Vijf dagen vrijen tegen de oorlog
In ‘Five days in March’ trekken zeven twintigers zich aan de vooravond van de Irakoorlog terug in een sekshotel. Niet deelnemen aan de maatschappij kan een daad van verzet zijn, meent Toshiki Okada.
Een van de meest unieke toneelschrijvers van het laatste decennium is ongetwijfeld de Japanner Toshiki Okada (44). Zijn gezelschap Chelfitsch (een verbastering van het Engelse woord ‘selfish') staat bekend om zijn eigenzinnige stijl en Okada’s gebruik van jongerentaal, vol onaffe zinnen, in combinatie met een bevreemdende choreografie van alledaagse bewegingen, sloeg in als een bom.
Zijn kritische verhalen houden de Japanse samenleving een spiegel voor. Okada’s voorstellingen spelen zich meestal af tegen de achtergrond van de geglobaliseerde grootstad: kantoren, nieuwe appartementsblokken of een 24/7 supermarkt.
Steeds weer stelt de regisseur scherp op zijn generatiegenoten die volwassen werden in de jaren negentig toen de economische bubbel uit elkaar spatte, de lost
generation. Net zoals Okada’s personages, zijn ze veroordeeld tot slechtbetaalde jobs en kunnen ze geen kant op. Vervreemding en immobiliteit zijn troef.
Dat zie je ook in Five days in
March, waarmee Okada in 2007 zijn internationale doorbraak beleefde op het Kunstenfestivaldesarts. Voor de huidige editie van het festival maakt hij een nieuwe creatie van dat stuk, met een jongere cast. Five days in March vertelt het verhaal van Minobe en Yukki, die aan de vooravond van de Irakoorlog in een love hotel belanden. Ze brengen er vijf dagen door: ze vrijen, eten en kijken televisie, volledig afgesloten van de buitenwereld. Wanneer ze uit hun bubbel ontwaken, heeft Amerika Irak gebombardeerd. Ook Japan zal later meedoen aan de invasie, in de grootste militaire operatie van het land sinds de Tweede Wereldoorlog.
Fukushima 2011
‘Tijdens de première in 2004 was de Irakoorlog net uitgebroken, voor de acteurs was het dus een dagelijks nieuwsfeit,’ vertelt Okada. ‘De twintigers die het stuk nu hernemen, leerden over de oorlog op school. Ik was benieuwd hoe zij met zoveel historische afstand op het script zouden reageren. Hoe acteer je apathie?’
Is deze generatie dan zoveel ge Een ëngageerder dan de vorige? ‘Niet echt,’ geeft de regisseur toe. ‘Na de aardbeving in OostJapan en de kernramp van Fukushima in 2011 koesterde ik veel hoop dat de samenleving eindelijk zou veranderen. Het momentum van die crisis hebben we echter niet gegrepen. De jonge generatie doet haar best, maar ik zie toch vooral veel ontgoocheling. Ze geloven niet dat de economie zal verbeteren.’
‘Natuurlijk is het geen goed idee dat Japan blijft investeren in kerncentrales terwijl het risico op aardbevingen zo groot is, maar deze industrie biedt veel werk. Daar protesteer je dus niet zomaar tegen als je in een precaire situatie zit.’
Momentum gemist
Zelf verhuisde Okada na de kernramp van Yokohama (Tokio) naar Kumamoto in het westen van het land. Het trauma verwerkte hij in drie voorstellingen, waarin niet toevallig veel geesten van dode mensen opduiken. ‘Fukushima heeft mijn visie over de maatschappij en de kunst radicaal veranderd. Vroeger wilde ik vooral de huidige staat van de samenleving portretteren. Nu begin ik steeds meer na te denken over de toekomst, en daarom wordt het aandeel fictie ook belangrijker in mijn werk. Meer dan ooit hebben we nood aan een verbeelding waarmee we ons de wereld anders kunnen voorstellen.’
Ook in No sex, Okada’s meest recente voorstelling voor de Münchner Kammerspiele, staat dat toekomstbeeld indirect centraal. In een karaokebar zingen een oud koppel en vier youngsters liefdesliedjes, zonder dat ze elkaar ooit aanraken.
Geen seks
‘Japanse adolescenten hebben steeds minder interesse in seks. Ze gaan geen liefdesrelaties meer aan en het geboortecijfer daalt dramatisch’, zegt Okada. ‘Met het oog op de vergrijzing van Japan, wordt dat vaak gezien als een vorm van onverschilligheid, maar ik denk dat je het evenzeer kan lezen als een daad van verzet tegen de traditionele waarden en de hoge werkdruk in de Japanse samenleving. Vrouwen willen niet langer kiezen tussen kinderen of een carrière. En die weigering om deel te nemen aan de maatschappij kan, net zoals in Five Days in March, beschouwd worden als een politieke daad.’
‘Natuurlijk is het geen goed idee dat Japan blijft investeren in kerncentrales, maar die industrie biedt veel werk. Daar protesteer je dus niet zomaar tegen’