Er steekt meer oorlog in de grond dan je denkt
Rond Antwerpen getuigen meer dan alleen forten en tankgrachten van een roerig oorlogsverleden. Zo liggen er nog meer dan 40 kilometer loopgraven. Met teruggevonden foto’s en een laserpulsentechniek zijn de twee wereldoorlogen nu helemaal in kaart gebracht.
KAPELLEN I Honderd kilometer lang is de fortengordel rond Antwer pen. Groot is het geloof dat ‘den Duitsch’ er ondanks zijn machtige Krupp en Skodakanonnen niet doorheen zal komen. Waarom zou hij dat trouwens proberen? Is zijn doel niet om Frankrijk te bezetten?
In de late nazomer van 1914 ziet Antwerpen het oorlogsspel aan als een halve buitenstaander. Het Belgi sche leger is getuige hoe Fransen en Duitsers slag leveren, hoe aan de Marne een kwart miljoen doden val len. Vanuit hun dubbele fortengordel plagen de Belgen de Duitsers wat, om hen te dwingen wat soldaten achter te laten. Ze leveren slag in Mechelen, in Zemst. Volhouden, heeft het Britse commando gevraagd.
Dan is het ineens gedaan. Het Duitse leger raakt er in het zuiden niet door, het Schlieffenplan wordt afgeblazen, en zo komt er tijd vrij om die lastigaards aan de Schelde eens en voorgoed aan te pakken. Lang duurt het niet. Het Belgische leger is doodop, de trotse fortengordel is geen partij voor de kalibers van Dik ke Bertha. Het regent obussen. Het volk vlucht, de Schelde over of het platteland in. Al op 10 oktober 1914 wappert op Vesting Antwerpen de keizerlijke vlag.
Lamme getuigen
Vandaag liggen de forten er nog altijd als stille, lamme getuigen: we bezoeken ze met de school, we fiet sen of wandelen errond, we luisteren er naar muziek die tijdens de bom bardementen niet klonk. En sinds enkele jaren is er meer en grondiger onderzoek.
Het nieuwste onderzoek (UGent en Provincie Antwerpen) is net afge rond met de publicatie van het boek Vergeten Linies 3. Daaruit blijkt dat rond Antwerpen veel meer sporen liggen uit de Eerste én de Tweede Wereldoorlog dan tot dusver werd vermoed: 41 kilometer loopgraven, 32 kilometer loopgraafwallen, 31 kilometer antitankgrachten, 46 kilometer fortgrachten. Op meerdere plaatsen loopt een zondagse wandelaar zonder het te weten door een golvend oorlogslandschap.
Wat een vijver lijkt, werd ooit gegraven om tanks weg te houden van ’t stad. In speelse heuveltjes in het bos lagen destijds soldaten verscholen. Tot voor kort was het kennis voor ingewijden. Maar toen in 2014, naar aanleiding van de herdenking van de Duitse invasie honderd jaar eerder, een kleine loopgravenroute in het Mastenbos geopend werd, hapte het publiek toe. Elk jaar bijna twintigduizend bezoekers. En zeggen dat vlakbij nog veel meer loopgraven liggen, onzichtbaar voor wie niet weet hoe te kijken.
Op jacht
‘De belangstelling voor de fortengordel is vanaf 2008 in een stroomversnelling gekomen’, zegt provinciaal archeoloog Ignace Bourgeois. Toen werd in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel een veertigtal luchtfoto’s uit januari 1918 gevonden, van de forten ten noorden van Antwerpen: de zogenaamde Zimmermanncollectie. De vondst vuurde onderzoek én belangstelling aan, waardoor politiek, erfgoedsector, natuurbeheer en toerisme de historische forten als een hefboom voor verschillende doelstellingen gingen zien.
In het Imperial War Museum in Londen werd daarna een tweede collectie luchtfoto’s gevonden, eind 1918 genomen door Britse vliegtuigen boven Zuid en WestAntwerpen. Met dergelijke foto’s konden archeologen, gps in de hand, het terrein op om restanten van militair erfgoed te zoeken. Een spannend, maar tijdrovend werk, ervaar ik, wanneer ik met Bourgeois en collegaarcheoloog Wouter
Gheyle (UGent) door het Mastenbos ploeter. Ze wijzen me op een muur van rododendrons: daar ligt een hoge berm met een cluster loopgraven. Ik zie niets dan bladeren. Maar even de takken opzij en wat naar omhoog, en ineens sta ik waar honderd jaar gele den waakzame soldaten uitkeken naar de vijand. Ineens zie ik overal bermen en geometrisch kronkelende gangen en begrijp ik dat de idyllische vijver vlakbij eigenlijk een uitgegra ven gracht is, waarvan de aarde dien de om de verdedigingsberm op te werpen.
In 2015, toen zowel beleid als wetenschappers inzagen dat Antwer pen heel wat militair erfgoed had lig gen, dook een nieuwe speler op, be kend als ‘lidar’: een technologie die met lichtstralen de hoogteverschil len in de bodem meet en in kaart brengt. Het hele Vlaamse grondge bied is tussen 2013 en 2016 zo fijnma zig gescand (DHMV II) dat archeolo gen vandaag op de computer kunnen zoeken naar aanwijzingen vooraleer ze ter plekke gaan kijken.
Zoals lidar wereldwijd tot specta culaire doorbraken leidt in onder zoek naar eeuwenoude junglesteden (DS 7 februari 2018), werd ook in de omgeving van Antwerpen van alles ‘zichtbaar’. Het hele gebied rond Antwerpen is vandaag door de combinatie van historische luchtfoto’s en nieuwe lidarbeelden leesbaar – alleen voor de lijn SchildeLier zijn er geen historische luchtfoto’s. De Belgische loopgraven die destijds tussen de zuidelijke forten werden aangelegd als extra verdediging, liggen er vaak nog altijd. Het zijn wellicht de oudste in Vlaanderen, ouder dan die in de Westhoek.
Meer nog, op de beelden werd duidelijk dat de Tweede Wereldoorlog er ook nog ligt. In het Mastenbos vind je een kilometerslange verdedigingsgordel uit 1914 op maar een paar honderd meter van een wirwar van loopgraven, vandaag makkelijk te onderscheiden met het blote oog, uit de Tweede Wereldoorlog. Dan even verder stappen om op een tien meter brede gracht te stoten, compleet met sluisbunker, uit 1939: het is een Belgische antitankgracht uit 1939. Er staan hier een honderdtal van die bunkers, schat Gheyle.
Militair erfgoed kan vandaag op meer belangstelling rekenen dan pakweg in de jaren 1960 en 1970, toen de Koude Oorlog bij het publiek allerminst belangstelling wekte in oorlogsherinneringen. Maar vandaag zit het in de lift en de Provincie Antwerpen heeft, nu erfgoed en toerisme haar bevoegdheid is geworden, een strategisch plan ontwikkeld. Er is immers een beleid nodig voor de 1802 bovengrondse sporen die zijn gevonden van ‘Vesting Antwerpen’.
Een soort Pompeï
Bourgeois: ‘Veel van dat erfgoed ligt op privéterrein. We hebben her en der aangebeld om op bunkers in tuinen te stoten. Wat gebeurt daarmee? Vaak worden bunkers stilletjes onder de aarde gestopt. Is er meer bescherming nodig? Kunnen sommige stukken gebruikt worden voor toerisme? Het is alleszins een goede zaak dat het Agentschap Natuur en Bos nu kaarten heeft van waar het erfgoed ligt: daar wordt bij het bosonderhoud nu al rekening mee gehouden.’
Het Top Hattransitkamp in het SintAnnabos, waar destijds Amerikaanse soldaten op verscheping wachtten, ligt er nog integraal, als een soort Pompeï. Moet dat bewaard blijven? Dat het Wijnegem Shopping Center op de voetafdruk van het Fort 1 gebouwd is en dat het water in het Neerlandpark in Wilrijk een authentiek stuk antitankgracht is: vergeten of vertellen? En moet er nu hier en daar gegraven worden? In Antwerpen is al bij al weinig gevochten. De loopgraven en bunkers zijn de enige getuigen van de massieve operatie die hier ooit opgezet werd. Bewaren of aan de tijd prijsgeven?
De uitgave van Vergeten Linies 3 geeft veel antwoorden, die op hun beurt nieuwe vragen oproepen.
‘Veel van dat erfgoed ligt op privéterrein. We hebben her en der aangebeld om op bunkers in tuinen te stoten. Wat gebeurt daarmee?’ IGNACE BOURGEOIS Provinciaal archeoloog
‘Vergeten Linies 3’ is een uitgave van de Provincie Antwerpen.