Geef de juiste God de schuld
Michiel Hendryckx ziet de mens niet als een bedreiging voor de natuur. Daar kijkt TOM HANNES van op. Wat met het ozongat, de uitdunning van het dierenrijk en de gevolgen van CO2uitstoot?
dS Weekblad sloot vorig weekend af met de column van fotograaf Michiel Hendryckx (DS 5 mei). Hij mijmerde over een foto die hij gemaakt had van een ooievaarsnest boven op een gekruisigde Christus. Het nest leek op een woekerende doornenkroon. Dat prikkelde Hendryckx tot een beschouwing over de relatie tussen religie en natuur. De foto is prachtig, de mijmeringen zijn bedenkelijk. Hendryckx steekt van wal tegen ‘de ecologie als surrogaatgodsdienst’. Hij ziet in de milieucrisis ‘het equivalent van die vreselijke christelijke erfzonde’.
De erfzonde is een theologische truc die bedacht werd door kerkvader Augustinus (354430) om het kwaad in de wereld uit te leggen. Als God almachtig en goed is, waarom is Zijn schepping dan niet alleen indrukwekkend complex en mooi, maar ook doordrongen van waanzinnig veel leed? Omdat, zegt Augustinus, de mensheid sinds de zondeval van het eerste mensenkoppel beladen is met een erfzonde die de wereld vergalt. Hoe raak je daaruit? Augustinus: door te geloven in Gods persoonlijke genade. Dat is het christendom dat Hendryckx hekelt en ik kan hem daar geen ongelijk in geven.
Verwende salondenker
Maar het probleem zit in de redenering die hij daartegenover stelt. Op badinerende wijze presenteert hij zich als een profeet met een heel andere insteek: ons zorgen maken over het milieu is eigenlijk een geval van blasfemische hoogmoed tegenover de natuurlijke orde. ‘Waar halen we de pretentie vandaan dat we in staat zouden zijn de natuur te vernietigen? Mijn geloof in het universum is onwankelbaar. De mens is geen bedreiging. We zijn niet tegen de natuur, maar een deel ervan.’
Dat lijkt rebels en seculier, maar de ironie wil dat Hendryckx zich hier de erfgenaam toont van een andere christelijke theologische poging om met ’s werelds leed om te gaan. Namelijk die van zeventiende en achttiendeeeuwse ‘deïstische’ filosofen als Gottfried Leibniz. Zij wijzen de hele erfzonde af en verzekerden ons daarentegen dat Gods schepping hier en nu goed en juist is. Er lijkt wel veel ellende te zijn, maar als we het grote plaatje konden zien, zouden we meteen begrijpen dat dit eigenlijk de beste aller werelden is.
Leibniz stelt dat de natuurwetenschappen ons ooit die kennis zullen verlenen, en dan breekt een tijd aan waarin we allemaal ons onwankelbare geloof in het universum kunnen TOM HANNES belijden. Dit is wat vandaag in newagekringen nog altijd bekendstaat als de slogan dat ‘alles goed is zoals het is, als je oog er zich maar voor opent’. Dit is de theologie die Hendryckx hier belijdt.
Dat is een behoorlijk kwalijke zaak. In zijn tijd sprak Leibniz mensen die zeurden over de ellende op de wereld sussend toe dat God toch niet het hele weersysteem kon veranderen, omdat een onverwachte regenbui mogelijk je picknick kan verknoeien. Een mens zou voor minder denken dat Leibniz een verwende salondenker was.
Helaas klinkt Hendryckx niet heel anders. Er is niets aan de hand. Alles gaat altijd maar beter, maar zeurpieten vinden altijd wel iets om over te zaniken. De aftakeling van 40 procent van de landbouwgrond ter wereld? De uitdunning van het dierenrijk met de helft sinds 1970? De gigantische rol van CO2 op onze hele ecosfeer? Gezeur. De ecosfeer mag dan een complex geheel van feedbackloops lijken, deep down is alles goed. Wie het juiste geloof heeft, weet dat nu eenmaal. De boel zal niet vernietigd worden, want je gelooft in het universum.
Groene jongens
Als je kritiek wilt hebben op de perfide invloed van religieuze constructies op ons denken, let dan op of je wel het juiste geloof de schuld geeft. Het is niet de erfzonde die ons ongerust maakt over de natuur. Dat doen de wetenschappen. Al een hele tijd. Maar het deïstische ‘dit kan toch niet waar zijn’ maakt ons doof en blind voor de ellende die zich aandient. Dit is het christelijke geloof dat Hendryckx, ondanks zijn seculiere zelfbeeld, jammer genoeg denkt te moeten doorgeven.
Tenzij ik het allemaal te ver zoek. Misschien heeft het allemaal niets met theologie te maken. Misschien gaat het over babyboomers die, na een leven van steeds toenemende vrijheid, rechten en consumptie, verbolgen zijn dat de groene jongens nu ook al hun fijne vleeswaren komen afpakken.
Maar hoe je het ook bekijkt: de ecosfeer is aan het veranderen. Misschien gaat de picknick inderdaad niet door.
Het deïstische ‘dit kan toch niet waar zijn’ maakt ons doof en blind voor de ellende die zich aandient