Niet alles is de schuld van Facebook
Voor veel politici komt het goed uit dat Facebookceo Mark Zuckerberg onder vuur ligt, denkt BART VANHAELEWYN. Zo blijft hun rol in de privacyschandalen onderbelicht.
Europarlementsleden kregen dinsdag de kans om Mark Zuckerberg te ondervragen over de gebrekkige bescherming van gebruikersgegevens op Facebook (DS 23 mei). De politici grepen hun kans om uitgebreide vragen te stellen, om zich zo te profileren als de hoeders van het volk. Daarbij schuwden ze de grote beeldspraak niet. In zijn kenmerkende stijl gaf Guy Verhofstadt Zuckerberg de keuze: wil hij herinnerd worden als een van de technologiegrootheden, of wil hij de geschiedenis ingaan als de man die onze democratie kapotmaakte (DS 22 mei)? Ook andere politici verwezen naar het Cambridge Analyticaschandaal, in navolging van hun Amerikaanse collega’s een paar weken geleden.
Prpraatje
Daarbij valt op dat er twee discussies door elkaar gehaald worden. Een eerste discussie, waarvoor Facebook terecht wordt aangeklaagd, is de manier waarop het bedrijf omsprong met de gegevens van de gebruikers. Net zoals veel andere technologiebedrijven in Silicon Valley dacht Zuckerberg vooral aan de opportuniteiten en winsten die hij uit de gebruikersdata kon puren, en stond hij te weinig stil bij de risico’s en nadelige gevolgen als die data in de verkeerde handen terechtkomen.
Dat Cambridge Analytica op eenvoudige wijze de gegevens van miljoenen Facebookgebruikers kon buitmaken, lokte terecht een storm van verontwaardiging uit. Zuckerberg minimaliseerde die problemen lange tijd en heeft ze zelfs ontkend, wat bijdraagt tot het beeld dat Facebook zijn gebruikers vooral ziet als verzamelingen van kostbare data, en niet als volwaardige leden van het sociale netwerk. Ook tijdens de ondervraging door de Amerikaanse Senaat dreunde Zuckerberg vooral een prpraatje op, en gaf hij geen blijk van oprecht berouw (DS 13 april). Ik kan alleen maar toejuichen dat politici dat streng veroordelen en persoon
Facebook manipuleerde de verkiezingen in de VS niet. Dat was het werk van lobbyisten en campagneleiders
lijke gegevens beter willen beschermen.
Een tweede discussie gaat over de praktijken waarvoor die data werden ingezet. De bekendste voorbeelden zijn de manipulaties in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de beïnvloeding van de publieke opinie bij het Brexitreferendum. Uiteraard is dat sterk gelinkt aan de eerste discussie. Maar Facebook manipuleerde de verkiezingen in de VS en het Brexitrefe rendum niet. Dat was het werk van lobbyisten, campagneleiders en (in het geval van de presidentsverkiezing in de VS) de PAC’s en superPAC’s.
Dat politieke partijen, en de vehikels die daarrond zwermen, steeds verder gaan om de publieke opinie te beïnvloeden en meer macht te genereren, staat op zich los van de technologische ontwikkelingen (al kan technologie enkele van die politieke trends in de hand werken en versterken). Als de manipulaties met de Facebookdata de democratie kapotmaken, zoals Verhofstadt stelt, dan ligt dat deels aan de rammelende beveiliging van de gegevens bij Facebook, maar ook aan de organisaties die de data misbruiken om er (politieke) munt uit te slaan.
Fake news
Zeker tijdens de hoorzitting in de Amerikaanse Senaat was het duidelijk dat de politici er alles aan deden om de aandacht (en de verantwoordelijkheid) zo veel mogelijk naar Zuckerberg te schuiven, zodat er in het publieke debat geen ruimte meer is om de rol van de politieke partijen in het schandaal te belichten. Zowel in de media als in de publieke opinie is het eenvoudiger om één schuldige aan te wijzen, dan om de complexere samenhang van factoren en verantwoordelijkheden te onderkennen.
Er is een tendens om alleen met een beschuldigende vinger naar technologie en digitale platformen te wijzen, terwijl de achterliggende maatschappelijke en politieke trends vaak onderbelicht worden. Denk ook aan de discussie rond fake news. Ook daar krijgen sociale media het verwijt te weinig op te treden tegen de verspreiding van valse berichten, en gaat het zelden over hoe we de oorsprong van die berichten kunnen aanpakken. Maar als in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen politici ‘alternatieve feiten’ gaan delen op sociale media, dan ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de platformen die de verspreiding mogelijk maken.