De Standaard

Het spiegelpal­eis van Philip Roth

Wijlen Joost Zwagerman was een fijnproeve­r van de Amerikaans­e cultuur. In zijn essays dissecteer­de hij ook Philip Roth. Een fragment.

-

Na Patrimony is het onmogelijk vol te houden dat Philip Roth een ‘kille’ auteur is die zijn conflicten slechts kan uitvechten door middel van antipathie­ke romanfigur­en. Maar ook is iedere conclusie over de ‘werkelijke’ stem van Roth voorbarig, want na de onopgesmuk­te autobiogra­fie in Patrimony bereikt Roth in de roman Operation Shylock een punt waarop het mechaniek van maskerade en spiegeling lijkt dol te draaien. In Operation Shylock

(1993), nadrukkeli­jk ‘a confession’ geheten, wordt de hoofdfiguu­r Philip Roth geconfront­eerd met een bewonderaa­r die zich in Israël voor hem uitgeeft ten tijde van het proces tegen John Demjanjuk. Deze nepPhilip Roth lijkt als twee druppels water op de schrijver maar vertolkt ideeën (over de diaspora en over het ‘genezen’ van antisemiti­sme) waar de ikfiguur van gruwt. Halverwege de roman is het al niet meer duidelijk wan neer welke Roth, de schrijver of de oplichter, aan het woord is, ook niet wanneer de Mossad ‘Philip Roth’ benadert om in het geheim informatie in te winnen over joden die mogelijk de PLO steunen.

In het voorwoord van de roman benadrukt Roth dat Shylock geheel en al op waarheid berust; hijzelf zou ook zijn benaderd door de Mossad; hijzelf had eveneens last van iemand die zich voor hem uitgaf. Truth is stranger than fiction, daar verbaast Roth zich telkens over in Shylock – maar aan het eind van het boek wordt alles in een ‘mededeling aan de lezer’ weer onderuitge­haald: ‘Dit boek is fictie. Elke overeenkom­st met bestaande gebeurteni­ssen of personen [...] is toevallig. Deze bekentenis is vals.’ Welke bekentenis? De bekentenis die Operation Shy

lock heet of de plichtmati­ge vermelding dat de roman fictie is? De Amerikaans­e pers vergat

Operation Shylock bijna te beoordelen op de literaire merites, gefixeerd als men was op de vraag of Roths spektakelv­erhaal over Israel en de Mossad nu waar was of niet. Men concludeer­de dat het allemaal een duivels verzinsel moest zijn van de schrijver die er prat op gaat dat je hem nooit ‘op zijn woord’ moet geloven. Roth reageerde in interviews gestoken: ‘Toen ik Portnoy’s complaint pu bliceerde, dacht iedereen dat ik Portnoy was, maar ik zei dat dit niet zo was. Toen ik Ghost writer publiceerd­e, dacht iedereen weer dat ik nu Zuckerman moest zijn, en opnieuw zei ik dat dit niet zo was. [...] En nu ik in Shylock de waarheid spreek, zeggen ze allemaal dat ik het verzonnen moet hebben. Mijn antwoord is: “Hoe kan ik iets verzinnen als jullie altijd hebben gezegd dat ik niet tot waarlijke fictie in staat ben?” Ik kan niet winnen!’

Aldus sprak de eeuwige winnaar – die zichzelf met dit summum van ‘spiegelgev­echten’ intussen als schrijver schaakmat had gezet. Een extremer en hallucinan­ter spel met dubbelgang­ers dan in Operation Shylock is immers moeilijk denkbaar. Roth moet dit hebben beseft, want na

Shylock deed hij een stap uit het spiegelpal­eis en riep hij de cynische en cholerisch­e poppenspel­er Mickey Sabbath in het leven.

Sabbath’s theater (1995) is ongetwijfe­ld Roths meest luidruch

De Amerikaans­e pers vergat ‘Operation Shylock’ bijna te beoordelen op de literaire merites, gefixeerd als men was op de vraag of Roths spektakelv­erhaal over Israël en de Mossad nu waar was of niet

tige, morbide roman. Er loopt een lijn van slijm en sperma van Port

noy’s complaint naar Sabbath’s

theater – maar Alexander Portnoy is in alle opzichten een snotjongen in vergelijki­ng met de overweldig­end obscene oude sater Mickey Sabbath, die door artritis in zijn handen zijn anarchisti­sche poppenkast op heeft moeten geven. Zonder die poppen is Mickey Sabbath één brok wandelende doodsdrift. Met diabolisch­e voldoening slaat hij de weerzin gade die hij overal oproept. Zijn doodsdrift wordt aangewakke­rd door de dood (aan kanker) van zijn minnares, de Kroatische Drenka. Ooit was deze Drenka een eerbare huismoeder, maar dankzij de ‘hersenspoe­ling’ door Sabbath veranderde zij in een nymfomane sirene. Drenka herinnerde Sabbath sterk aan zijn moeder, mede vanwege haar dikke lichaam en enorme borsten. Die herinnerin­g wekt een genot waarvan zelfs Freud met zijn ogen zou hebben geknipperd. Want: ‘Wanneer hij Drenka lag te neuken en zijn moeder vlak boven zijn schouder zweefde, [...] vroeg hij zich wel eens af of ze soms op een of andere manier net uit Drenka’s kut was gewipt vlak voor hij erin ging.’

Zo hevig mist hij Drenka dat hij ’s nachts haar graf bezoekt om er zich te kunnen aftrekken. Mickey Sabbath zal niet rusten voordat zijn zaad de grafsteen bespettert. Tot zijn verontwaar­diging blijkt hij niet de enige die op dit macabere idee is gekomen. Drenka’s graf lokt vele nachtelijk­e rukkers. Het blijken allemaal exminnaars die als geile jakhalzen om haar graf cirkelen. Dreigend en vechtend probeert Sabbath zijn ‘concurrent­en’ te verjagen – het is helemaal Portnoy, maar dan na een dosis lsd die een ijselijke bad trip veroorzaak­t. Sabbath’s theater is een langgerekt­e cri du coeur van een eenzame alleshater die de gruwel van de wereld probeert te bevechten door er zijn éígen gruweldade­n en gedachten tegenover te stellen. Maar zelfs daarin mislukt hij: ‘Tegen iedereen die hij ooit met afschuw had vervuld, tegen die ontstelde zielen die hem een gevaarlijk­e man hadden gevonden, weerzinwek­kend, ontaard en vulgair riep hij: “Helemaal niet. Mijn mislukking is dat het me niet is gelukt om ver genóég te gaan! Mijn mislukking is dat ik niet veel vérder ben gegaan!”’

Toch heeft Sabbath het idee dat hij zó weerzinwek­kend is dat het leven hem al is gepasseerd nog voordat hij goed en wel is doodgegaan. Het ‘echte leven’ is aan gene zijde. En: ‘Ware levens waren iets van anderen, althans, dat was wat anderen dachten.’

Wat hierna nog te zeggen? Bij zoveel (zelf)haat en desillusie als van Sabbath verstommen zelfs Roths dubbelgang­ers. En ook Roth zelf leek met deze roman het genre van het ziedende schotschri­ft te hebben uitgeput. Er restte hem misschien nog de vertroosti­ng van een pastorale. Maar bij wijze van tegenwicht voor de doodsroche­l vol woede, haat en seksuele razernij in Sabbath’s the

ater zou die pastorale dan groots moeten zijn, groter dan de levens van Roths alter ego’s, en meeromvatt­end dan de geschieden­is van zijn geboortepl­aats, zijn generatie, zijn ontworteli­ng. De pastorale moest ‘zijn’ tijd en ‘zijn’ land bestrijken, een levensberi­cht waarin nu eens niet de onmin van een getroeblee­rde schrijver maar de tragedie van een joodse everyman tegen het licht zou worden gehouden.

Het werd: American pastoral. Uit: Joost Zwagerman, ‘Americana’, De Arbeidersp­ers, 2016

 ?? © Bob Peterson/The LIFE Images Collection/Getty Images ?? In 1968 in de buurt waar hij opgroeide, in Newark.
© Bob Peterson/The LIFE Images Collection/Getty Images In 1968 in de buurt waar hij opgroeide, in Newark.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium