‘Splits het Facebookimperium op’
Moeten internetreuzen als Facebook en Google worden opgesplitst? Zowel in Europa als in de VS groeit de kritiek op het feitelijke monopolie van de ‘Big Five’.
VAN ONZE REDACTEUR
NICO TANGHE
BRUSSEL I Net als in de VS kreeg Facebooktopman Mark Zuckerberg tijdens zijn hoorzitting in Brussel meermaals de vraag voorgeworpen of zijn bedrijf geen feitelijk monopolie heeft, dat moet worden opgebroken. Eerst door Europarlementslid Manfred Weber, daarna door Guy Verhofstadt.
De voorspelbare antwoorden van Zuckerberg stonden op spiekbriefjes die hij eerder al voor het Amerikaanse Congres gebruikte: consumenten hebben veel keus, Facebook heeft slechts 6 procent van de advertentiemarkt in handen en het sociaal netwerk opbreken zou alleen maar de Chinese bedrijven versterken.
Onderzoek in VS
Voorlopig komt Zuckerberg weg met deze verdedigingsstrategie. Al rijst de vraag hoelang nog. Want de indruk groeit dat de veelvraten van Silicon Valley stilaan hun hand aan het overspelen zijn. In de VS heeft de minister van Financiën onder druk van de toenemende kritiek Justitie inmiddels de opdracht gegeven een onderzoek te openen naar de macht van de zogeheten ‘Big Five’: Facebook, Google, Amazon, Apple en Microsoft.
En ook in Europa broeit er iets. De Europese Commissie heeft al langer de handen vol met dossiers tegen de Amerikaanse internetreuzen wegens belastingontwijking en concurrentievervalsing. En gisteren heeft een organisatie die zichzelf Freedom From Facebook noemt, een petitie geopend tegen de alleenheerschappij van het bedrijf van Zuckerberg. Een rist belangenorganisaties pleit daarin onder meer voor het afsplitsen van de berichtendiensten als WhatsApp, Instagram en Messenger, die allemaal in het bezit zijn van de social mediagigant. En dit naar het voorbeeld van de opdeling van het landelijke telefoonmonopolie van AT&T (‘Ma Bell’) in 1984 in een aantal regionale maatschappijen, de zogenoemde Baby Bells.
Maar de vergelijking die zich het meest opdringt, is die met de roofbaronnen van eind negentiende eeuw, toen politiek en sa menleving nog geen antwoord hadden op het ontluikende en ongetemde kapitalisme. Met als opperroofridder John D. Rockefeller, die door listig zakendoen zijn oliemaatschappij Standard Oil uitbouwde tot een reus die bijna 90 procent van de markt bezat. Zo dominant was Rockefellers imperium, dat de Amerikaanse autoriteiten, na aanslepende procedures en rechtszaken, in 1911 Standard Oil ontbonden in 34 kleine olie, raffinage en transportbedrijven (waaronder Exxon, Mobil en Chevron).
Het punt dat de meeste critici maken? Data zijn voor deze eeuw wat olie was voor de vorige: een stuwkracht voor dominante groei en verandering. Internet is een schoolvoorbeeld van de zogenoemde ‘winner takes all’economie. Netwerkeffecten veroorzaken dat degene die wint, blijft winnen, zelfs zonder vals te spelen. Waardoor haast vanzelf vergelijkbare monopolies of oligopolies ontstaan als ruim 100 jaar geleden.
Die netwerkeffecten worden nog eens versterkt door de data die platforms over hun gebruikers verzamelen: Google kan zien wat mensen na een zoekopdracht aanklikken, Facebook weet wie wat liket en deelt, Amazon houdt bij wat z’n gebruikers aanbieden en kopen. Met die kennis kunnen de Big Five hun producten verbeteren, potentieel gevaarlijke concurrenten opkopen en nieuwe markten betreden. En dus pleiten de critici ervoor om Facebook & Co op te splitsen om het evenwicht in de markt te herstellen
Niet evident
Maar zover is het nog niet. Rockefeller kwam erachter dat zijn Standard Oil, eenmaal opgedeeld, nog veel meer waard was dan het geheel. Bij netwerkbedrijven gaat dat niet op. Vier afzonderlijk concurrerende kleine Facebooks hebben samen minder data en zijn daardoor samen wellicht minder waard dan één groot Facebook. De kans dat deze concerns vrijwillig worden opgedeeld, en daardoor aan macht verliezen, lijkt daardoor erg klein.
En Facebook verplicht opdelen lijkt door toenemend protectionisme evenmin evident. De VS profiteren te sterk van de voorsprong die deze bedrijven hebben in de technologische revolutie die wereldwijd gaande is, zeker ook als militaire grootmacht. Iets waar Zuckerberg maar al te graag fijntjes op inspeelt door te verwijzen naar de groeiende macht van de Chinese internetgiganten. Al weet je met Donald Trump, die het sowieso niet heeft voor de grote techbedrijven, natuurlijk nooit.
Europa heeft al langer de handen vol met dossiers tegen Amerikaanse internetreuzen
Data zijn voor deze eeuw wat olie was voor de vorige: een stuwkracht voor dominante groei en verandering