrijfsbelasting sedert 1 januari
BRUSSEL I Ondanks de daling van het tarief voor de vennootschapsbelasting hebben bedrijven tijdens het eerste kwartaal ruim 2 miljard euro meer voorafbetaald dan in dezelfde periode vorig jaar.
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (NVA) pakte er gisteren graag mee uit. Hij vond de tijd rijp om de veelgehoorde kritiek te pareren dat de lagere vennootschapsbelasting een gat in het overheidsbudget zal slaan. De belasting daalde van 33,99 naar 29 procent en specifiek voor kmo’s naar 20 procent.
Van Overtveldt erkende dat de forse stijging niet meteen een volledig beeld geeft op de uiteindelijke inkomsten uit de vennootschapsbelasting. Maar hij is ervan overtuigd dat er geen sprake zal zijn van een gat in de schatkist door die belastingverlaging. En hij voegde er nog aan toe dat de lagere belasting niet alleen goed is voor de overheidsfinanciën, maar ook voor de economie omdat ze volgens hem zuurstof geeft aan de bedrijven.
Niet iedereen reageert even enthousiast. Jef Wellens, belastingexpert bij Wolters Kluwer, vreest dat de overheid de bedrijven gebruikt om op korte termijn de begroting op te smukken. Door de kleine lettertjes komt de belastingverlaging op korte termijn eigenlijk neer op een belastingverhoging voor de bedrijven, vindt hij. Bedrijven betalen al jaar en dag een groot stuk van hun belastingen op voorhand. Wachten ze tot de afrekening van hun belastingaangifte, dan krijgen ze als ‘boete’ een belastingvermeerdering. Nadat het boetetarief vorig jaar werd verdubbeld, was er dit jaar nog eens een verdrievoudiging van 2,25 procent naar 6,75 procent. Het werkt als een hefboom, verklaart Wellens. Al ten tijde van de verdubbeling vorig jaar zag hij het als een staaltje van platte belastingverhoging.
Niet te vlug victorie kraaien
De Nationale Bank voorspelde in haar jongste jaarverslag enkele weken geleden al dat de voorafbetalingen van de bedrijven in 2018 zullen stijgen door het optrekken van de belastingvermeerdering door de regering. Zo liet de bank tussen de regels verstaan niet te vlug victorie te kraaien omdat er meer voorafbetaald wordt.
Er werd meteen aan toegevoegd dat de inkomsten uit de vennootschapsbelasting ook stijgen dankzij de verbetering van de economische conjunctuur en de impact daarvan op de bedrijfswinsten. Economen zoals Gert Peersman van de UGent en Ivan Van de Cloot van de denktank Itinera vinden het hoe dan ook veel te vroeg voor conclusies.
Een evaluatie over de budgettaire neutraliteit van de hervorming maak je niet door alleen te kijken naar de inkomsten, vindt Van de Cloot. ‘Je moet uitzuiveren wat de impact is van de conjunctuur en van veel andere factoren’.
Peersman zou zich ook hoeden om al verregaande conclusies te verbinden aan de fiscale opbrengst in het eerste kwartaal. Temeer omdat het tarief en de aftrekposten sinds begin dit jaar veranderd zijn. Hij sluit niet uit dat de komende kwartalen de voorafbetalingen sterk kunnen schommelen. ‘Pas na een jaar kun je daar iets meer over zeggen.’ Dan kan op basis van de eigenlijke bedrijfswinst de definitieve afrekening wordt gemaakt.
Al zou Peersman het straf vinden dat de opbrengst dit jaar lager zou liggen. ‘Alleen al door conjunctuur moeten de inkomsten uit de vennootschapsbelastingen veel hoger liggen.’
‘Door de kleine lettertjes komt de belastingverlaging op korte termijn eigenlijk neer op een belastingverhoging voor de bedrijven’
JEF WELLENS Belastingexpert bij Wolters Kluwer